Geen seconde, zegt Geert De Vlieger, heeft hij zich al beklaagd dat hij voor Willem II keept. Maar, zegt de doelman die net niet fit raakte voor de interland tegen Duitsland : ‘Het heeft er alle schijn van dat ik deze zomer vertrek.’

Zijn het de jaren die beginnen te wegen, of rust er een vloek op Geert De Vlieger en zijn vriendenkring ? Bart Goor brak zijn kuitbeen en werkt, pendelend tussen Berlijn en Brussel, aan het moeizame herstel ; Glen De Boeck revalideert van een kruisbandletsel – vrijdag nog gingen ze samen iets eten ; Gilles De Bilde denkt aan stoppen ; Johan Boskamp herstelt van een heupoperatie ; Yves Vanderhaeghe, ten slotte, vindt maar geen dokter die hem van zijn knieproblemen kan verlossen. En de keeper zelf raakte net niet fit voor de interland tegen Duitsland.

Neen, wie gezond wil blijven, loopt tegenwoordig best in een wijde boog om de bende heen. Bij hem gaat het om een slepende blessure net boven de achillespees.

Wat is het probleem ?

Geert De Vlieger : “Een klein scheurtje in het vlies. De eerste keer bleef ik veertien dagen aan de kant. Na de interland tegen Frankrijk speelde ik een wedstrijd tegen Feyenoord, maar ik herviel weer. Nu train ik alweer een tijdje. Eigenlijk had ik al onder de lat kunnen staan, maar de dokter raadde het me af. Voor een doelman is dit een vervelende blessure, omdat je constant op je voorvoeten staat waardoor je die plek voortdurend onder spanning houdt. Daarom wilde ik nu een realistische opbouw. Niks zo vervelend als een blessure. Het is soms afzien. Vaak breng je méér uren door op de club dan de andere spelers.”

Voel je dat je ouder wordt ?

“Neen. Ik denk dat dit gewoon pech is. Anderzijds worden de periodes van rust in je leven steeds schaarser. De voorbije twee, drie jaar kende ik heel weinig zomerrust. Komt het daardoor ? De voorbije jaren had ik in juni een toernooi als Euro 2000 of het WK, of late interlands en snel daarna al Intertotowedstrijden met Willem II. Mijn rust schoot er altijd bij in. Zonder fysieke voorbereiding dook ik van vakantie direct in de wedstrijden. Ideaal is dat niet. Ik slaap wel veel, ja, al jaren. (Lacht). Onlangs vroegen ze mijn zoontje op school wat papa deed. ‘Die slaapt twee keer per dag’, was zijn antwoord. Als ik van de training thuiskom, durf ik inderdaad ’s middags in bed te kruipen voor een siësta. Ik woon nog steeds in Lebbeke, dus ik leg behoorlijk wat afstand af naar Tilburg. Dat telt ook.”

Ben je een trainingsbeest ?

“Eigenlijk wel. Omdat ik het nodig heb. Ik heb mezelf nooit hét absolute talent gevonden. Mijn resultaten haalde ik uit de training. Ik kan de dingen nu wel iets beter inschatten, maar toch moet ik hard werken. Dat zal zo blijven.”

Mag Willem II tevreden zijn over zijn seizoen ?

“Eigenlijk wel. Tot voor kort waren we nog in de running voor een Europese plaats. Dat is mooi, gezien alle commotie van vorig seizoen. Een heleboel spelers waren einde contract vorige zomer en dus vertrok er kwaliteit. Daar kwam bij dat halfweg het seizoen de trainer opstapte om voor Feyenoord te gaan werken. Zo werd het moeilijk om hetzelfde te doen als de voorgaande jaren : constant in die subtop meedraaien. Toch hebben we dat gedaan.”

Neem je de trainer iets kwalijk ?

