‘Je moet mentaal sterk zijn om met Vanhaezebrouck samen te werken’

© PHOTONEWS

Hij speelde meer voor Erdogan dan voor Leko, het heeft niet geholpen dat hij dezelfde makelaar heeft als Vanhaezebrouck, hij wil nu met Kortrijk bewijzen dat hij niet toevallig twee keer topschutter in de competitie was. En hij praat. Voor het eerst verklaart hij zijn contrastrijke ervaringen in Gent en Brugge.

Jérémy Perbet zal in december 33 lentes tellen. En – nauwelijks overdreven – evenveel clubs op zijn cv. JP heeft steeds iets te vertellen. Deze zomer bracht hij twee maanden door in Brugge. ‘Een mislukking’, zoals hij het noemt. Bij Kortrijk, dat hem voor één seizoen huurt, wil hij er weer staan. De enige (quasi) zekerheid vandaag: over acht maanden gaat hij weer ergens anders heen. Wat hij overigens niet leuk vindt. Een Ronde van België-interview, met etappes in Spanje en Turkije.

Charleroi, Tubize, Lokeren, Mons, Gent, Brugge, Kortrijk: dit is je zevende club in België. Probeer je een record te vestigen?

JÉRÉMY PERBET: ‘Oh nee, echt niet. Het is niet iets waar ik trots op ben. Het is ook niet noodzakelijk negatief. Het was door een samenloop van omstandigheden dat ik zo vaak van club ben veranderd. Ik dacht bijvoorbeeld dat ik drie jaar in Gent zou blijven, maar ze verwezen me na een seizoen naar de B-kern, ik had dus niet veel keuze, ik moest weg. We weten dat het deze zomer in Brugge niet geweldig ging, daar heb ik zelf besloten om te vertrekken. Nochtans heb ik altijd stabiliteit gewild, ergens minstens twee of drie jaar willen doorbrengen. Nu, als je in tweede klasse bij Tubize zit en een club als Lokeren belt je, is het normaal dat je erheen gaat. In Lokeren had ik een ernstige blessure en Mons wilde me, dan ben ik naar daar gegaan. Daarna belde Villarreal me, ik kon niet weigeren. Dan kwam Turkije met een enorm contract. Nog iets dat ik niet kon weigeren. Daar ging het wat minder goed op het veld, dus ben ik naar Charerloi teruggekeerd.’

Zo’n groot contract terwijl het om Basaksehir, een kleine Turkse club, ging?

PERBET: ‘Ja, een kleine club die vanuit tweede klasse promoveerde. Maar die gefinancierd werd door Recep Tayyip Erdogan, en dat verandert alles! Hij wilde er zijn eigen club van maken, er was heel veel geld, het was het begin van een groot project met een nieuw stadion en een nieuw trainingscentrum. Erdogan kwam soms naar onze wedstrijden kijken. Basaksehir wilde uitgroeien tot een hoofdrolspeler in de Turkse competitie. Ze wilden dat ik hun steraanvaller werd en dachten dat mijn transfer hen kon helpen om goede spelers aan te trekken. Maar goed, ik herhaal het, het is niet echt gelopen zoals ik het wilde.’

Dikste contracten

Wat voor contract had je in vergelijking met België?

PERBET: ‘In vergelijking met België? … Maar er is geen enkele club in België die mij had kunnen betalen wat ik daar betaald werd! Ik had het equivalent van de dikste contracten in Anderlecht. Behalve dan dat hier de bedragen bruto zijn, terwijl in Turkije alles netto is. Eigenlijk wilde ik Villarreal niet verlaten. Ik heb daar niet alle wedstrijden gespeeld, maar ik zat goed. De club wilde dat ik bleef, ik wilde echt doorgaan in de Liga, we gingen Europees spelen. Het was een prachtige tijd. Ik wist dat als ik Spanje ging ruilen voor Turkije, ik heel veel zou verliezen op sportief vlak. Maar toen de Turken hun derde bod deden, met steeds hogere bedragen, gaven de Spanjaarden me een boodschap in de zin van: ‘We willen je niet verkopen, maar denk erover na. Je wordt dertig, het is echt een megabod.’ Er komt een moment dat je realistisch moet zijn!’

Er is iets opvallends aan je parcours in België. Alles ging goed in Charleroi, Tubize en Mons. Aan de andere kant had je het moeilijk in Lokeren, Gent, Brugge en nu Kortrijk. Het lijkt erop dat Wallonië voor jou gemaakt is en Vlaanderen jou niet past.

