Voetbal is een spel van twee helften, zeggen de Engelsen. Dat besef leefde dit jaar ook heel sterk bij de voetbalbond en zijn secretaris-generaal Steven Martens. De eerste helft van 2014 verliep als een sprookje, maar tijdens het WK in Brazilië kantelde het beeld. Het imago van de KBVB liep de voorbije maanden deuk na deuk op.

Ruim drie jaar geleden verruilde Steven Martens (50) het tennis voor het voetbal. Hij liet meteen een nieuwe wind waaien in het Glazen Huis op de Houba de Strooperlaan en de voetbalbond floreerde als nooit tevoren. Het succes van de Rode Duivels ging hand in hand met flitsende promotiecampagnes en de aftandse organisatie oogde plots sexy. Iedereen was duivel of tenminste supporter van de Rode Duivels.

Wonderman Martens werd na het WK door de buitenwereld hier en daar plots echter neergezet als een zakkenvuller en kon in eigen huis pas vorige week een personeelsstaking afwenden. Tot overmaat van ramp lieten ook de Rode Duivels steekjes vallen in de jongste partijen, zodat de vierde plaats op de FIFA-ranking wat van zijn glans verloor.

Martens ontvangt ons in zijn riante kantoor op de derde verdieping van het bondsgebouw. Business director en rechterhand Bob Madou schuift op het laatste moment aan, maar zal zich vooral op zijn smartphone concentreren.

Hoe ziet de sportieve jaarbalans er voor u uit?

Steven Martens: “Dit was een van de beste jaren ooit. Je mag je niet laten leiden door je meest recente emoties. We hadden verwacht tegen Wales te winnen. Dat het slechts een gelijkspel werd, mag ons denken niet beïnvloeden. De aanloop naar het WK verliep voorbeeldig en in Brazilië wonnen we al onze wedstrijden op de kwartfinale tegen Argentinië na.

“De kwalificatiecampagne voor Euro 2016 verloopt op Wales na volgens schema. Er is dus geen man overboord. Het is nog wat zoeken naar een speelstijl, maar qua resultaten mogen we niet klagen. De uitstraling van het Belgisch voetbal is wereldwijd nooit zo groot geweest. We worden in veel landen gezien als innovator en trendsetter. Ons voetbal wekt internationaal overal interesse. Iedereen vraagt zich af hoe het komt dat zo’n klein land zo veel goede spelers telt.”

Toch was het ook voor de Duivels een jaar met ’two halves’. Al in Brazilië borrelde de eerste kritiek op.

“Sinds het WK worden we anders beoordeeld. Als nummer vier op de FIFA-ranking zijn we niet langer de underdog van vroeger. Er moet meer gescoord worden en vooral uit stilstaande fases. We moeten bij wijze van spreken elke match met minstens twee goals verschil winnen.

“Het sportieve is mijn dada niet, maar ik geloof dat dit het logische gevolg is van het succes. De verwachtingen worden bijgesteld en de media gaan dingen zien, die er misschien wel een beetje zijn maar die enorm uitvergroot worden. De coach kan dit niet meer of traint te weinig op dat. Alles wordt tot ver buiten zijn proporties opgeblazen.”

De teneur in een aantal media is dat de bondscoach niet voldoende inhoud heeft om een groep van dit niveau te leiden. Staan jullie daarbij stil?

“Uiteraard denken we daarover na. In het leven van voetbalcoaches is niets eeuwigdurend. Marc Wilmots heeft een contract van vier jaar. Wij beraden ons over wat ons te doen staat op het moment dat die verbintenis afloopt en als er onderweg iets gebeurt.

“Wij proberen goed te kijken en te luisteren, maar veel wordt overdreven. Wat dan weer zijn invloed heeft op de bondscoach. Die is ook maar een mens, die de mening van iedereen moet verwerken en uiteindelijk beslissingen moet nemen. Dit is eigen aan een sport als voetbal en zeker aan de nationale ploeg. Het is niet alleen in België zo. In ieder geval, wij hebben geenszins het gevoel dat we moeten optreden.”

In de recente uitspraken van Courtois en De Bruyne lazen de media kritiek op de bondscoach. Een onterechte conclusie?

“Ik heb contact met de spelers en praat ook met hen die met de selectie samenleven. Het is een onterecht gevoel. Een uitspraak na een match wordt aan een aantal zaken geknoopt en zo ontstaat een verhaal. Courtois zegt iets na een match en De Bruyne heeft net zijn boek uit en dat wordt aan elkaar geplakt. Ik lees dingen, terwijl ik weet dat die mensen zo niet in elkaar steken. Nogmaals: er wordt veel opgepompt.”