“Neen. Het raakte vrij vroeg bekend dat zijn contract niet zou worden verlengd. In de winterstop kwam die aanbieding en dan lijkt het mij logisch dat hij ze aanvaardt. Mark Wotte was een aparte trainer, maar ik kon best met hem opschieten. Ex-trainer van Jong Oranje, hij weet dus waar het over gaat. Een Rotterdammer ook, soms grootsprakerig, maar je wist wat je aan hem had. Chris Janssens had het daar moeilijker mee. Chris speelde ook niet altijd : hij was wat beperkt in het tactische stramien, rendeert misschien beter in een vrijere rol, opduikend voor de goal. Dat blijkt nu ook in Westerlo. Wat hij deed, deed hij goed, maar Chris wilde meer en dat kon niet bij Willem II.”

De trainer vertrok, Denny Landzaat vertrok, Chris Janssens werd niet vervangen. Heeft Willem II wel voldoende financiële armslag om ambities als subtopper te blijven koesteren ? Soms sta je te grabbelen in wat op een schietkraam lijkt.

“De club heeft geen tekort, maar evenmin ademruimte. De betalingen gebeuren stipt op tijd, maar de mogelijkheden zijn beperkt. Van de tien jongens die einde contract zijn, is het merendeel vertrokken of men wil ze weg. Tom Caluwé en een paar jonge jongens hebben hun contract verlengd, maar Bart Van den Eede is gehuurd en hij keert in principe terug naar NAC. Vorig jaar eindigden we als elfde, maar kwalitatief gingen we er in het tussenseizoen niet op vooruit. Dan kan je hopen dat er jonge jongens doorbreken, wat ook gebeurde, maar puur kwalitatief moet je vaststellen dat ploegen als Roda of Twente meer in huis hebben dan wij.

“Rond deze tijd voel je ook dat een bank begint mee te spelen om schorsingen of blessures op te vangen. Wij hebben nu wedstrijden waarvoor jongens zonder kostuum zich melden : dat betekent dat het gasten van het tweede zijn. Met zo’n elftal zijn we in Groningen gaan winnen, maar je weet dat het ook anders kan zijn. Ons budget bedraagt 9 à 10 miljoen euro en dat is de twaalfde begroting uit de eredivisie.”

Staat het nu vast dat jij deze zomer vertrekt uit Tilburg ?

“Er staat nog niks vast, maar zoals het er nu naar uitziet, heeft het er alle schijn van. Ik kijk uit de komende weken, het kan snel gaan nu. Qua duur deed Willem II me een interessante aanbieding, met ook nog iets voor na mijn carrière, maar qua invulling is het niet wat ik me voorstel. En de afstand tussen beide standpunten lijkt me niet overbrugbaar.”

Feynoord koos voor Gabor Babos van NAC. Teleurgesteld ?

“Dat verhaal dateert al van vorig jaar. Er was een periode dat ik contact met hen had, maar tussen contacten en contracten ligt meer dan één lettertje… Ik word nu weer her en der geciteerd, maar tussen dat en concrete onderhandelingen…”

Guus Hiddink zou namens PSV gezegd hebben dat je te weinig ervaring hebt.

“Ik denk ook niet dat het over mij ging, maar over Maikel Aerts van RBC en DennisGentenaar van NEC. Hiddink heeft gezegd dat hij iemand wil, die weet wat het is als er 40.000 mensen op de tribune zitten.”

Dus Geert De Vlieger ?

“Neen. Ik denk dat er voor die plaats heel wat kandidaten zijn. Oké, ik ben international én einde contract, dat zijn troeven. Maar ik kan nog niet de keuze maken die ik wil. En met hangende zaken ben ik niks, dat heeft het verleden me geleerd. Ik had een persoonlijk contract met Club Brugge enkele jaren geleden, maar de clubs raakten het niet eens en dus was ik er niets mee. Van wat ze nu precies van plan zijn in Brugge, heb ik geen idee : het is er heel stil. Kijk, je kan hier nog wel meer ploegen aan me voorleggen, maar wat moet ik ermee ? Jacques Lichtenstein coördineert alles. Veel managers bellen me, maar ik stuur ze allemaal door naar hem. De meesten denken toch alleen maar aan wat ze eraan kunnen verdienen.”

