Terwijl de rest van de Europese topclubs worstelt met schulden, is er in Turijn bij Juventus sprake van financiële voorspoed. Directeur Luciano Moggi, de ongekroonde koning van de Italiaanse voetbalmarkt, onthult het geheim achter het succes.

Hij kon twee keer zoveel verdienen bij Juventus, maar Pavel Nedved schoof het contract koeltjes terzijde en tekende een nieuwe, gedevalueerde verbintenis met Lazio Roma. “Omdat lichtblauw en wit nu eenmaal zijn clubkleuren zijn, zo liet hij ons weten”, zegt Luciano Moggi. Op zo’n moment zouden andere clubs waarschijnlijk hevig beledigd zijn geweest, maar de directeur van Juve reageerde tegenovergesteld. “Juist toen wist ik dat Juventus er alles aan moest doen om Nedved in te lijven. Voor deze jongen gaat het niet om geld. Naar dergelijke spelers zoeken wij.”

Nedved is inmiddels aan zijn tweede seizoen bezig in Turijn en speelt de pannen van het dak. Moggi weet wat hij wil en krijgt meestal zijn zin. Voor de buitenwereld is voormalig aanvaller Roberto Bettega het uithangbord van Juventus. De vice-voorzitter ziet er goed uit, vierde als spits triomfen in het zwart-wit gestreepte shirt en is daarom een uitstekende ambassadeur voor de club. Het beleid van Juventus wordt echter slechts gemaakt door één persoon : Luciano Moggi. Hij werkte eerder voor stadgenoot Torino, was technisch directeur van AS Napoli toen Diego Maradona daar successen vierde, nam in 1995 trainer Marcello Lippi vanuit Napels mee naar Juventus, en samen veroverden ze Europa.

Moggi is de spin in het web van de Italiaanse transfermarkt. Hij geldt als een fenomeen dat bekend staat om zijn schijnbewegingen waarmee hij concurrenten op het verkeerde been zet. Nadat bondscoach Giovanni Trapattoni onlangs hevig ter discussie kwam te staan, gingen in Italië zelfs stemmen op geen vervanger aan te stellen maar een soort technische commissie die de selectie moest samenstellen. Aan het hoofd daarvan kon slechts één man staan : Luciano Moggi.

De directeur van Juventus is dan ook de man die ondanks het vertrek van Zinedine Zidane – de Franse vedette stapte in de zomer van 2001 over naar Real Madrid – erin is geslaagd een ploeg neer te zetten die vorig seizoen de Italiaanse titel veroverde en deze jaargang behoort tot de favorieten voor het winnen van de Champions League. Bovendien is Juve een van de zeldzame clubs in het Europese topvoetbal, die dat heeft bereikt zonder in de rode cijfers te komen.

“Dat komt doordat we drie jaar geleden al analyseerden dat het voetbal afstevende op een financiële crisis”, legt Moggi uit. “De inkomsten en kosten waren op dat moment nog gelijk, maar toen reeds konden we schatten dat de inkomsten zouden dalen. We hebben daarom meteen onze politiek aangepast en zijn ons gaan richten op het aantrekken van toptalent. Slechts voor een aantal sterren of grote aankopen van wie we écht overtuigd waren, was nog plaats. Zo heeft Juventus de kosten teruggebracht.”

Dat klinkt heel eenvoudig, maar hoe moeilijk is het een dergelijk beleid vast te houden als er tegelijkertijd topprestaties worden verlangd?

Luciano Moggi : Je kunt niet altijd winnen als je met jonge jongens speelt. Maar dat risico is het waard, omdat we erin geloven. Bovendien beperk je het risico als je precies weet naar wie je zoekt en wat je wilt. Neem een jonge speler zoals Marcelo Zalayeta. Hij was nog niet rijp toen hij hier kwam, werd verhuurd aan Sevilla en nu stáát hij er. Een negentienjarig talent zoals Ruben Olivera heeft al meegespeeld in de Champions League. Als je dat soort jongens laat rijpen op het juiste niveau en alleen de heel goede jeugd neemt, verklein je het risico.

Concurrenten zoals Internazionale en AC Milan trekken intussen de ene na de andere wereldster aan.

