Lierseverdediger Michael Nnaji en Westerloaanvaller Patrick Ogunsoto hebben er tot nog toe een gelijkaardige levensloop op zitten. ‘Hard werken en bidden’, zijn ze het roerend eens, ‘vormen de sleutels tot succes.’

De begroeting tussen de Nigeriaanse boezemvrienden verloopt bijzonder hartelijk. “Bawoni, hoe gaat het ?” luidt Nnaji’s logische eerste vraag, waarna zich meteen een heftige dialoog in het Yoruba, een van de vijf courante talen in Nigeria, afsteekt. Het is opmerkelijk hoe fel de uiterlijke frivoliteit van Patrick Babatunde Ogunsoto, zonnebril en geblondeerd kopje, contrasteert met de ernst die zijn landgenoot Michael Nnaji uitstraalt. Ook de eerder introverte inborst van Nnaji botst met het extroverte karakter van Ogunsoto, maar toch zijn het vooral de treffende gelijkenissen die bij de 23-jarige Nigerianen in het oog springen. Nnaji en Ogunsoto kennen elkaar zolang ze zich kunnen herinneren. Het tweetal groeide samen op in eenzelfde buurt van de metropool Lagos, de dichtstbevolkte stad van Nigeria. Als getalenteerde tieners besloten ze hun voetbalgeluk elders te beproeven. Nnaji vertrok richting Tunesië om er uit te komen voor Espérance, terwijl Ogunsoto aanvankelijk voor het Griekse Paniliakos opteerde.

Patrick Ogunsoto : “In een stad als Lagos word je snel opgemerkt, er lopen onnoemelijk veel scouts. Michael was zestien toen hij vertrok, ik zeventien. Een harde beslissing ? Misschien, maar in Nigeria is het simpel, als je iets wil realiseren moet je er weg, you have to walk out. Mijn vrienden miste ik niet echt, we hielden contact en keerden telkens in dezelfde periodes terug naar Nigeria voor vakantie. Ik trainde thuis nog regelmatig samen met Michael en andere ‘Europeanen’.”

Het is mede door Nnaji’s gunstig advies dat Ogunsoto uiteindelijk in ons land belandde. “Ik heb nog alles te bewijzen,” stelt de aanvaller nederig, “maar België kan een springplank naar de grote Europese competities worden.”

Talent uitbuiten

Was het sinds jullie kindertijd een droom om furore te maken als voetballer ?

Michael Nnaji : “( glimlacht) Eigenlijk wilde mijn moeder dat ik zou studeren. Mijn oudste broer zit in de chemie en ook mijn jongere broer en zus studeren, maar ik vond dat mijn talent vooral op het voetbalvlak lag. Die capaciteit wil ik ten volle aanwenden. Als het even kon, was ik altijd met het spelletje bezig, dikwijls speelde ik op straat met Patrick en enkele andere vrienden. Ik was in die tijd een absolute fan van Stephen Keshi. Misschien dat ik na mijn carrière weer mijn studies oppik, maar nu is het focussen op het voetbal.”

Patrick Ogunsoto : “Voor mij was studeren nooit echt een optie, het bestaan van profvoetballer trok me geweldig aan. Als kind keek ik constant naar wedstrijden op televisie, Romário was mijn idool. Ook naar vedettes uit eigen land keek ik enorm op, vooral de kunstjes van JayJay Okocha bevielen me. Trouwens, voetballer worden was een logische keuze : ik wilde geld verdienen en ik voelde dat dat het best via het voetbal zou lukken. Mijn vader is overleden, ik voel me verantwoordelijk voor het welzijn van mijn moeder en zussen.”

Zit het voetbaltalent in de familie ?

Nnaji : “We zijn met vier kinderen thuis, drie jongens en één meisje, maar alleen mijn jongste broer voetbalt. Hij is doelman. Je moet het in zijn context bekijken : in een Afrikaans land zit die voetbalgekte er traditioneel ingebakken, maar het is niet zo dat we bij ons thuis louter over voetbal praatten.”

Ogunsoto : “( lacht) Ik heb alleen maar vijf zussen, ik ben dus de enige thuis die voetbalt. Mijn vader speelde ook professioneel, via hem kreeg ik het voetbal ingelepeld, maar om de een of andere reden wilde hij vermijden dat ik in het wereldje terecht zou komen. Hij wilde een ingenieur van me maken.”

Wat vinden jullie op het sportieve vlak sterke punten van elkaar ?

