Peter Mangelschots

SK Beveren kleurt alsmaar minder zwart. In het tussenseizoen verliet al een aantal Afrikanen de club en tijdens de winterstop hoopt men er opnieuw enkele van de loonlijst te kunnen schrappen.

FC Ivoorkust, zo werd de club de vorige seizoenen geregeld genoemd. Dat SK Beveren soms met elf zwarte spelers aan de afrap verscheen, daar keek op den duur niemand nog van op. Zolang de resultaten er waren, klonk bij de supporters geen gemor. Zij mochten zich in 2004 zelfs verheugen in een – overigens weinig succesvolle – campagne in de UEFA-beker. Twee jaar is dat geleden, maar het lijkt een eeuwigheid. Vorig seizoen ging het bergaf en streed geel-blauw een heel seizoen tegen de degradatie. In maart werd manager Jean-Marc Guillou ontslagen en dat luidde meteen de ontmanteling in van de Ivoriaanse kolonie op de Freethiel. Beveren trok in het tussenseizoen Walter Meeuws aan als trainer met de bedoeling van de Wase club opnieuw een familieclub te maken waarin de supporters zich konden herkennen. Minder buitenlanders, meer kansen voor de eigen jeugd, zo luidt binnenskamers het op zich lovenswaardige devies. Alleen moet daarvoor eerst nog een aantal overbodige buitenlanders aan de deur gezet worden. De Ivorianen voelen zich geviseerd. Enkele weken geleden maakte de club bekend dat Constant Kipre ‘Kaiper’, Alexandre Tokpa, Abdoulaye Diawara ‘Diabis’ en Herman Beugre ‘Pacheco’ tijdens de winterstop mogen uitkijken naar een andere club. Ze komen te weinig aan spelen toe, is de officiële uitleg. De spelers zelf voelen dat anders aan en verwijten de club een gebrek aan communicatie en respect. Het is duidelijk dat er iets gebroken is en dat ze de deur liefst zo snel mogelijk achter zich willen dichttrekken.

Gebrek aan respect

Kort voor de winterstop, op een koude en grijze middag, ligt de Freethiel er verlaten bij. Drie Afrikanen sloffen door de gangen naar de kantine : Kaiper, Tokpa en Diabis. Een week eerder hebben ze vernomen dat Beveren hen niet langer nodig heeft. Hadden ze het niet voelen aankomen ?

Kaiper : “Ik voelde het eigenlijk al aan van het begin van dit seizoen, maar ze hebben me officieel niks gezegd. Ik heb het nu zelfs moeten lezen op de website. Ze hadden ons vooraf moeten verwittigen maar dat is niet gebeurd. Een vriend vertelde me dat het op de site stond. Zoiets is toch niet normaal. Ik heb nog een contract tot het einde van het seizoen, maar ik zou liefst in januari vertrekken. Als een club – waar je je altijd goed hebt gevoeld – je niet meer wil, dan ben je beter af elders. Mijn manager is er volop mee bezig.”

Diabis : “Het is frustrerend om het zo te moeten vernemen. Dat doet pijn. We hebben uiteindelijk drie jaar lang de kleuren van Beveren verdedigd. Ze zijn niet verplicht om ons te houden, maar ze zouden wel wat meer respect moeten hebben. Wij zijn zwart, we accepteren dat, we hebben daar niet zelf voor gekozen, maar dat wil niet zeggen dat ze geen respect voor ons moeten hebben.” Hij is ervan overtuigd dat het niet zozeer met voetbalkwaliteiten, als wel met afkomst te maken heeft : “Wat anders ? De coach heeft daar nooit iets over gezegd, maar in het begin van het seizoen was ik titularis. Dan heeft hij me opeens uit de ploeg verwijderd, hoewel ik niet minder goed speelde dan voordien. Als het puur om het voetbal gaat, dan accepteer ik dat, maar ze moeten ons niet voor de gek houden. Ze zouden toch op zijn minst de echte redenen kunnen geven waarom ik niet meer speel.”

Tokpa maakte hetzelfde mee en ging naar de trainer om verhaal : “Een reden heeft hij me niet gegeven. Hij zei alleen dat er geen probleem was, dat het gewoon ging om keuzes die gemaakt werden en dat ze niet alle Afrikanen konden houden. Hij vertelde me dat hij me niet meer kon gebruiken en dat het beter zou zijn als ik nu al vertrok. Als ik niet meer mag spelen, dan vertrek ik inderdaad liever meteen. Ik ben een jonge voetballer, ik moet spelen om te kunnen evolueren. Maar ik ga niet om het even waar spelen. Vind ik nu geen andere club, dan doe ik gewoon mijn contract uit tot juni. Dan moest ik waarschijnlijk toch vertrekken, dus in zekere zin was ik er mentaal al op voorbereid.” Diabis sluit zich daarbij aan : “We zijn jonge spelers en we willen ons talent tonen, het publiek plezier verschaffen door wat we op het veld laten zien. Voetbal is onze passie, ons leven, dus moeten we kunnen spelen. Als je eens op de bank belandt, moet je dat wel kunnen accepteren. Bij grote ploegen als Real moeten zelfs topspelers soms op de bank zitten. We zijn hier niet bij Real maar we accepteren dat ook. We doen nog steeds alles wat ze ons opdragen, we komen naar de club, we blijven goed trainen. Maar het respect dat je geeft, verdien je ook terug te krijgen.”

