Op tien seizoenen tijd zorgde Francky Dury bij SV Zulte-Waregem voor drie titels en drie eindrondes. Hij is net als de club klaar voor een volgende stap : promotie naar eerste klasse.

“Ik zal blij zijn als we in mei geen eindronde moeten spelen”, bekent de 47-jarige Francky Dury. “Want tweede klasse is dit seizoen een heel zware reeks. Sla er maar eens het aantal oud-eersteklassers op na bij Antwerp, Beringen Heusden-Zolder, RS Waasland, Verbroedering Geel, KSK Ronse, Tubeke en SV Roeselare. Er wordt almaar beter voetbal gebracht. Die eindronde wordt een ware uitputtingsslag. De meeste clubs zullen vermoeid starten. Tegen de staartclubs is het vechten, want die houden veel volk achter de bal. Ik vind dat begrijpelijk. Wij hebben in het verleden ook rondgereden met een 2 pk’tje, moesten ook knokken om overeind te blijven. Maar dit seizoen beschikken we over een Ferrari. Dat geeft een comfortabel gevoel. Alleen moet je ervoor zorgen dat je niet uit de bocht gaat.”

Voorstander van zuiders voetbal

SV Zulte-Waregem valt vooral op door zijn speelwijze : fris combinatievoetbal en hoge pressing op de helft van de tegenstander. “Wij willen zelf het initiatief nemen”, weet Dury. “Ik laat mijn spelers openbloeien op het terrein. Wij proberen dominant te voetballen, want ik beschik met Ibrahim Tankary en Frederik D’Hollander over twee boxspitsen. Die zijn sowieso elk goed voor tien tot vijftien doelpunten, daar moet je je spel naartoe richten. Goed gegroepeerd spelen, is daarbij aangewezen. Wij beschikken niet over een targetman van 1,95 meter – zoals Rune Lange bij Club Brugge – die kan binnenkoppen als wij de bal voor de goal brengen. Ik probeer altijd zuiders voetbal te propageren, maar daarvoor heb je natuurlijk ook de spelers nodig.”

Met zijn spelersgroep heeft Dury de keuze tussen meerdere veldbezettingen. “De basis van succes is organisatie”, zegt hij. “Ik kan met deze kern kiezen tussen een 4-3-3, een 3-5-2 en een 4-4-2 en verkeer dus in een luxepositie. We kunnen gemakkelijk variëren, zonder intern veel te schuiven. Iedereen kent perfect zijn opdracht en de looplijnen. Heel belangrijk voor mij is dat ik weet hoe de spelers zich voelen. Lukt het niet, dan kunnen we probleemloos omschakelen.”

Vasthouden aan basisprincipes

Dury hecht veel belang aan respect, communicatie en vertrouwen. “Dat zijn ook de pijlers van onze maatschappij. Ik wil gelukkige mensen rond mij”, zo stelt de West-Vlaming. “Mijn omgeving en de spelers moeten voelen dat er een blok staat. Zo krijgen ze een warm gevoel, een familiale band. Een groep kan pas perfect functioneren als er onderling wederzijds respect bestaat. Ook op het oefenterrein verlang ik dat. Een speler rendeert enkel optimaal als hij zich amuseert en daar moet een trainer voor zorgen. Ik moet aanvoelen wat er in de groep leeft. Onze spelers werken overdag, dus informeer ik naar het gezinsleven, de school, de job, de fysieke toestand. Dat is een waardemeter. Iedereen heeft recht op een mindere dag.”

Iemand met een zwaar hoofd kan vrijgesteld worden van training. “Jongens mogen hier niet met een lang gezicht rondlopen”, zegt hij. “Elke speler traint op polar en kent zijn rustpols. Zo kan hij bij eventuele vermoeidheid of ziekte zelf de eerste signalen opvangen en tijdig reageren. Eind december was Tankary kapot. De lactaattests hadden aangetoond dat hij de eerste maanden heel diep was gegaan. Ik zag en begreep dat, liet hem wat minder trainen. Nu is hij weer de oude en scoort hij opnieuw aan de lopende band.”

Dury ontmoette naar eigen zeggen met voorzitter Willy Naessens een schitterende manager en een fantastisch mens. Hij verlengde zijn contract tot 2008. “Die man geeft me ongelofelijk veel vertrouwen en straalt rust uit. Hij laat me werken met een goede spelersgroep die ik heel sereen kan benaderen. Zij spelen goed, animeren het publiek en de cirkel is rond. De voorzitter biedt me de kans de supporters in deze regio straks misschien opnieuw eersteklassevoetbal te presenteren. Iedereen hunkert daarnaar, ik ook. De voorzitter wil van mij de Guy Roux van SV Zulte-Waregem maken, ik wil van de club het Belgische Auxerre maken. Continuïteit staat daarbij voorop, net zoals een doorgedreven jeugdwerking.

Positief denken

Dury heeft geen moeite met kritiek, maar weigert zelf mee te doen aan goedkoop doemdenken. Hij verwijst graag naar het ontslag van Hugo Broos. “Kritiek mag, kan en moet, maar moet gegrond zijn”, oordeelt Dury. “Was Broos niet vorig seizoen nog de trainer van het jaar ? Dat is toch een topper ? Maar neen, hij werd afgemaakt door de zogenaamde analisten, meestal werkloze trainers. Het is té gemakkelijk om vragen te stellen. Daar hebben we echter geen nood aan. Oplossingen zoeken en aanreiken, daar komt het op neer. Wat heb je eraan om ’s avonds thuis te komen, je in de zetel te leggen en de hele avond tv te kijken ? Voor mij is het vaak een kwestie van veel volume en weinig inhoud. Ik ben een veertiger, heb graag stralende mensen rondom mij. Positief denken staat voorop.”