Daar maak ik me geen zorgen over. Wij hoeven heus niet alle wereldsterren in een ploeg te verzamelen. Juve kijkt altijd naar het karakter van de speler, naar zijn achtergrond. Het is geen toeval dat wij juist Nedved hebben aangetrokken en al drie jaar achter deze speler aanzaten. Nedved was de beer, het ijzeren hart van Lazio, iemand die hecht aan de clubkleuren en niet aan geld.

Als wij aan een ploeg bouwen, doen we dat volgens een bepaalde filosofie. We creëren eerst een modelauto met alle noodzakelijke voorwaarden. Dat is onze basis : spelers die de boel sturen en het juiste karakter hebben, die nooit opgeven en de rest meenemen met een fantastische wedstrijdmentaliteit. Zoals Gianluigi Buffon, Ciro Ferrara, Paolo Montero, Edgar Davids, Pavel Nedved, Alessio Tacchinardi… Als dat je basis is, kun je jonge jongens gaan inpassen, terwijl voetballers met exceptionele capaciteiten zoals Alessandro Del Piero dan pas écht renderen. Want zonder die basis zullen ook die anderen niet functioneren.

Alessandro Birindelli (Empoli), Antonio Conte (Lecce), Alessandro Del Piero (Padova), Mark Iuliano (Salernitana), Gianluca Pessotto (Torino), Paolo Montero en Alessio Tacchinardi (beiden Atalanta) zijn allemaal afkomstig van middelmatige clubs, maar groeiden bij Juventus uit tot toppers. Nu gebeurt dat weer met Mauro Camoranesi van Verona. Met welk oog kijken jullie naar spelers ?

Heel veel clubs kijken naar de naam van een speler, maar dat zegt ons helemaal niets. Camoranesi speelde vorig seizoen met Verona twee keer tegen ons en beide keren heeft hij ons bijna in z’n eentje naar de slachtbank geleid. Verona degradeerde echter met Cameronesi. Wat heb ik gedaan ? Ik deed net of ik Eriberto van Chievo wilde kopen, zoals heel Italië achter die speler aan zat. Zo heb ik de aandacht afgeleid van Camoranesi, want dié wilde ik hebben. Camoranesi is jong, speelde in een slecht elftal maar was toch altijd de beste, hij werd dus niet geholpen door zijn omgeving. Hij is klein, maar wint alle duels. Bovendien doet hij altijd iets bijzonders. Kortom, de perfecte speler voor Juventus.

Wat weten jullie van een speler alvorens hem aan te trekken ?

We weten alles ! We weten niet alleen hoe hij speelt, maar we weten ook hoe hij traint. We zorgen ervoor dat we zijn achtergrond kennen : wie zijn de ouders, wat is het karakter ? Daarna praten we met hem en zo krijgen we een idee of die speler zou kunnen passen in de ploeg.

Scout Juventus overal ?

In principe wel, maar natuurlijk werk ik vanuit een concept. Mijn voorkeur gaat uit naar Europese voetballers. Dan heb je geen problemen met jetlags rond doordeweekse interlands. Uiteraard is er wel ruimte voor uitzonderingen. Toen ik manager was van Napoli, heb ik bijvoorbeeld heel lang getwijfeld over Antonio Careca. Ik wist niet of iemand met een Braziliaanse mentaliteit wel zou kunnen slagen in het Italiaanse voetbal. Daarom heb ik Careca drie maanden lang laten volgen in Brazilië. Op de trainingen en in het dagelijks leven, om te kijken of hij een serieuze prof was.

Gaat dat niet wat ver ?

Waarom ? Je praat over investeringen van vele miljoenen ! Dan moet je zo zeker zijn als mogelijk is. Nou, Careca hebben we genomen en hij werd een grote speler. Maar in principe richt ik me op Europeanen. Fransen hebben bijvoorbeeld bewezen zich niet alleen aan te passen, maar zich ook te verbeteren.

Dat gaat inderdaad op voor alle Franse spelers van Juventus, zoals Michel Platini, Didier Deschamps, Zinedine Zidane en David Trezeguet. Een uitzondering is Thierry Henry. Hij is nu een van de topspitsen in Europa, maar kon bij Juve nooit zijn draai vinden.

