VV Oostduinkerke, AS Oostende, Club Brugge, SK Beveren, Cercle Brugge, Sint-Niklase SK, VK Torhout, VV Kortemark, VV Westkapelle en FC Varsenare: 10 ploegen, verdeeld over acht reeksen. Niemand deed het hem voor. Jan Simoen (61), spits van eerste nationale tot en met vierde provinciale.

Mét succes. Met AS Oostende, voorloper van KVO, promoveert hij in 1973 naar tweede klasse, waarna groen-rood het seizoen erna meteen de poort naar eerste open beukt. Hij verteert de stap moeiteloos: 26 goals, alleen Alfred Riedl (28) van Antwerp doet beter. ‘Twee jaar erna, in 1977, werd ik met 20 goals weer tweede, na Swat Van der Elst. In de laatste match van het seizoen, uitgerekend in Oostende, maakte hij met Anderlecht zijn 21e doelpunt, waarna hij de rest van de match mandekking op mij heeft gespeeld.’ (lacht)

Meer dan 100 goals in het Albertpark, geboren als topschutter. ‘Van de oude stempel. (lacht) Soms 80 minuten onzichtbaar zijn en dan toeslaan, zoals Gerd Müller dat ook kon. Ik zag onlangs Divock Origi met Liverpool op het veld van Tottenham… (blaast) Negentig minuten lopen, moederziel alleen in de spits tegen een overmacht van verdedigers.’

Simoen verhuist in de zomer van 1977 naar Club Brugge, onder Ernst Happel twee seizoenen na elkaar ongenaakbaar. De concurrentie is een pak groter – Raoul Lambert, Jan Sørensen, Jan Ceulemans… – maar Simoen blijft scoren en vieren: 22 goals in 44 matchen, landskampioen in 1978, het jaar dat hij met blauw-zwart op Wembley tegen Liverpool de finale van de Europabeker voor landskampioenen verliest (1-0). Het waren zijn enige twee profseizoenen. ‘Via Marcel Deldaele, bestuurslid bij Club Brugge en patron van de Bank Brussel Lambert, kon ik twee jaar verlof zonder wedde nemen. Toen mijn contract bij Club niet werd verlengd, begon ik opnieuw parttime te werken.’ Hij zou tot zijn zestigste bij de bank, omgeturnd in ING, blijven maar voetbal bleef de rode draad door zijn leven.

In Beveren voetbalt hij aan de zijde van onder anderen Jean-Marie Pfaff, Erwin Albert en Bert Cluytens, na een teleurstellend seizoen hervindt hij bij Cercle Brugge het spelplezier, maar het jaar erop (1981) verbaast de 27-jarige spits: hij trekt naar Sint-Niklase SK, een club uit… derde klasse. Drie keer per week rijdt hij met zijn ex-ploegmaat Georges Leekens van Brugge naar het Waasland, samen schrijven ze een van de mooiste passages uit de geschiedenis van deKlaasjes. ‘Net als in Oostende promoveerden we van derde naar eerste klasse (1984, nvdr), waar ik uitgerekend tegen Club Brugge mijn 100e doelpunt in de hoogste afdeling scoorde.’

Maar de terugval is spectaculair. In 1987 degradeert de club naar vierde, de 34-jarige Simoen verkast naar VK Torhout, waarmee hij in vierde klasse in drie seizoenen om en bij de tachtig goals binnen tikt. Via Kortemark en Westkapelle zet hij in Varsenare op zijn 42e een punt achter zijn voetbalcarrière. ‘Zélf voetballen, ik mis het nog elke dag. Ik heb nog meer dan tien jaar een aantal clubs getraind – met heel veel plezier zelfs – maar ik was te bezeten. Als je gefrustreerd thuiskomt, dan kan je maar beter stoppen.’

Vorig jaar stond hij opnieuw aan de zijlijn, toen het ploegje (U15 Jong Male) van zijn kleinzonen op zoek moest naar een nieuwe trainer. ‘Training gegeven en een match of vier gecoacht, meer niet. Ik wil me niet meer engageren. Twee trainingen per week, in het weekend een match… Het hoeft niet meer.’

Hij wil nu genieten van zijn pensioen. ‘Drie keer per week maak ik een stevige boswandeling van anderhalf uur met mijn echtgenote. Tot voor twee jaar ging ik nog geregeld lopen, maar nu tennis ik liever. Twee, soms drie keer per week. Voetbal? Ik volg het via de kranten en de televisie. En als ik word uitgenodigd, dan ga ik nog eens kijken.’

DOOR CHRIS TETAERT

‘Zélf voetballen, ik mis het nog elke dag.’ – JAN SIMOEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content