‘Jij bent een McKenzie, en een McKenzie is niet timide!’

© BELGAIMAGE

Mark McKenzie (22) is een man met een missie. De Amerikaan verdedigt de kleuren van KRC Genk, maar heeft daarnaast nog een pak andere plannen. Maak kennis met een influencer die van zijn sport gebruikmaakt om dingen in beweging te zetten. ‘Het is belangrijk om wat je meemaakt een stem te geven.’

M ark McKenzie, de 22-jarige Amerikaanse verdediger van KRC Genk, is een man van vele levens. Voetballer in de eerste plaats, dat is zijn broodwinning. Maar daarnaast is hij bezig met tig initiatieven. Op maandag, woensdag en vrijdag volgt hij afstandsonderwijs aan een Amerikaans college, bijvoorbeeld. ‘Ik ben bijna aan het einde van de opleiding, het zou zonde zijn om dat te laten vallen.’ En met – onder andere – Zack Steffen, doelman bij Manchester City en ploegmaat in de nationale ploeg, zet hij ook zijn schouders onder het project voycenowfoundation, a community of athletes and fans who speak up and fight for equality and justice. Black Lives Matter, maar dan breder – uren kan hij erover vertellen. En één keer per week is hij podcasthost, samen met oud-voetballer Heath Pearce. Over dat alles, en nog veel meer, hadden we vorige week maandag een lang gesprek. Uitgerekend op zerodiscrimination day. Al was dat toeval; een ander moment paste niet in de Genkse planning?

Je moet de verschillen die er zijn, omarmen, want die bezorgen je perspectief. Daarin willen wij een stem zijn.’ Mark McKenzie

Vanwaar de idee en de naam Orange Slices van jullie podcast?

MARK McKENZIE: ‘ Orange Slices heeft te maken met jeugdherinneringen. Bij jeugdwedstrijden kregen we tijdens de rust altijd stukjes sinaasappel, en thuis ook vaak als tussendoortje. Heerlijk. De idee van de podcast kwam van de stichter van het trainingscomplex waar we in de jeugd voetbalden. Hij is gek op sport en ontwikkelde een opleiding voor getalenteerde jongeren, een combinatie van sport en school. Ik groeide er op samen met zijn zoon en zo leerden we mekaar kennen. Ik ben enthousiast en probeer dat te zijn in alles wat ik doe. Zo iemand zocht hij voor dit platform, waarop we voetballers uit diverse generaties van het US Soccer brengen.’

Ik heb alle afleveringen beluisterd, je groeit gaandeweg in je rol als talkshowhost.

McKENZIE: ‘Zo voel ik het ook. Het was wennen, ik wist in het begin nooit goed wanneer tussenbeide komen, hoe je overgangen moest maken, hoe vragen te stellen die niet al te formeel klonken; we interviewen vaak ploegmaats, en dan wil je toch anders klinken. Geleidelijk vind ik achter de mike mijn eigen persoonlijkheid.’

De aflevering met Cobi Jones is sterk. Hoe hij zaken aan de kaak stelde.

McKENZIE:Cobi is een icoon en één van mijn idolen. Zijn standpunten, zijn pogingen om US Soccer te veranderen… Zalig. Dat is het mooie aan de podcast: Cobi en Heath zijn het verleden van US Soccer, Zack en ik zijn de next generation. De afwisseling werkt. We maken vaak grapjes, onder meer over de Heath work-out. Hij gaat er altijd prat op dat niemand verticaal hoger springt dan hij. Off the mike praten we daar wel eens over, want ik ben voor een centrale verdediger, niet de grootste en dan is sprongkracht belangrijk.’

Je begon als spits, je eerste oproepingsbrief verstuurde US Soccer naar het e-mailadres van Markthestriker. Wanneer werd de spits een verdediger?

McKENZIE: Toen ik een jaar of tien was. Ik werd door mijn jeugdcoach aanbevolen bij een opleidingscentrum voor junioren. Daar zagen ze geen spits in me. Ik was in hun ogen vooral een verbaal sterke team organiser en ze dachten: geef hem een kans in de verdediging, laat hem de boel van daaruit organiseren. Toen ik op mijn dertiende in het officiële opleidingscentrum van de club terechtkwam, bleef ik centrale verdediger. Dat suckte om eerlijk te zijn. Ik wilde mee naar voren, goals maken.’

The Bronx

Je groeide op in een van de meest beruchte wijken van New York. Hoe was The Bronx?

