Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

‘Valencia is te pakken’

Donderdag 4 december speelt Club Brugge in de Comunidad Valenciana tegen Valencia CF zijn derde wedstrijd in de poulefase van de UEFA Cup. Eerder behaalde het twee gelijke spelen: 0-0 tegen Rosenborg BK (uit) en 1-1 tegen AS Saint-Etienne (thuis). Tot slot ontvangt het volgende week woensdag FC Kopenhagen. De verwachtingen zijn dat een zege in de laatste thuiswedstrijd zal volstaan voor de kwalificatie.

Ivan Leko is een fan van het Spaanse voetbal, hij voetbalde zelf drieënhalf jaar bij Málaga CF. “Het was een fijne tijd”, zegt hij. “Grote stadions, grote spelers. Zidane, Figo, Beckham, Ronaldo, Rivaldo,… Als je met betere spelers speelt, ben je zelf ook een betere speler. Ik leerde er ook dat je in voetbal altijd kans maakt om te winnen. Ook Valencia is te pakken. Kopenhagen speelde er gelijk, Santander won er met 2-4 en Gijón met 2-3. Waarom zouden wij kansloos zijn?”

Waar schuilt het gevaar bij Valencia?

“De voorbije jaren haalde het veel jonge voetballers die nu sterren zijn geworden: Silva, Villa, Joaquín, Mata, Alexis, Miguel,… Het is een team met veel spelers die klein zijn van gestalte. Het speelt snel, meestal in een of twee tijden, en het beschikt over buitenspelers die sterk zijn in een-tegen-eensituaties.”

Hoe pak je Valencia aan?

“Dat bepaalt de trainer.”

Wat kan je hem adviseren?

“Ik denk dat we ons niet te veel van Valencia moeten aantrekken. Als je te veel aan het andere team denkt, verlies je jouw identiteit.”

Met welke kwaliteiten kan Club Brugge Valencia pijn doen?

“Onze stijl is helemaal anders, wij doen het meer met kracht en lengte. Op vrije trappen en corners zullen we in het voordeel zijn. Valencia voetbalt graag op de counter. Het wordt zeer belangrijk compact te spelen en jongens als Silva, Joaquín en Mata de ruimte tussen de linies te ontnemen die ze zo graag bespelen.”

Met Ivan Leko? Club Brugge voetbalt dit seizoen doorgaans in 4-4-2: de aanvallers renderen beter in een tweespitsensysteem, de centrale middenvelders in 4-3-3 en dus moeten ze zich aanpassen. Jij en Karel Geraerts staan daardoor niet meer vast in de basis.

“Dat is zo. In 4-3-3 met wingers is er voor mij ook meer ruimte om passes tussen de linies te geven, maar als ik centraal speel in 4-4-2 voel ik mij ook goed, hoor. Alleen stond ik tegen Gent, Genk en Charleroi op de flank en viel ik daar ook al een keer of drie in. Iedereen weet dat dit niet mijn beste plaats is. Ik ben Ryan Giggs niet.”

Bij Málaga CF voetbalde je destijds ook in 4-4-2, maar niet in een ruit op het middenveld. Je was een van de twee centrale middenvelders voor de verdediging. Is het geen optie om ook bij Club Brugge iets lager, naast Philippe Clement of Karel Geraerts, de balcirculatie te regelen?

“Bij Málaga genoot ik er drie, vier jaar van zo te spelen. Maar stel dat ik ook bij Club Brugge de passing voor de verdediging zou verzorgen, dan moeten ze wel niet ook nog eens verwachten dat ik zal aanvallen als Leko en verdedigen als Clement.

“Een ruit met een verdedigende middenvelder in mijn rug is een goede combinatie, zelfs met offensieve flankspelers. Het is een kwestie van collectief te spelen en tactisch goed te bewegen. De problemen ontstaan pas als dat niet gebeurt. Verdedigen in mijn zone is mij niet te veel gevraagd, maar ik kan niet alles rechttrekken. Ik ben Makéléléniet.”

CHRISTIAN VANDENABEELE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content