Het lastigste dossier

Wat het personeelsverloop betreft, hoeft de pers niet te overdrijven. Zien we daar ook dingen die niet terecht zijn?

“Een aantal bemerkingen is terecht. Laat ons daar eerlijk in zijn. Dat een sportieve staf regelmatig beweegt, is echter niet abnormaal. Maar je mag geen optelsom maken. Het vertrek van iemand met een logistieke taak heeft niet dezelfde impact als dit van de verantwoordelijke voor het medische aspect.

“Soms gebeuren er dingen waar wij ook vragen bij hebben en dan gaan we daar met de coach over in gesprek. De eindverantwoordelijkheid ligt echter bij hem en wij zullen hem altijd steunen.”

Extrasportief is het verhaal van een ‘game of two halves’ misschien nog meer van toepassing. Tot en met WK was het één lange goednieuwsshow. Nadien is dat beeld behoorlijk bijgesteld.

“Dat klopt. Zeer jammer, omdat we er nooit zo goed hebben voorgestaan als nu: sportief en als organisatie. De structuur van de bond is nog nooit zo duidelijk geweest. De financiële inkomsten zijn groter dan ooit. Het nationaal voetbalcentrum staat weer in de steigers. Qua digitalisering en service staan we een heel eind verder. Het ledenaantal steeg met 30 à 35.000 in drie, vier jaar. De meeste sporten hebben niet eens zo veel leden. Er zijn bijna evenveel vrouwen die voetballen als hockeyers in ons land en die sport is de jongste jaren geëxplodeerd.

“Er zijn enorm veel positieve zaken gebeurd, maar tegelijkertijd hebben we het imago van geldverkwister, wanbeheerder en glaciale peoplemanager opgespeld gekregen. Als gevolg van een beperkt aantal dossiers, die alles overschaduwen. Jammerlijke dossiers, laat me daar duidelijk over zijn. Een aantal mensen grijpt die fouten echter aan omdat ze hun eigen betrachtingen niet gerealiseerd zien.”

Wat bedoelt u?

“We halen een EK naar Brussel, ook al zijn we de enige van de 32 kandidaten die geen concreet stadion heeft. Dat positieve verhaal wordt omgebogen tot iets negatiefs, iets concurrentievervalsends. Ook daarbij wordt veel mist en onduidelijkheid gespuid. Een beperkt aantal dossiers wordt aangegrepen om te stellen dat het allemaal ‘shambels‘, één rotzooi, is. Dat doet pijn.”

Zullen we eens langs de wanklanken fietsen? Het begon met de camping in Brazilië.

“We wilden de beleving die er was bij de fans in het Koning Boudewijnstadion overplanten naar Rio de Janeiro. Dat bleek te ambitieus, want Brazilië is Europa niet. Belgen zijn bovendien geen kampeerders. Daarom werd de opzet uitbesteed aan een Nederlandse organisatie. Onze goede bedoelingen om de trouwe supporters iets aan te bieden, hadden een hele hoop negatieve gevoelens tot gevolg.”

Eenmaal thuis volgde de hotelafrekening. U hebt nooit duidelijk gemaakt waar het precies over ging.

“Op een bepaald moment werden er packages aangeboden, inclusief vlucht en hotel. De spelers kregen de kans voor hun familie te boeken. Daarna is dit dossier slecht beheerd geweest. Meer kan ik niet kwijt. Als ik dat doe, kan dat tegen ons worden gebruikt in een aantal lopende geschillen. Er zijn cijfers genoemd die voor discussie vatbaar zijn, maar ik kan daar niet verder op ingaan. Vast staat dat het om heel wat geld gaat en dat het dossier slecht beheerd werd. Door wie staat nog ter discussie, maar het heeft wel al het positieve overschaduwd. Het is ook onze fout, wij zitten daar ook voor een stuk tussen. Maar niet als enige. Ik zou het graag eens helemaal uitleggen, maar dat kan helaas niet.”

Het is wel duidelijk bij wie de schuld ligt, want jullie hebben iemand ontslagen.

“Dit is een dossier dat door de leden van de raad van bestuur is behandeld. Zij moeten het management beoordelen en hebben hun keuze gemaakt. Wat perceptie betreft, is dit het lastigste dossier van allemaal.”