Welke videobeelden mogen geïnteresseerde clubs van je zien ?

“Ze moeten vooral naar alles kijken. (Grijnst.) Misschien laten we de eerste helft van de vriendschappelijke match in Polen beter weg, maar de rest mogen ze zien. Ik heb 41 interlands gespeeld en heb iets van : beoordeel me daar maar op, want aan zoveel interlands kom je niet als je het niet kan.”

Welk beeld hebben ze van jou in Nederland ?

“Het beeld van een doelman bij een subtopper. Ik kreeg heel veel lof tijdens mijn eerste jaar, maar dat is logisch als je nieuw bent – dat merkte ik ook in Beveren en Anderlecht. Het tweede jaar keken ze wat meer naar wat ik niet kan. Na drie jaar is hun mening nu min of meer gevormd. Dan zie of lees je ze denken : hij heeft zijn gebreken, maar hij staat in de nationale ploeg en hij blijft er staan, dus wellicht is hij niet zo slecht. Ik heb mijn stijl ontwikkeld. Er is een tijdje de kritiek geweest dat ik me te weinig laat gelden in de lucht. Maar intussen heeft iedereen dat toch min of meer aanvaard. Je werkt er wel aan, maar je stijl verander je niet meer.

“Er bestaan geen perfecte keepers. Niet dat ik zit te juichen als ik in de Champions League een doelman over de bal zie duiken, maar ook de allerbesten hebben hun gebreken. Als er Kahn iets overkomt, heb ik iets van : oef ! Zijn fout in de WK-finale was niet zo groot als werd geschreven, maar al het goede voordien was óók niet zo goed. Mij zal je niet snel zien zweven als ze me bejubelen, precies omdat ik dit weet.”

Zou je verder hebben gestaan, mocht je niet voor Willem II, maar voor een andere, sterkere competitie hebben gekozen ?

“Dat is heel hypothetisch. In 1999 stopte mijn Anderlechtverhaal, dus moest ik in het jaar voor Euro 2000 op zoek naar een goede ploeg waar ik met het oog op de nationale ploeg aan spelen toe kwam. Door voor Willem II te kiezen kreeg mijn carrière een mooie wending, want na het EK werd ik eerste doelman. Er lagen ook mogelijkheden in een andere competitie, maar de vraag was of ik daar zou spelen. Dat was niet duidelijk. Kortom : tot vandaag heb ik geen seconde spijt gehad van mijn keuze.”

De Rode Duivels nemen het nu op tegen Duitsland. Welke conclusies trok jij uit het vorige duel tegen Frankrijk ? Gewogen en te licht bevonden ?

“Misschien wel. Zij hebben alles en slagen er ook in om daar een goede mix van te maken. Anders word je geen Europees of wereldkampioen. Op hun motivatie viel niets aan te merken. Als ze dit niveau kunnen vasthouden, zijn ze voor mij straks weer favoriet voor de Europese titel.”

Waren de Rode Duivels te braaf in de duels ?

“Ik denk dat we soms gewoon de kans niet kregen een fout te maken. Wat me vooral opviel, was dat hun voetballend vermogen in de kleine ruimte héél groot was. De balcirculatie was zo snel, dat je amper fouten kon maken.

“Toch kan ik me wel iets voorstellen bij die analyse. Het was één van de eerste keren dat we met deze ploeg aantraden. In dat opzicht vind ik de oefenwedstrijden die er nu aankomen goed. We beseffen weer dat we het misschien wel goed deden tegen ploegen als Bulgarije of Kroatië, maar zij zijn niet de top. Frankrijk, Spanje, Nederland, Duitsland : dat is toch een klasse beter. Maar mijn gevoel is dat we ook tegen die landen altijd wel wat kunnen creëren, dankzij het collectief. Stevigheid in de duels, onverzettelijkheid, dat is een kwaliteit die er komt eens er meer maturiteit of vastigheid in de ploeg is. De bedoeling is dat we bij de start van het volgende seizoen voorbereid zijn op tegenstanders als Spanje en de andere kleppers uit onze kwalificatiegroep voor het WK. Iedereen doet minnetjes over Servië, maar ik ken Kezman – en zo zullen er nog wel een paar rondlopen. Wíj weten dat wel, maar leg het de mensen maar een uit.”