Nnaji : “De statistieken spreken voor zich, als een aanvaller scoort, doet hij zijn werk. Peter ( Utaka, nvdr) krijgt kritiek omdat hij weinig scoort voor Westerlo, terwijl ik hem degelijk vind spelen, maar doeltreffendheid is nu eenmaal niet zijn grootste kwaliteit. Wat Patrick betreft, vind ik vooral zijn startsnelheid en kopkracht troeven.”

Ogunsoto : “Michael is door zijn gestalte goed in de lucht, hij is tactisch sterk en moeilijk van de bal te zetten, erg lastig voor een aanvaller om tegen te spelen. Ik vind hem vrij compleet als verdediger, wellicht maakt hij nog een mooie carrière. Of de mensen hem kennen in Nigeria ? Absoluut, alle Nigerianen die in Europa spelen zijn iconen, we komen voortdurend in het nieuws.”

Kunnen jullie gewoon over straat lopen in Lagos ?

Ogunsoto : “De mensen kennen je en ze weten gegarandeerd dat je komt, ( lacht) laatst zette ik een pet op, want door mijn geblondeerde haar zien de fans onmiddellijk dat ik het ben. Ik speelde voor Julius Berger, dat is een van de grootste clubs van het land. Jay-Jay Okocha, Sunday Oliseh, Taribo West, heel wat grote namen startten er hun carrière. De mensen in Lagos verwachten nu ook veel van mij.”

Nnaji : “De supporters zijn benieuwd hoe het ons vergaat in Europa, maar dat is hier hetzelfde : jullie volgen de prestaties van de Belgen in het buitenland ook op. Ik weet wel dat het in Afrika vuriger verloopt dan elders : de mensen zijn gelukkig omdat jij het maakt in Europa. Ze willen je allemaal komen omhelzen.”

Balans zoeken

Verliep de aanpassing aan de Belgische levenswijze vlot of kenden jullie integratieproblemen ?

Nnaji : “Ik ondervond weinig problemen, bijna alle mensen spreken meerdere talen. In Lier kon ik me met Engels probleemloos uit de slag trekken. Het feit dat ik continu in een gastgezin verbleef, vergemakkelijkte ongetwijfeld mijn aanpassing, dat familiale aspect is toch belangrijk. Ik zou me een stuk moeilijker geïntegreerd hebben als ik alleen op een hotelkamertje had verbleven. Neen, het weer, het voedsel, ik had het er nooit moeilijk mee. Ik ben zelfs nog nooit ziek geweest sinds ik in België ben en dat is nu zes jaar ! Het gezin waarbij ik verbleef, leerde me veel praktische dingen, zoals een sjaal dragen in de winter en honing drinken in je thee, om keelproblemen te voorkomen.”

Ogunsoto : “Vrienden hadden me vooraf gewaarschuwd dat het hier erg koud zou zijn, dat ik moeilijk zou kunnen aarden. Ze hadden het mis ! Ik ben hier drie maanden nu en ik voel me perfect gelukkig. In Griekenland kende ik amper andere Nigerianen ( lacht), in België is het alsof ik thuis ben. Je komt er overal landgenoten tegen. In Antwerpen stootte ik op kennissen van wie ik niet eens wist dat ze in België verbleven. Michael is als een broer voor mij en ook Bobsam ( Elejiko,nvdr) komt uit dezelfde buurt in Lagos. Trouwens, ik kan eventuele moeilijkheden wel aan, ik ben hier niet met vakantie, ik ben hier om te werken.”

Voetbal is een job, geen veredelde hobby ?

Ogunsoto : ( verbaasd) “Natuurlijk, het is een job als een andere. Je moet de nodige professionaliteit vertonen. Met mijn laatste Griekse club, Ergotelis, trainden we maar één keer per dag, telkens ’s avonds. Maar omdat ik ervan hou om ’s morgens te trainen, oefende ik dikwijls extra, op mijn eentje. Daarom ben ik zo gek op de Belgische mentaliteit : terwijl een Griekse prof ’s morgens rond acht uur op zijn dooie gemak in het café een koffie drinkt, wil de Belgische prof die tijd liever in de gymzaal spenderen. Ik denk ook zo, Afrikanen krijgen soms het etiket ‘ laid back’, maar dikwijls onterecht. Als we naar Europa komen, willen we er alles aan doen om te slagen, want het biedt een uitweg, voor de speler zelf én voor zijn familie. Noem me één Afrikaanse speler die er niet het maximum uit wil puren, ik ken er geen enkele. Voor alle Afrikaanse spelers is voetbal een job. De dag dat ik zeg dat voetbal mijn hobby is, ben ik geen prof meer.”