Aah, Henry… Thierry is een van de weinige spelers die ik met tegenzin heb verkocht. Zijn goede prestaties bij Arsenal verbazen me namelijk niets. De potentie had hij ook in Italië, alleen de omstandigheden waren voor hem niet goed en zouden ook nooit goed voor hem wórden. Kijk naar het spel van Arsenal. Dat is countervoetbal in een competitie waar de verdedigers bovendien veel ruimte weggeven. De kwaliteiten van Henry zijn daar uiterst geschikt voor. Juventus speelt echter pressing en de Italiaanse verdedigers geven geen enkele ruimte weg. De kwaliteiten van Henry kwamen daardoor niet tot hun recht in Italië.

Heeft Juventus een bepaalde cultuur van opleiden of scouten jullie specifiek op posities ? Ajax is bekend om zijn vaste manier van spelen en weet daarom precies welke kwaliteiten voor een bepaalde positie vereist zijn.

Nee, wij hebben geen vast systeem. Het voetbal verandert voortdurend en de tactiek ook. Daar moet je op inspelen in de opleiding en in de scouting. Dus zoek je naar polyvalente voetballers. De trainer moet namelijk van systeem kunnen wisselen en niet vastzitten aan één manier van spelen. De manier van Ajax is niet de manier van Juventus.

Uit de opleiding van Juventus komt echter zelden of nooit een voetballer die rechtstreeks de stap naar het eerste elftal kan maken.

Dat heeft met het niveau te maken. Wij leiden de spelers wel op, maar daarna sturen we ze naar bijvoorbeeld Bologna om ze te laten rijpen. Juventus moet elke wedstrijd winnen en speelt op een te hoog niveau om jonge talenten de ruimte te geven te leren van hun fouten. Het verschil tussen het tweede en het eerste elftal is zó groot, dat ze daarom een tussenstop moeten maken en dus in Bologna moeten leren spelen om de punten. Ik geef wel eens een premie aan een club als een voetballer bij hen een aantal wedstrijden kan spelen. Dat noem ik een economische premie. En verder krijgen die clubs op die manier een grote speler in huis die ze anders nooit kunnen betalen.

U heeft vorig seizoen een trainer teruggehaald die eerder veel succes had met Juventus. Heeft u daarmee geen groot risico genomen ?

Nee. Ik ken Lippi door en door, had hem al meegemaakt in Napels en heb hem niet voor niets daar weggehaald. Lippi kan als geen ander een groepsgeest creëren. Ik weet hoe hij denkt, wat hij voelt, hoe hij zal handelen. Lippi is een trainer die altijd achter zijn spelers zal staan en niet plotseling gaat roepen : ‘we hebben te weinig kwaliteit’. Hij bewaakt altijd de eenheid van de club. Vorig seizoen was er in april veel druk en veel kritiek op Lippi, maar de club is hem blijven steunen. Wij geloven in Lippi, we hebben samen een beleid en een concept ontwikkeld. Daar moet je dan achter blijven staan. Als een club dat niet doet, dan valt het hele concept in elkaar. Iedereen is van elkaar afhankelijk.

De kern is dat je blijft geloven in je eigen ideeën. Als ik had moeten luisteren naar anderen, dan had ik drie jaar geleden al moeten stoppen. Wanneer je eigen beleid faalt, hoef je alleen jezelf wat te verwijten. En wanneer het goed gaat, pluk je daar ook de vruchten van. Dat doen we dus nu. Wij zijn drie jaar geleden deze weg ingeslagen en nu wordt voor iedereen duidelijk waar we mee bezig zijn. Je kunt alleen een eigen identiteit ontwikkelen als je je eigen plan trekt en je niet door anderen laat vertellen wat je moet doen. Zolang ik hier algemeen directeur ben, is dat het beleid. Ik vraag slechts om twee dingen : samenwerking en loyaliteit. Ik geef aan het team, en het team geeft aan mij. Ik geef aan de club, en de club geeft aan mij. Wie die mentaliteit niet kan opbrengen, hoort hier niet thuis. Dan ben je het niet waard het shirt van Juventus te dragen.

door Taco van den Velde

‘Juve kijkt altijd naar het karakter van de speler.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content