Samen met de Spanjaard Carlos Prendes (kajak) werd Jan De Brandt eind vorige maand door Vlaams minister van Sport Bert Anciaux ‘benoemd’ tot topsporttrainer, tot en met de Olympische Spelen van 2008.
Wat veranderde dat concreet voor de trainer van de nationale vrouwenploeg ?
Jan De Brandt : “Toen ik in mei coach werd van de nationale dames was dat nog een halftijdse betrekking. Mede door de goede resultaten werd dat in de loop van de maanden een fulltime bezigheid. Aan mijn takenpakket verandert op zich dus heel weinig – alleen werd nu alles duidelijk op papier gezet. Ik zal mij binnen de Vlaamse volleybalbond blijvend inzetten voor het damesvolleybal. Concreet wil dat onder meer zeggen : zoveel mogelijk trainingen aanbieden voor de internationals die niet professioneel kunnen werken bij hun club – uiteindelijk wordt er in België alleen bij Tongeren en Charleroi voldoende getraind -, de competitie van nabij volgen, de Belgische profs in het buitenland volgen, de meisjes-junioren in de volleybalschool begeleiden en klaarstomen voor de EK-kwalificatie in mei et cetera.
“Bloso en het BOIC geloven in het project dat de federatie opstelde voor het vrouwenvolleybal, met de organisatie van de EK-eindronde in 2007 als uitschieter. Daarom willen ze ons nu al zeker tot 2008 ondersteunen. We willen ons via het EK plaatsen voor de olympische kwalificatie. Om daarin een zo groot mogelijke kans te maken zouden we best zélf een kwalificatietoernooi organiseren. Ik besef uiteraard dat zoiets niet evident is : kandidaten genoeg en België kreeg al de eindronde van het EK toegewezen. Bovendien vergt een nieuwe organisatie ook een nieuwe financiële inspanning van de federatie.”
‘Een zo groot mogelijke kans op kwalificatie op de Olympische Spelen’, wat houdt dat in ?
“We weten : Europa is een heel moeilijk continent om je te plaatsen. Op dit moment komen we nog tekort tegen kleppers als Italië, Rusland, Azerbeidzjan of Polen – daar moeten we realistisch in zijn. Daaronder ligt het allemaal dicht bij elkaar. Mits een heel goed programma mogen we misschien wel mikken op dat vijfde of zesde kwalificatieticket. Voor 2007 werd al vooropgesteld dat we de groep drie maanden zouden samenbrengen. Ik wil dan ook benadrukken dat ik uitermate blij ben dat de omkadering binnen de Vlaamse volleybalbond bijzonder professioneel en gedreven werkt. Iedereen heeft hetzelfde doel voor ogen : het maximale halen uit elke speelster en hen ‘opvoeden’ tot echte professionals.”
Het talent is aanwezig.
“We beschikken over toppers die het waarmaken in Italië en Spanje, zoals Frauke Dirickx, Virginie De Carne, Liesbeth Mouha en Liesbeth Vindevoghel. Zij zijn de steunpilaren die omringd worden door een aantal talenten die momenteel in België aan de slag gaan, maar misschien ook de stap naar het buitenland zouden moeten zetten. Het is in elk geval belangrijk dat we de topspeelsters kunnen blijven motiveren om zich achter dit project te scharen.” l
roel van den broeck