PERBET: ‘Mijn Vlaams parcours begon in Lokeren, en op dat moment in mijn carrière was ik mentaal nog niet klaar om een coach als Peter Maes te accepteren. Hij reageerde heel vaak overdreven. In je hoofd moet je heel sterk zijn. Bovendien was er mijn knieblessure die me drie maanden aan de kant hield. En het team draaide, dus dat werd echt heel moeilijk voor mij. In Gent daarentegen had ik een heel eervol seizoen. Mijn bilan is daar heel goed. In zijn discours is Hein Vanhaezebrouck misschien niet zo imponerend als Peter Maes, maar je moet ook mentaal sterk zijn om met hem te werken. Ik denk dat ik geantwoord heb. Ik heb elke keer dat hij me liet spelen, gepresteerd. Ik heb doelpunten gemaakt. In de competitie en ook Europees. Ik heb niet één training gemist. Ik heb altijd gevochten. En ik werd gewaardeerd door het publiek. De supporters zagen toch dat ik geregeld beslissend was als Vanhaezebrouck me vertrouwen gaf.’

Einde verhaal

Waarom klikte het menselijk niet met hem?

PERBET: ‘Hij staat niet heel dicht bij de spelers, hij is Felice Mazzu niet! Maar dat stoorde me niet. Wat mij ontgoochelde, was zijn beslissing om mij uit te sluiten van de stage. Voor wie liet hij me doorgaan? Voor een kerel die de kleedkamer verziekt. Een beetje respect alsjeblieft… Een jaar eerder had hij mij gebeld om uit te leggen dat hij wilde dat ik bij Gent zou tekenen. En dan was er de manier waarop die beslissing over de stage werd genomen. De dag voor het vertrek, om elf uur ’s avonds, word ik via mail op de hoogte gebracht. Ik heb nooit ruzie gehad met Vanhaezebrouck, er was eenvoudigweg geen dialoog. Ik werd niet speciaal geviseerd hé. Zo was het met de overgrote meerderheid van de kern. Als hij een interview geeft, lijkt hij misschien een groot communicator, maar zo gaat het er niet dagelijks aan toe. Maar goed, nogmaals, het was voor mij niet echt belangrijk. Je moet je altijd kunnen aanpassen aan de persoonlijkheid en de methodes van je coach.

‘Als ik iets negatiefs heb op te merken over Gent, dan is het die fameuze mail en hun beslissing om me naar de B-kern te sturen. Ik ben geen broekje van twintig meer. Alles had anders kunnen worden geregeld. Als Vanhaezebrouck me gewoon had verteld dat hij me niet meer nodig had en dat het beter was om weg te gaan, zou ik dat begrepen en aanvaard hebben. Hij had me met de profgroep kunnen laten werken tot ik een nieuwe club vond. Vooral omdat we dezelfde makelaar hebben, Mogi Bayat. Je moet ook weten dat ik zes maanden voordat ik naar de B-kern werd gestuurd, een fabelachtig bod uit Dubai had moeten weigeren. Vanhaezebrouck had gezegd dat hij op me rekende en dat ik moest blijven. Ergens was dat een goede zaak. Maar uiteindelijk heb ik niet veel meer gespeeld.’

Denk je niet dat Vanhaezebrouck in Gent aan het einde van een cyclus was gekomen en dat de gemiste seizoensstart te voorzien was?

PERBET: ‘Ja, je voelt dat soort dingen. De leiders van het team waren niet meer honderd procent, ze hadden meer negatieve dan positieve ideeën. Gent is als derde geëindigd vorig seizoen, dat was goed, maar de groep en de coach waren aan het einde van een verhaal gekomen. Er trad een zekere vermoeidheid op.’

Vandaag is iedereen het eens: Vanhaezebrouck zal in Anderlecht een omwenteling teweegbrengen. Geloof jij daarin?

PERBET: ‘Als de spelers meegaan in zijn manier van werken, kan dat alleen maar marcheren. Hij is een heel goede trainer, hij is tactisch erg sterk en hij zal misschien iets leren uit zijn fouten. In Gent dreef hij de spelers tot het uiterste, het lijkt erop dat hij zichzelf ondertussen wat in vraag heeft gesteld.’

