Je was niet echt een groot student ?

Helemaal niet. Ik was meer een handenarbeider, zoals ze bij ons zeggen. Tijdens mijn tuinbouwstudies hield ik me na schooltijd bezig met het aanleggen van tuinen. Vanaf mijn achttiende heb ik zes jaar in een bussenfabriek gewerkt. Ik was zeker niet iemand die graag achter de boeken zat, ook al had ik de leerstof vrij snel onder de knie. Mocht er geen voetbal zijn, was ik nu tuinbouwer. Ik deed het alleszins enorm graag. Je komt in de open lucht en het geeft een bevrijdend gevoel.

Auto’s zegden je lange tijd niets.

Tot ik in Duitsland ging voetballen. In Overpelt en Genk had ik er de financiële mogelijkheden niet voor en interesseerde het me weinig. Maar iedereen droomt wel eens van een mooie wagen. In Bielefeld kwam ik onder de indruk van het wagenpark. Iedere Duitser pakt daar graag mee uit en op den duur krijg je er ook zin in. Ik heb een voorliefde voor Mercedes. De nieuwe SL vind ik prachtig. Dan bedoel ik alleen het uiterlijk, want van de technische gegevens weet ik heel weinig af. Maar een Porsche blijft de droom. Je probeert de grenzen altijd te verleggen.

Wat bewonder je aan Anja ?

De kleine dingen, hé. Vooral het geduld dat ze kan opbrengen. Niet alleen voor de kinderen, maar ook voor het feit dat ik niet vaak thuis ben. We zijn ondertussen tien jaar getrouwd. Dan bestaat er toch een sterke band. Ze is ook altijd goed gezind. Wij gaan als echte positivisten door het leven. Vandaar passen we zo goed bij elkaar, zeker.

Je hield vroeger van new wave.

Klopt. Wij hebben alletwee nog met zwarte kleren rondgelopen. De haren omhoog en met een lange jas, zelfs in de zomer als het dertig graden was. Mijn moeder verklaarde ons vaak gek. Ik had veel cassettes met muziek van The Alarm, Sisters of Mercy en The Smiths. Dat was iets harder. We hadden zelfs onze eigen ingerichte bar, waar we heel onschuldig een pintje dronken en plezier maakten. Nu wordt die muziek nog zelden gedraaid. Meestal heb ik Radio Donna opstaan. Ik hoor van alles graag : Roxette, Live, zelfs Clouseau.

Is een gsm ook jouw favoriete speeltje ?

Het is veel verminderd sinds ik naar België terugkeerde. Maar het was goed om de tijd te doden. Als ik ’s avonds alleen in de wagen zat, gebeurde het wel eens dat ik anderhalf uur belde. Ik kan moeilijk zonder leven. Dat durf ik toe te geven.

Je was in Genk peter van de supportersclub De Stal. Wat moeten we ons daar bij voorstellen ?

Een heel gezellig café, waar veel plezier werd gemaakt. Ze konden altijd makkelijk twee bussen vullen. Ook de spelersvrouwen werden er echt in de watten gelegd. Anja ontving altijd iets bij haar verjaardag en we kregen bij mijn afscheid een fotoboek cadeau. Marc Hendrikx en nu Stefan Teelen namen mijn peterschap over.

Je bent een bierdrinker ?

In Duitsland dronk ik graag Weissbier, van het merk Erdinger. Iedereen die bij ons thuiskwam, heeft het moeten proeven. Ik drink graag een pintje, maar alleen op de juiste momenten. Je moet niet zat zijn om plezier te maken. Thuis gebeurt het wel eens dat we voor de gezelligheid een fles champagne kraken. ( Anja : “Ik vind de Fiero van Martini zalig. We hebben vaak ruzie wie Bob is. Meestal moet ik het onderspit delven.”)

Hecht je veel belang aan je uiterlijk ?

Och, nee. Ik sta niet vaak voor de spiegel. Het duurt geen drie minuten. Anja heeft het liefst dat ik er met een stoppelbaard bijloop. Anders zie ik er veel te jong uit, zegt ze. Het moet ruig zijn, hé. Ik wil er alleen fatsoenlijk en hygiënisch bijlopen.

Verzamel je iets ?

Net als mijn vader krantenknipsels, grote foto’s en ook videofragmenten van mezelf en de kinderen. Ook enkele truitjes van tegenstanders. Mijn pronkstuk komt van Alessandro del Piero, die woord hield na een interland en me aan de spelerstunnel opwachtte.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content