Hij gaf zijn ogen de kost tijdens de Pro License en luisterde goed. “Ik ben al achttien jaar trainer, speelde zelf nooit hoger dan derde provinciale, waar je je na de wedstrijd nog met emmers moest wassen en veelal in de modder ploeterde”, zegt Dury. “Ik heb het voetbal niet uitgevonden, hé. André Van Malde-ghem gaf me ooit een gouden raad : je moet voetbal simpel houden. Het is een spel. Wie het moeilijk maakt, begrijpt het niet. Johan Cruijff stelde ooit dat het mooiste voetbal het simpele voetbal is. Voilà, dat is het. Ik heb een grenzeloze bewondering voor Jan Ceulemans. Samen met Trond Sollied dé topper bij uitstek qua eenvoud. Zit al jaren bij Westerlo, haalt goede resultaten en zet zijn rust over naar de club. Dat vind ik prachtig. Het zorgt voor een bepaalde identiteit. Zoiets wil ik ook brengen bij SV Zulte-Waregem. Dit is de regio van de werkers, het West-Vlaamse boerenverstand. Dat moet terugkeren. Wanneer beleefde deze club zijn top ? Toen spelers als Millecamps en Delesie hier de plak zwaaiden, jongens die na hun dagtaak ’s avonds nog trainden.”

Dury heeft de naam moeilijke jongens een zeker plichtsbesef bij te brengen. “Over het algemeen is een enfant terrible iemand die wat kan voetballen, anders posteer je hem overal waar nodig”, beseft Dury. ” Frédéric Dupré heeft de capaciteiten voor eerste klasse. Ik heb die jongen vooraf goed doorgrond en vond vrij snel het probleem : Frédéric had vertrouwen nodig. De tijd van het roepen – iets wat hij vroeger blijkbaar vaak deed – is voorbij. In zijn spel zie je nu ook een heel grote volwassenheid. Nu hij ook nog vader werd, merk je dat zijn zin voor verantwoordelijkheid groeit. Iedereen mag van mij op negentienjarige leeftijd eens een zonde plegen of een overtreding begaan, je moet dat als trainer kunnen vergeven. Hij liet zich niet door iedereen coachen op het veld. Van Stefan Leleu aanvaardt hij die begeleiding wel.”

De lat hoog durven leggen

“Als we promoveren, dan wil ik niet voor de zeventiende of achttiende plaats spelen. Dan streef ik naar een plek tussen elf en vijftien. Ik wil mijn team vrijwaren van die degradatieplaatsen, met iets realistischer voetbal”, spreekt Dury gedurfde taal. “We zijn er op voorbereid dat het eens wat minder kan gaan. Naïef spelen is niet aan ons besteed. Onze eigenheid zullen we zeker niet verloochenen. We mogen nooit de fouten maken van FC Brussels of KV Oostende. Wij zullen nooit basisspelers laten vertrekken voor vijfderangsbuitenlanders. Je moet spelers halen die eerste klasse kennen en die Stijn Minne, Nathan D’Haemers, Ludwin Van Nieuwenhuyze of Pieter Merlier kunnen gidsen. Stefan Leleu en Tony Sergeant beschikken al over die routine. Het is ook niet de bedoeling meteen over te stappen naar een volledig profregime. Eerste klasse is de ultieme droom, maar we mogen niet te veel zaken ineens veranderen. Nu trainen we wekelijks al vijf keer om halfzeven. Het is de bedoeling daar volgend seizoen een zesde sessie aan toe te voegen, een specifieke stabiliteits- en coördinatietraining. Kwestie van blessures aan de enkels, het kniegewricht en de heupen te verminderen. Ik vermoed ook dat we dan bijvoorbeeld om halfzes zullen trainen, zodat de spelers ’s avonds nog wat tijd hebben voor hun familie.”

Zelf denkt Dury er niet aan om zijn veelzijdige job bij de federale politie in Gent zomaar op te geven voor een onzekere baan als proftrainer. “We willen graag eens de redenering omkeren in België. Ik ben perfect gelukkig in mijn beroep, draag enorm veel verantwoordelijkheid en mits de juiste weekindeling kan ik me ook nog eens uitleven met mijn hobby. Een proftrainer moet zich dagelijks nuttig maken voor die profs, waarvan de meesten zich overdag vervelen. Ze spelen dan PlayStation en worden lui. Haal die jongens van straat ! Het zal hun sociale ingesteldheid alleen maar verbeteren. Ik vind het schitterend dat ik met Sergeant en Leleu kan praten over verzekeringen en beleggingen. Het verrijkt me zelfs geestelijk. Als ik zie dat er soms overdag niet wordt getraind, dan stel ik me daar vragen bij”, zegt Dury. “We gaan de uitdaging met veel vraagtekens aan, maar voor hetzelfde geld stappen we binnen twee jaar over naar een profregime. Momenteel zie ik er het nut echter niet van in. We trainen bijzonder gericht, waarbij voldoende aandacht wordt besteed aan rust. Het werkt, hé.”

door Frédéric Vanheule

‘Als we promoveren, dan wil ik niet voor de zeventiende of achttiende plaats spelen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content