Nnaji : “De cultuur waaruit Patrick en ik komen, is er een van werken en bidden, dat zijn de enige twee wegen die leiden naar succes. Nigerianen zijn niet relaxed, voor wie gezond is en inspanningen wil leveren, liggen er mogelijkheden. De meeste mensen in Lagos delen die mentaliteit. Ik ben voetballer, dus ik moet eten, slapen en veel rusten, zo leef ik, zelfs als ik op vakantie ben in Nigeria.”

Is de westerse wegwerpcultuur niet soms frustrerend voor Afrikanen ?

Nnaji : ( denkt) ” One man’s meat is another man’s poison, een bekend Engels spreekwoord, betekent dat datgene wat aangenaam of nastreefbaar is voor de ene, verwerpelijk of ongewenst kan zijn voor de andere. Je kan een cultuur niet veroordelen op basis van één aspect. Ik vind niet dat alles goed is in Afrika, net zoals ik niet alles goedkeur wat in Europa gebeurt. Je moet de goede culturele aspecten bijhouden en de slechte weggooien. Ik mix de Afrikaanse en de Europese cultuur en kom voor mezelf tot een evenwicht. Het is goed voor Europeanen om eens naar Afrika te gaan, om een andere kant van het leven te zien. Al is het maar enkele weken, het is ongetwijfeld leerrijk. Ik kan me aanpassen : als ik naar Rome ga, gedraag ik me als een Romein, in Nigeria als Nigeriaan en in België als Belg. Je moet culturen respecteren.”

Carrière plannen

Religie neemt duidelijk een belangrijke plaats in binnen jullie levens, vinden jullie er motivatie in ?

Ogunsoto : “Absoluut, ik ga elke vrijdag naar de kerk, ook hier in België. Ik heb dat nodig : even herbronnen, ingetogen en dankbaar zijn voor wat je hebt.”

Nnaji : “Religie is belangrijk, je moet de macht van God erkennen. Ik bid elke dag tot Hem voor vergiffenis, ik put er kracht uit, ja. Voor een wedstrijd bid ik ook voor winst. Wat als de tegenstander ook bidt ? ( lacht) Geen idee, maar ik ben er vast van overtuigd dat het helpt.”

Keren jullie na jullie carrière terug naar Nigeria, of blijven jullie in Europa ?

Nnaji : “Ik wil hier best blijven, het enige wat ik echt uit Nigeria mis, is mijn familie. Maar intussen heb ik hier al een soort nieuwe ‘familie’ opgebouwd, ook die mensen liggen me nauw aan het hart. Ik mis de zon niet, neen. Sterker, ik kan de felle hitte niet eens verdragen. Ik zou best hier kunnen wonen en louter voor vakanties terugkeren naar Nigeria.”

Ogunsoto : “Ergens voel je wel de drang om je te settelen en een gezin op te bouwen, maar of dat nu in Nigeria gebeurt of hier, dat blijft me gelijk. However, dat zijn zaken voor later, nu focus ik alleen op het voetbal.”

Wat zijn jullie ambities voor de toekomst ?

Ogunsoto : “Een mooie carrière maken en een video die dit alles samenvat, zodat ik het later aan mijn zoon kan tonen. Ik vind het belangrijk dat je na je actieve loopbaan iets tastbaars overhoudt, iets dat de mensen toont wie de voetballer Patrick Ogunsoto was. Dit seizoen wil ik vooral doelpunten maken voor mijn team, daar sta je als aanvaller toch voor. ( lacht) Bobsam zei me dat ik uit vreugde na een goal nog meer loop dan tijdens de match zelf. Doelpunten maken me gelukkig. Na mijn eerste treffer in België ging ik dadelijk onze coach omhelzen, hij heeft me tenslotte naar hier gebracht. De Super Eagles, ons nationaal elftal, is ook een droom, maar gesteld dat de Belgische bondscoach sneller is en me wil laten naturaliseren, waarom niet ? National team is national team. Ik zou best voor de Rode Duivels willen spelen, dit is mijn tweede thuis nu.”

Nnaji : “Ik ben gelukkig, maar ik heb de ambitie om hogerop te raken. Niet om dure wagens te kopen of om in overdreven luxe te baden, maar om tevreden te zijn over mezelf. Geld is belangrijk en wie rijk is, moet dit ook niet verbergen, vind ik. Vergelijk het met een vrouw die zwanger is, dat kan je ook niet wegsteken. Je mag goed leven, maar je moet je geld niet overboord keilen door het onnodige te kopen. Gesteld dat ik ooit écht rijk ben, dan besteed ik mijn geld aan datgene wat ik belangrijk vind, ziekenhuizen, liefdadigheid, dat soort initiatieven.”

BERT BOONEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content