Tokpa : “Ik heb met niemand een probleem. Ik respecteer iedereen, ook de mensen van het bestuur. Als we het terrein opkomen, dan geven we het beste van onszelf voor Beveren. Je strijdt voor de club die je in dienst neemt, dat is logisch. Als er dan iets gebeurt, dan moeten ze ons ook uitleggen wat er aan de hand is. In het begin van het seizoen zei de trainer dat hij iedereen nodig had, niet alleen maar elf spelers. Na een tijdje is dat veranderd en gaf hij te kennen dat hij me niet meer nodig had. Maar ik blijf me inzetten voor Beveren.”

Kaiper : “We zijn geen slechte spelers, dat is de reden niet. In andere clubs kijken ze welke spelers de ambities van de club het best kunnen waarmaken. Je selecteert normaal toch de sterkste spelers, onafhankelijk van hun afkomst of huidskleur. In Beveren is dat anders. Ze zijn hypocriet als ze ons niet de echte reden geven waarom we weg moeten.”

Spelplezier behouden

Een aantal Ivorianen zal niettemin in het Waasland blijven. Dat ze hier als broers onder elkaar leven, maakt het vertrek er niet prettiger op. Nochtans leggen ze zich daar vrij gemakkelijk bij neer. Zo zit het leven van een voetballer nu eenmaal in elkaar. Het zullen trouwens niet alleen de andere Ivorianen zijn die ze missen, ze hebben hier veel vrienden gemaakt.

Tokpa : “Beveren heeft ons echt geadopteerd. Toen we hier aankwamen, waren er veel Ivorianen, maar het publiek van Beveren stond achter de ploeg. Het maakte niet uit dat we allemaal zwart waren. Je voelde een eenheid tussen spelers en supporters. Zelfs voor een degradatiematch tegen Moeskroen zat het stadion vol. Alle ouderen en kinderen van Beveren waren hier om ons aan te moedigen. Vertrekken zal niet gemakkelijk zijn, maar als voetballer weet je dat je niet je hele leven op dezelfde plek zal spelen.”

Het is hen aan te zien dat ze ontgoocheld zijn, maar moeilijkheden maken een mens niet per se ongelukkig. Ze zijn ervan overtuigd dat ze hier sterker uit kunnen komen.

Diabis : “Om een sterke persoon te worden moet je moeilijke momenten doormaken. Alle grote voetballers zijn wel eens door een dal gegaan. We trekken ons op aan het plezier dat we hier gemaakt hebben, aan de mooie momenten zoals de UEFA-beker. We waren misschien jong en naïef, maar het was plezant.”

Tokpa : “Het leven wordt mede gemaakt door moeilijke momenten. Je moet daartegen reageren, je schouders eronder zetten. Dat vormt een mens. Je leert pas bij wanneer iets niet goed gaat. Ik maak een onderscheid tussen mijn professionele leven, wat het voetbal is, en mijn privéleven. Als ik bij mijn familie ben, dan telt het voetbal niet. Ik bel veel met hen en we hebben hier onze vrienden die ons een hart onder de riem steken.”

Tokpa en Diabis brengen de feestdagen door in Abidjan, bij de familie in hun geboorteland. Ideaal om het hoofd leeg te maken.

Diabis : “We gaan ons ginder twee weken amuseren en dan keren we vol goede moed terug. Ook als we alleen maar met de invallers spelen, zullen we het kopje niet laten hangen. We hebben met de invallers al alle grote clubs verslagen, dat bewijst toch dat we goed zijn én dat we hard blijven werken. Het is ook belangrijk dat we goed in vorm en opgewekt blijven. Zonder spelplezier kan je de scouts die je komen bekijken niet overtuigen.”

Dat zal nochtans hard nodig zijn, want van een geslaagde transfer hangt misschien de rest van de carrière af. Emmanuel Eboué mag dan wel naar Arsenal getransfereerd zijn, daar staat een heel aantal spelers tegenover die het niet zo goed vergaan is. Recente vertrekkers als hun landgenoten Secreto en Tia, of de Congolees Bikinda, hebben de grootste moeite om ergens onder dak te raken. Maar schrik hebben ze niet.

Tokpa : “Het zal voor hen ook wel in orde komen, ze vinden wel een club. Misschien ziet een scout ons bij de invallers spelen en wil hij ons. Maar niets is zeker in het voetbal, ook niet voor degenen die nu een basisplaats hebben. Ze kunnen zich blesseren en de rest van het seizoen aan de kant staan. Maar we moeten positief blijven. Ik ben christen, ik geloof in God en ik geloof dat God me zal helpen. Er zijn voorbeelden genoeg van jonge spelers die in één club verwaarloosd werden en dan opeens ontploft zijn bij een andere club. Er zal op deze wereld wel ergens een club zijn die ons kan gebruiken.”

Liefde, vrede en respect

Ten slotte mogen ze hun wensen uiten voor het nieuwe jaar. Diabis hoeft daar niet lang over na te denken : “Een club vinden, dat is op dit moment het belangrijkste. Daarnaast wens ik vrede in de wereld. Zonder vrede is er geen plezier en geen voetbal, voilà.”

Kaiper : “Ik hoop dat Beveren zich weet te redden en dat er respect is, dat er niets van rancune blijft hangen. Verder hoop ik dat voetballers beoordeeld worden op basis van hun talent en niet van hun huidskleur. De beste teams zijn immers gemengde teams. We moeten blijven strijden tegen het racisme.”

Tokpa : “Ik zou gewoon willen dat er meer liefde en respect is tussen de mensen. Dan zal de wereld beter worden.”

PETER MANGELSCHOTS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content