McKENZIE: ‘Onderwijs is duur in New York. Mijn oma woonde er, zo kwamen we daar terecht. Mijn vader werkte in een ziekenhuis op Manhattan, hij was elke dag ruim twee uur onderweg. Soms zagen we hem amper, kwam hij thuis om tien uur ’s avonds en zes uur later was hij alweer weg. Zes, zeven jaar lang deed hij dat. Hij is mijn voorbeeld, denk ik nu. Veel werk-ethiek. Zijn roots liggen in Jamaica, samen met zijn moeder en een paar dollars in de zakken is hij op zijn zeventiende naar de VS verhuisd. Toen ik een jaar of vier was, zijn we naar Delaware verhuisd.’

Welke herinneringen heb je nog aan New York?

McKENZIE: ‘Er woont nog veel familie, ik blijf er geregeld komen. Het is een deel van NY waar je ‘klaar voor moet zijn’. Je wordt niet zomaar geaccepteerd, daar is een dikke huid voor nodig. Maar als je dat had, was het ook wel leuk. We hadden er block parties. Dan zetten ze de straat af voor het verkeer en konden de kinderen buiten spelen. Toen ik drie was, had ik een fietsscootertje; een step, die eigenlijk veel te groot was. Ik ben er eens mee in het cement blijven steken en keihard over de kop gegaan. Gezicht, elleboog… alles open. Net voor picture day op school. ‘O my God’, zei mijn ma. Gelukkig had ze make-up.’

Zwarte jongens spelen er basketbal, toch?

McKENZIE: Dat was ook mijn eerste sport, naast soccer. In NY heb je een basketring op elke hoek, net zoals je hier voetbalveldjes hebt. Dat ik ook ben gaan voetballen, kwam via mijn pa. Hij is een Jamaïcaan hé. Een Jamaïcaan loopt, speelt cricket of gaat voetballen. Ik heb gespeeld met een paar jongens die er nu in de nationale ploeg zitten. André Blake, bijvoorbeeld. Mocht ik mijn paspoort in orde willen maken, zou ik ook voor hen kunnen spelen, maar dat zou in de VS voor een pak controverse zorgen. Zij hebben me opgeleid.’

Mark McKenzie: 'Vroeger keek ik op naar Fabio Cannavaro en Carles Puyol. Beiden zijn niet super groot, zoals ik, maar wél echte leiders en dominant.'
Mark McKenzie: ‘Vroeger keek ik op naar Fabio Cannavaro en Carles Puyol. Beiden zijn niet super groot, zoals ik, maar wél echte leiders en dominant.’© BELGAIMAGE

Opleiding

Is de grote golf aan talent toeval, of de vrucht van een systeem?

McKENZIE: ‘Ik denk dat de opleiding steeds verfijnder wordt en heel wat ploegen uit de MLS hebben op een lager niveau ook een profteam. Beloften worden in die richting gepusht, om daar competitief te worden. Vandaar mijn passage bij Bethlehem, de tweede ploeg van Philadelphia Union. Daar voetbalde ik tegen andere profs die ouder waren; jongens die vochten om hun job te houden. Op mijn vijftiende trainde ik al dagelijks met hen. Ik wist: als ik prof wil worden, moet ik hier overeind blijven. Niet een keer, élke dag.’

Ik had privileges: mijn schoenen werden betaald, de reiskosten, de hotels… Miljoenen kinderen missen dat.’ Mark McKenzie

Wie waren je idolen?

McKENZIE: ‘Mijn vader was één van mijn jeugdcoaches. Mijn grootste supporter, maar ook de grootste criticus. Ik zie me nog zitten op de achterbank van onze auto terwijl hij me de les spelde. ‘Wat dacht je toen? Waarom deed je dat?’ Mijn ma probeerde dan tussenbeide probeerde te komen: ‘Rustig, rustig.’ En dan mijn vader weer: ‘Neen, dit móét hij horen. Als je voetballer wil worden, ga er verdorie voor. Niet half-half. Je mag niet bang zijn en jezelf terugtrekken… Ik heb niet dit en dat opgeofferd om je in deze positie te brengen. Je bent een McKenzie en een McKenzie is niet timide! Je vertegenwoordigt niet alleen jezelf, maar de hele familie, boy. ‘ ( lacht) Als je wat ouder wordt, leer je dat appreciëren, maar toen was dat een druk die hij legde. In zijn liefde voor verdedigers was hij ouderwets Italiaans. We stonden op zaterdag om zes, zeven uur ’s ochtends op om Europees voetbal te zien. Italiaans, Engels… de hele dag door, tot het tijd was om zelf te voetballen. Tot afgrijzen van mijn ma en mijn zus, die wel eens wat anders wilden zien. Fabio Cannavaro en Carles Puyol waren de twee jongens naar wie ik opkeek. Beiden zijn niet super groot, zoals ik, maar wél echte leiders en dominant. Harde verdedigers ook, die meevoetbalden en hun team meesleurden. Vandaag zijn mijn voorbeelden jongens als Kalidou Koulibaly of Virgil van Dijk. ‘

De macht van het getal

Wanneer werd voetbal in de VS geen sport voor alleen meisjes of blanke jongens? Want dat was het beeld dat we kregen ten tijde van de World Cup in 1994.