Valse noot

Nooit gedacht dat het feit dat jullie dezelfde makelaar hebben, jullie relatie kon herstellen?

PERBET: ‘Nee, natuurlijk niet. Dat heeft er niets mee te maken. In die driehoek heeft Vanhaezebrouck bewezen dat hij volledig onafhankelijk blijft, en dat is goed. Dat bewijst dat hij een heel groot iemand is met een zeker ego…’

Op het moment dat Brugge komt, denk je dan dat het uiteindelijk een goede zaak is dat je niet op stage bent vertrokken? Je zet een stap vooruit, je krijgt een mooi contract, je zegt publiekelijk dat je misschien eindelijk een eerste collectieve trofee zult winnen. Maar uiteindelijk pakt het niet…

PERBET: ‘Het is een valse noot, ja … Ik zit in de B-kern van Gent als mijn telefoon rinkelt, Ivan Leko. Hij praat bijna een halfuur lang met me, hij presenteert me iets positiefs, hij zegt duidelijk dat hij me wil. Jammer genoeg voor mij, en misschien gelukkig voor Club, keert Abdoulay Diaby sneller dan verwacht terug uit blessure, Wesley herstelt sneller dan voorzien van zijn hersenvliesontsteking. Mijn eerste match, tegen mijn vroegere Turkse club, is niet goed. Naar het beeld van heel de ploeg. Jelle Vossen begint te spelen en scoort. En Dennis, die als wissel op de toekomst wordt aangezien, groeit al snel uit tot een potentiële basisspeler. Leko zit met vijf spitsen voor twee plaatsen, en bovenal is er de Europese uitschakeling. Het is met het oog op Europa en een loodzware kalender dat Brugge een ruime kern wou. Op dat moment weten we snel dat er maar één match per week zal zijn. Het bestuur vraagt me niet om weg te gaan, Leko vraagt me niet om weg te gaan, maar iedereen beseft dat een uitleenbeurt in mijn geval waarschijnlijk de beste oplossing is. Ik ben realistisch over mijn kwaliteiten, mijn profiel. Als ik de andere spitsen van Brugge zie, zeg ik niet dat ik niets te claimen heb, maar het zijn goede spitsen, dat hebben ze bewezen en ze blijven het bewijzen. Misschien had ik er twee of drie moeten scoren in de enige officiële match die ik speelde, om vandaag in een totaal andere situatie te verkeren. En ik weet al dat ik over een jaar nog eens van club zal moeten veranderen…’

Leko onder druk

Je zou het Leko kwalijk kunnen nemen. Hij vraagt je om te tekenen en laat je helemaal niet spelen.

PERBET: ‘We hebben al lange tijd een bevoorrechte relatie, dat gaat terug tot onze tijd samen in Lokeren. We kwamen daar al goed overeen. Toen hij me belde, vertelde hij me dat hij zich de mentaliteit herinnerde die ik had toen we samen speelden, de manier waarop ik alles gaf op de trainingen, terwijl het niet eenvoudig was met Peter Maes. Hij vertelde ook dat hem was opgevallen hoe blij ik vorig jaar in Gent na elke goal was. Hij zei: ‘Om nog zo te zijn op jouw leeftijd, met jouw carrière, na veel geld te hebben verdiend … Dat hebben we nodig in Brugge.’ Toen ik deze zomer niet speelde, zat hij wat te balen. Maar je moet dat begrijpen. Hij is jong, hij komt naar Club, hij heeft veel druk, hij wordt beoordeeld op de resultaten, en waarom zou hij nog veranderingen doorgevoerd hebben vanaf het ogenblik dat de andere spitsen doelpunten begonnen te maken? Er valt niets over te zeggen. Onze relatie heeft er niet onder geleden.’

Je hebt er nauwelijks twee maanden doorgebracht. Heb je tenminste de tijd gehad om iedereen te leren kennen?

PERBET: ‘Twee maanden waaronder een stage, dat is kort. Tegen de tijd dat ik naar Kortrijk vertrok, had ik pas een week of tien dagen een zitplaats en een kastje in de kleedkamer van Brugge! Er waren zoveel spelers bij het hervatten van de trainingen dat niet iedereen er één had. En aangezien ik op het laatst was aangekomen, werd ik niet meteen bediend. Ik kon er niet lang gebruik van maken.’

DOOR PIERRE DANVOYE – FOTO’S BELGAIMAGE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content