Tegen Frankrijk dwong de ploeg nauwelijks doelkansen af. Wegen de Rode Duivels te licht voorin ?

“Dat hoorde je ook al na de heenmatch tegen Kroatië, maar nadien ging het wél. Je krijgt geen vijf of tien mogelijkheden per interland. Je krijgt niet de ruimte die je wil. Met Sonck en Buffel lijkt het nogal snel dat we fysiek wat te licht uitvallen, omdat hun tegenstanders geregeld een kop of twee groter zijn. Maar ik denk dat we aantreden met onze beste spitsen. Zij hebben andere troeven : behendigheid, snelheid. In principe is het de bedoeling dat we centraal met een ruit spelen, met twee verdedigers en twee middenvelders. Zij vormen het blok. Afhankelijk van hoe goed wij zijn en hoe sterk de tegenstander, kunnen we meer brengen naar voren. Tegen Frankrijk was dat niet evident, we zien wel in de wedstrijden die nu volgen.

“We hebben al een tijdje geen targetman meer. BrankoStrupar was de laatste. BobPeeters was amper fit, EmileMpenza is snelheid en CédricRoussel is ook niet de echte targetman. Maar we hoeven niet zo voorspelbaar te zijn : de middenvelders op de flanken kunnen voor verwarring zorgen en de flankverdedigers kunnen bijsluiten. In principe zijn we helemaal niet zo statisch en gemakkelijk te verdedigen.”

Derde conclusie : een aantal spelers was voor de interland tegen Frankrijk niet in vorm bij hun club. Dat dreigt zich nu voor de match tegen Duitsland te gaan herhalen.

“Dat vind ik een te gemakkelijk excuus. Als je ziet wat Jelle Van Damme bracht tegen Frankrijk, terwijl hij qua matchritme toch lager stond dan het vriespunt, met amper vijftig minuten speeltijd dit seizoen bij Ajax. Brugge heeft een zwaar programma, dat klopt. Maar we gaan toch proberen er in Duitsland het beste van te maken.”

Erwin Lemmens, keepend bij Espanyol Barcelona, vindt het tijd worden dat hij zich eens kan tonen.

“Zo zijn er wel meer. Ik begrijp dat Erwin graag in de nationale ploeg wil spelen : ik doe dat ook graag (grijnst). Ik kan alleen maar zeggen : hij heeft gelijk om het te willen, want het is leuk.”

Moeten we iemand die titularis is in de Primera División, hoger aanschrijven dan de doelman van een subtopper in Nederland ?

“Het zal zo wel niet zijn, anders had Erwin al lang gespeeld. Ik heb geen zin in die polemiek, ik verwijs alleen maar naar de voorbije interlands. Dan voel ik me, ik zeg niet : op mijn gemak, maar ik ben er best tevreden over. Ik denk dat het ook klikt met Frédéric Herpoel. Zoals ik hem bezig zie, is hij de beste doelman in de Belgische competitie. We hebben raakpunten op veel vlakken : de manier waarop we met de dingen omgaan, hoe we naar een situatie kijken. Hij weet goed wat hij wil, hoor, en is er ook terecht bij.”

door Peter T’Kint

‘Er bestaan geen perfecte keepers. Als er Kahn iets overkomt, heb ik iets van : oef !’

‘Ik begrijp dat Erwin Lemmens graag in de nationale ploeg wil spelen : ik doe dat namelijk ook graag.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content