Donderdag en zondag spelen RC Genk en Standard twee onderlinge testwedstrijden om uit te maken wie straks in de Uefacup mag aantreden. Voor RC Genk is dat een onverwachte remonte.

Hoe schat je jullie kansen in ?

Jan Moons : “Op dit moment moet je dat zien als twee wedstrijden in de halve finale van de beker. We hebben, denk ik, zo goed als evenveel kans om Europa in te gaan. Je kan wel zeggen dat zij een goeie reeks hebben neergezet en vertrouwen halen uit de competitiewedstrijden, maar ze hebben toch een opdoffer gekregen op Oostende. Dus ik denk dat er niet veel verschil tussen ons zit.”

Hebben jullie een psychologisch voordeel ?

“Mwa… misschien, al moet je dat zeker niet overschatten. Het blijven twee wedstrijden waarin alles mogelijk is. Zeventig-dertig of zestig-veertig procent kans : ik weet het niet. We haalden maar één punt uit de twee competitiewedstrijden tegen hen ( 1-1 thuis en 1-0 op Standard, nvdr) maar we lagen daarin eigenlijk nooit onder en los van het resultaat deden we het op voetballend vlak goed. Zelfs al zijn we twee keer met tien man geëindigd.”

Wat leer je uit die onderlinge confrontaties ?

“Dat is eerder een vraag die je aan de trainer moet stellen. Ik zal in elk geval proberen geen rood te pakken ( lacht). De ene keer, thuis, was na anderhalf minuut al, de tweede keer, ginder, na een half uur ( grijnst). Maar het ligt allemaal anders nu : alles kan. Ook het stresseffect speelt mee. Je weet alleen niet wie er wat dat betreft het beste voor staat.”

Op momenten dat Genk het móest doen, lieten jullie het wel afweten : in de beker tegen GBA en in de uitwedstrijd tegen Standard, toen jullie over hen hadden kunnen springen in de stand.

“Maar wat ik onthoud, is dat we toen goed in de wedstrijd zaten, ondanks de slechte staat van het veld. En we zijn niet voorbij GBA geraakt, maar dat wil niet zeggen dat we niet beter waren. Het was wel, toegegeven, een van de weinige wedstrijden waarin we zo weinig kansen kregen. Van de twintig wedstrijden na de winter waren er misschien drie of vier minder. Tegen Standard hebben die uitsluitingen er bovendien veel aan gedaan. Die wedstrijden mag je eigenlijk niet in rekening brengen. De laatste weken haalden wij trouwens 19 op 21 en dat waren allemaal wedstrijden die we moesten winnen. Dus…”

Wat zijn jullie troeven ?

“Troeven… Je kan zoveel facetten bekijken, maar ik denk dat we allebei van nul starten. Het gaat een titanenstrijd worden.”

Standard heeft meer individueel talent. Akkoord ?

“Zij hebben misschien wel een aantal uitschieters, maar dat heeft Anderlecht in verhouding tot Club Brugge ook, maar Brugge is wel kampioen geworden. Standard heeft bewezen dat er na jaren weer eens een ploeg op het veld staat en dat speelt in hun voordeel. We spelen vanuit een goede organisatie met wat creativiteit naar voren toe, dus we moeten voor hen niet onderdoen, denk ik.”

Vaststelling is wel dat een paar van jullie creatieve spelers, Tom Soetaers en Orlando Engelaar bijvoorbeeld, net nu een mindere periode kennen.

“Het seizoen is lang geweest en je weet dat niet iedereen constant hetzelfde niveau kan aanhouden. Maar dat is een mes dat aan twee kanten snijdt.”

En zo wordt het na een hectisch seizoen toch nog een tof einde.

“Onvoorstelbaar, hé ( lacht). We halen deze competitie – het is al vaker gezegd – toch maar twee punten minder dan in ons kampioenenjaar. Het is misschien wel een hectisch seizoen geweest naast het veld en het is niet altijd even mooi geweest op het veld en daarom is het verrassend te noemen dat we toch weer voor Europees voetbal meedoen. Het enige minpunt is misschien dat er al verscheidene spelers tickets gekocht hadden om terug te reizen naar hun vaderland en die nu zullen moeten annuleren ( grijnst).”

door Raoul De Groote

‘Ik zal in elk geval proberen geen rood te pakken.’