Een bediende moest weg en de zwaargewichten bleven zitten. Dat is het beeld dat werd gecreeerd.

“Het beeld van wanbeleid.”

Was dit dan geen wanbeleid?

“Ik kan er echt niet meer over zeggen. Heel ambetant. Niet dat ik niet wil, maar het gaat tegen mij of mijn organisatie gebruikt worden.”

Bonussen

Door het hoteldossier werden de bonussen een item. Het verhaal deed al voor het WK de ronde, maar niemand deed er aanvankelijk wat mee.

“Het woord bonus doet me terugdenken aan de financiële malaise van de banken in 2008. De beurscrash, de banken die failliet gingen en de managers die toch nog hun bonus kregen. Vanaf toen is het woord bonus een heel gemakkelijke ‘binnenkopper’ bij Jan met de pet.

“Het frappeert me dat het zo’n item is in het voetbal. Als er één sport is waar er per punt wordt betaald en er dus eigenlijk bonussen zijn voor spelers, trainers en staf in functie van de resultaten, dan is het wel het voetbal. Dat er managers zijn die bij het realiseren van transfers een percentage opstrijken, is evenmin ongebruikelijk. Maar als het gaat over het beheren van een organisatie dan wordt dat niet meer zo gezien.

“Het is een heel gemakkelijke aanval. Het enige wat ik daarover wil zeggen is: wij hebben een contract genegotieerd en de raad van bestuur heeft dat ondertekend. Er werd gezegd: wij kunnen u dat betalen en als u bepaalde targets haalt, kunnen we u daar en daar nog een bepaalde incentive voor toekennen.”

De indruk bestaat nu dat de bonussen worden teruggeschroefd.

“De bonussen liggen vast in functie van wat er op papier staat. Wij hebben een contract en dat wordt gerespecteerd.”

Bob Madou laat even zijn sms’jes voor wat ze zijn en vult aan. “Wat ons het meest stoorde, is niet het feit dat er over een bonus werd gepraat of over de grootte daarvan. Ik denk dat de bedragen fair zijn en gekoppeld aan prestaties en doelen. Op een bepaald moment werd echter geopperd dat we die aan ons zelf uitkeerden.”

Steven Martens weer. “Dat kunnen we formeel ontkennen. Dat was het tweede verhaal: de directie kent zichzelf een aantal bonussen toe. Ik ken niets toe. Het enige wat ik doe, is mijn mensen evalueren en mijn evaluatie aan de voorzitter geven.”

De kritiek van de kant van sommige clubleiders is dat de commerciële resultaten meer te danken waren aan de prestaties van de Rode Duivels dan aan het werk van de directie.

“Een clubleider mag en kan in het voetbal zijn mening verkondigen. De raad van bestuur zegt niet op het einde van het jaar: jullie hebben goed gewerkt, want dat en dat verwezenlijkt. Nee, aan het begin van het seizoen wordt er gezegd waar we op worden geëvalueerd. Als je zegt dat we meesurfen op het succes van de Rode Duivels is dat zeker waar. Dat de conjunctuur een rol speelt bij het behalen van resultaten, geldt ook in het bedrijfsleven.”

U gaat wel strikter gecontroleerd worden.

“Dat is een ander verhaal en heeft niets met de bonussen an sich te maken. We hebben onze organisatie fundamenteel hervormd en waren eind vorig seizoen klaar om anders te gaan functioneren. Die striktere controle was voorzien. Gelukkig, want zo kunnen we meteen van start gaan.

“Als ik keuzes moet maken die boven een bepaald bedrag gaan, leg ik die voor aan de raad van bestuur. Dat was al zo voorzien en ik vind dat fantastisch. In het verleden moest ik soms bepaalde beslissingen nemen waarvan ik hoopte dat iedereen akkoord zou gaan.”

U beschouwt die extra controle niet als een motie van wantrouwen?

“Integendeel. Alles lag vast en ik voel me daar vrij goed bij. Ik voel me meer ingedekt en de beslissingen worden gedragen door iedereen. Ook de afvloeiingen, hoe jammer ook voor een aantal mensen, waren al lang geleden beslist.”

Inkomsten en uitgaven

U had het daarstraks over meer financiële inkomsten dan ooit. Bij de Pro League klinkt een heel ander geluid. De bond boekte vorig jaar twee miljoen euro winst, maar de inkomsten stegen met zestien miljoen euro. Kortom, de uitgaven waren veel te hoog.

