Liet het verlies op Antwerp nog ruimte voor twijfels, dan werden die op Anderlecht weggeveegd : RC Genk kan het ook buitenshuis. Met Wesley Sonck als exponent.

Noem het een jeugdzonde, zij het een met grote impact, dat Justice Wamfor (20), ingevallen voor de geblesseerde Josip Skoko, in de eenenzestigste minuut na een overtreding de bal braaf aan Aruna gaf. Want helemaal uit concentratie en positie als de Genkse verdediging nog stond, paste Aruna de vrije trap snel voor doel, waarna Marc Hendrikx met een strak schot Anderlecht naast Genk kon brengen.

Jeugdzonden zoals Genk er dit seizoen ongetwijfeld nog zal maken, want hoe jong was het elftal dat Sef Vergoossen op Anderlecht aan de aftrap bracht wel niet ? Moons 31, Reini 26, Skoko 25, Zokora 20, Sonck 23, Dagano 20, Chatelle 20, Roumani 23, Thijs 23, Vanbeuren 20, Daerden 21. Gemiddelde leeftijd : net geen 23 jaar. Maar opwegen tegen de kwaliteiten die de ploeg deze competitie tentoonspreidt, doen haar jeugdzonden vooralsnog niet : 5-1 tegen Beveren, een 3-0-uitschuiver op Antwerp, nog eens 5-1 tegen La Louvière en een knappe 3-3 op Anderlecht. In de wetenschap dat er nog wel eens een terugval zal komen, bewees Genk in deze nog prille competitie dat het toch al weer goed op de rails staat.

Dat het al dertien keer scoorde, heeft het voor een groot deel te danken aan Wesley Sonck, die er dit seizoen al zes maakte en vorige week woensdag tegen Schotland zijn eerste basisplaats voor de nationale ploeg afdwong. Waarmee in de coulissen de discussie al kon worden geopend : wat heeft Wesley Sonck eigenlijk minder dan Emile Mpenza ? Hij is balvast, snel, denkt collectief, kopt ondanks zijn kleine gestalte bijzonder goed door zijn perfecte timing én hij heeft persoonlijkheid. Welaan !

Op Anderlecht evenwel bleek vooral Moumouni Dagano zich als gevaarlijkste wapen te ontpoppen : de Burkinabees woog met zijn gestalte en zijn kracht op de Anderlechtdefensie en maakte twee doelpunten. En dat mag een opluchting worden genoemd. Want kreeg Dagano bij GBA nog de kritiek dat hij scorend vermogen miste en dreigde hij in de openingsmatch tegen Beveren – drie open doelkansen de nek omgewrongen – dezelfde weg op te gaan, op Anderlecht toonde hij zich bijzonder kordaat in de afwerking.

Dat gebeurde telkens op voorzet van Kevin Vanbeuren, een van de jongeren die dit seizoen korter bij het eerste elftal zijn komen te staan. De penaltyfout die werd gemaakt op Dagano, weer hij, kwam er overigens ook na een voorzet van diezelfde Vanbeuren.

Dat Genk vorig seizoen zo heeft lopen sukkelen om, als Reini weer eens geblesseerd gemist moest worden, de positie van rechtsachter ingevuld te krijgen ! Fritz Emeran had het al snel verkorven, Wilfried Delbroek is geen rechtsachter en voor Chris Van Geem bleek een viermansverdediging in eerste klasse toch een beetje te hoog gegrepen.

Blijkt nu de oplossing dus gewoon de hele tijd in de eigen jeugd te hebben gelopen : Kevin Vanbeuren kweet zich op Anderlecht uitstekend van zijn taak als rechtsachter. De positie van de geblesseerde Delbroek, centraal in de verdediging, werd ingenomen door Reini, die dus naar binnen schoof. Waardoor de inmiddels intern al wat omstreden Albanese international Ervin Fakaj nog maar eens op de bank moest blijven. Hoewel hij oorspronkelijk als doublure van Didier Zokora te boek stond, werd hij toch verwacht de plaats van Delbroek in te nemen. Tant pis.