“Dan komen we terecht in de discussie over de taken van de voetbalbond. Als het onze opdracht is zo veel mogelijk winst te maken en uit te keren dan verschillen we van mening. De Pro League is een belangenvereniging van zestien clubs en verdedigt de belangen van die clubs ten opzichte van de overige verenigingen. De Pro League verkoopt de commerciële rechten van haar competitie en de doelstelling daarbij is commercieel zo veel mogelijk centen te genereren.

“De bond heeft een heel andere insteek. Wij moeten de competitie organiseren voor onze clubs en zijn verantwoordelijk voor de algemene ontwikkeling en promotie van de sport. Dat betekent dat we voor kwaliteitsvolle trainers en spelers moeten zorgen en de clubs zo goed mogelijk moeten ondersteunen. Bij die clubs bestaan grote verschillen. Er is een heel grote groep die werkt met veel vrijwilligers en een klein groepje profclubs, dat een heel andere soort van behandeling nodig heeft.

“Vroeger hield de bond zich vooral bezig met de organisatie van de competities. De ontwikkeling van de sport stond voor ons van meet af aan voorop. Het staat in onze visietekst van 2011 ingeschreven als strategische intenties. Voor bijvoorbeeld kwaliteitsvolle scheidsrechters en de uitbouw van het vrouwenvoetbal moet je niet alleen de organisatie verbeteren, maar ook durven investeren. We moeten het geld dat we genereren op een of andere manier weer in het voetbal steken en dat hebben we ook gedaan.”

Bob Madou komt opnieuw tussen. “Dat van die zestien miljoen extra omzet en twee miljoen winst is een kort-door-de-bochtredenering. Als je je omzet verhoogt dankzij subsidiëring dan staat daar automatisch een uitgave tegenover. Als de Waalse vleugel wordt opgericht, moet je met dat geld bij wijze van spreken onmiddellijk twaalf man aanwerven. Die extra inkomsten worden niet zomaar omgezet in winst.”

Martens neemt de draad opnieuw op. “Het draait én om een verschillende visie op de ontwikkeling van de sport én om de link tussen inkomsten en uitgaven. Koken kost geld. Je krijgt van de overheid geen geld om niets te doen.”

Niet alleen bij de profclubs bestaat er onvrede, ook het amateurvoetbal roert zich. Er is zelfs sprake van een opstand van de Waalse provincies. Hoe verklaart u dat?

“Het is onderdeel van een opstand van het middenveld, dat gevormd wordt door de provinciale voorzitters. Het beslissingsrecht over het personeel en het aanwenden van subsidies ligt, wat het amateurvoetbal betreft, bij de vleugels. De provinciale secretariaten staan onder contract bij die vleugels. De provinciale voorzitters worden verkozen door hun provinciaal comité en hebben historisch altijd het gevoel gehad dat die secretariaten van hen waren. Juridisch is dat niet zo. Als de raad van bestuur van hun vleugel een beslissing neemt, wordt die boven hun hoofd genomen en dat vinden ze niet fijn. Je kan het vergelijken met de regering-Michel, die beslist de pensioenleeftijd op te trekken en de vakbonden die zeggen dat dit boven hun hoofd gebeurt. Als er bij die provinciale voorzitters dan een paar vocalen zitten die toegang tot de media hebben dan krijgen die een platform.”

De Franstaligen hebben het gevoel niet meer mee te tellen. De acht directeurs van de bond zijn allemaal Vlamingen. Hebben ze geen punt?

“Naar perceptie toe is dat inderdaad lastig, maar bij het aanwerven van mensen werd steeds voor een objectieve procedure geopteerd. Bijna alle directeurs zijn door een headhuntersbureau gescreend. Het enige wat telde, was competentie en taalvaardigheid. Al die mensen werden aangenomen door mij en onze toenmalige personeelsdirecteur, een Franstalige. Daartegenover staat dat onze bondscoach Franstalig is, net als de bondscoach van de beloften. Ook daar hebben we altijd voor de meest geschikte kandidaat gekozen.

“De Franstalige vleugel ontwikkelde zich wat later dan de Vlaamse en moet dringend een voltijdse directeur aanstellen. Dat zou al meteen iets meer Franstalige kleur geven aan de directie.”

DOOR FRANÇOIS COLIN EN JACQUES SYS

“De uitstraling van het Belgisch voetbal is wereldwijd nooit zo groot geweest. We worden in veel landen gezien als innovator en trendsetter.”

“We moeten het geld dat we genereren op een of andere manier weer in het voetbal steken en dat hebben we ook gedaan.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content