Het meeste Genkse gevaar kwam trouwens ook nog eens vanop rechts. Slag om slinger ringeloorde de Genkse rechterflank de linkerkant van Anderlecht, met een abc’tje zoals Sef Vergoossen zijn spelers er menigeen inprentte : trok Thomas Chatelle met Davy Oyen naar binnen, lag meteen de hele flank open voor Kevin Vanbeuren, die over een paar uitstekende voorzetten bleek te beschikken. Het zijn die tactische patronen die de Nederlander al van in de voorbereiding in de ploeg probeert te krijgen en die nu beginnen te renderen.

Al bleef Vergoossen naderhand kritisch voor de onvolkomenheden in zijn eigen ploeg : de ruimte en de kansen die op links lagen, had hij onvoldoende uitgebuit gezien. Of zoals hij het na de wedstrijd zelf verwoordde : “Ik ben er niet in geslaagd dat op de juiste manier over te brengen op de spelers”. Waarmee meteen is aangegeven waarom Vergoossen door de spelers en de entourage als een verademing wordt gezien : de Nederlander blijkt een meester in het weghouden van druk en neemt zijn spelers te allen tijde in bescherming. En dat is in het verleden in Genk wel eens anders geweest.

Dat Wesley Sonck dit seizoen, meer nog dan anders, barst van het zelfvertrouwen steekt hijzelf niet weg. “Het succes dat ik nu ken, dank ik behalve aan mijn vrouw en mensen als Marc Degryse, Franky Van der Elst en Sef Vergoossen in de eerste plaats aan mijzelf : ik heb er hard voor gewerkt. Ik had al snel door dat het voetbal een manier was om het te maken in het leven en ik heb er dan ook alles voor gelaten. De rest is een kwestie van vertrouwen. Sef Vergoossen geeft mij alle vertrouwen. Hij is echt de trainer waar Genk nood aan had. Zijn rust heeft een goede invloed op de groep en de ambiance. Dat is een dag en een nacht verschil met wat we vorig seizoen meemaakten.”

Hij heeft een stap vooruit gezet. “Op mentaal vlak heb ik veel vooruitgang geboekt. Ik ben rijper geworden, waardoor ik bepaalde situaties beter kan inschatten en aanpakken. Dat heeft toch te maken met het groot aantal matchen in eerste klasse dat ik toch al heb kunnen spelen en het feit dat ik ook vader ben : dat impulsieve van vroeger is er toch wat uit. Ik was niet altijd makkelijk in de omgang omdat ik een slechte verliezer ben. Voor een sportman kan je dat als een kwaliteit beschouwen, maar de entourage bekijkt dat nogal dikwijls eens negatief. Tegenover de scheidsrechter, herinner ik mij, ben ik wel eens humeurig geweest. Maar zo is mijn karakter nu eenmaal. Ik ben kalmer nu omdat ik begrijp dat zo’n scheidsrechter of een ploegmaat een fout niet opzettelijk maakt. Fouten maken is menselijk.”

Kreeg hij vorig seizoen nog kritiek, slecht speelde Sonck maar een korte periode. Ook al draaide de ploeg niet, werken in dienst van het elftal was hem nooit vreemd. Een kwaliteit die hem in zijn carrière altijd met de voeten op de grond heeft gehouden. “Ik heb in mijn ontwikkeling nooit stappen willen overslaan. Met Ekeren ben ik mee verhuisd naar GBA en Genk lag daarna nog een stapje hoger. Ook al gingen de resulaten de laatste seizoenen een beetje op en neer, het blijft een topclub. De volgende stap wordt ongetwijfeld het buitenland. Ik denk eraan, ja. Het is meer dan een droom, het is een doel, maar ik wil er niet te vroeg naartoe. Aan dat avontuur begin ik pas als ik zelf vind dat ik er rijp voor ben.

“Wat er in mijn agenda staat voor juni 2002 ? Nog niets, ’t is nog veel te vroeg ! België is nog niet gekwalificeerd voor het WK, we moeten nog een punt halen tegen Kroatië. En voor mijzelf weet ik dat een blessure of een terugval rap kunnen gebeuren. Maar ik zou liegen als ik beweerde dat ik niet aan het WK denk.”

door Raoul De Groote en Daniel Devos

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content