McKENZIE: ‘Dat gebeurde gaandeweg. Het is nog altijd aan het evolueren en aan respect aan het winnen binnen de Amerikaanse sportcultuur. American football spreekt nog steeds het meeste aan: de helm, de schouderstukken, het stoere imago… Veel van die jongens houden het slechts een jaar of zes vol, omdat hun lichaam dan kapot is. Die intensiteit zien Amerikanen niet direct in het soccer dat wij kennen. Zij zien nog het duiken, het rollen van jongens die worden aangetikt, minder intensiteit…’

Zette dat lange tijd een rem op het succes?

McKENZIE: ‘We zijn niet zoals de andere sporten, maar echt een rem moet het niet zijn. Dat zag ik bij Atlanta United, waar bij thuismatchen 70.000 man in de tribunes zitten en je geen woord kunt verstaan wanneer iemand op vijftien meter van jou staat. Daar beseffen ze dat in voetbal op elk moment iets kan gebeuren en dat perspectief beginnen de Amerikanen te appreciëren. Ook met behulp van de komst van televisiezenders. ESPN+ zendt wedstrijden van over de hele wereld uit. Ook de Belgische.’

Is het inmiddels ook een sport voor zwarte mensen?

McKENZIE: ‘Dat is aan het veranderen, al zitten we nog niet waar het moet. De mogelijkheid tot het ontwikkelen van echte kwaliteit – dan denk ik aan training, camps, clinics, materiaal, faciliteiten – is nog onvoldoende. Toen ik doorbrak, kostte een opleiding 2000 dollar per jaar. Mijn familie kon dat niet betalen, maar de club deed het, omdat ik een van de beste spelers was.’

Cobi Jones had het in de podcast over sommen tot 5.000 dollar.

McKENZIE: ‘Ja. Hoe kun je zo’n bedragen verwachten van kinderen die opgroeien in een gezin waar de ouders drie tot vier jobs combineren en tot laat bezig zijn om voedsel op tafel te krijgen, naast licht, verwarming en kleren?’

Geldt dat voor alle profsporten?

McKENZIE: ‘Neen. In het basketbal hebben jongens meer mogelijkheden om zich te laten zien, op alle soorten platformen. Voor gemeenschappen waar de armoedegraad hoog is, vaak dichtbevolkt, is het niet evident om ruimte te zoeken waar je kunt voetballen. Dan moet je al de bus of trein nemen, of carpoolen en zorgen dat je weer thuis raakt of naar school kunt. Veel kinderen moeten ook vroeg het gezin financieel ondersteunen met een baantje.’

In Zuid-Amerika lossen ze dat op met indoorvoetbal.

McKENZIE: ‘Er zijn veel manieren om een kat te villen, zeggen wij. De MLS Academies doen goeie dingen, of MLS Nxt. Maar kinderen met een diverse achtergrond competitief voetbal aanbieden om ze trachten naar een next level te brengen, waar ze hun sport helemaal kunnen beleven zonder de stress van het dagelijkse leven… dat lukt nog niet overal. Ik had privileges: mijn schoenen werden betaald, de reiskosten, de hotels, maar dat zijn uitzonderlijke omstandigheden. Miljoenen kinderen missen dat. In de podcast met Zack en Cobi hebben we het daar over. We zijn immers niet alleen voetballer, maar ook influencer. We proberen dingen te veranderen.’

Je bent nog zo jong, maar je praat als een dertiger.

McKENZIE: I know. De voorbije twee jaar, langer zelfs, hebben heel wat atleten ‘politieke’ standpunten ingenomen om iets in beweging te krijgen. Ik zeg niet dat wij sneller moeten opgroeien, maar misschien worden wij wel blootgesteld aan meer dingen dan eigenlijk op onze leeftijd zou mogen. De toegang tot sport, racisme, ongelijkheid… Al zeer jong zien we dingen waarvan je denkt: dat kan niet. Als je later als prof een stem krijgt, móét je dat aankaarten, waarbij we tegelijk weten: hier ga ik kritiek voor krijgen. Je moet altijd opletten hoe je iets brengt.’

Megan Rapinoe die pleit voor equal pay. Opstandigheid tegen Trump, het knielen, dreigen met stakingen. Hebben sporters in de VS meer macht?

McKENZIE: ‘In de drie best betaalde sporten – baseball, American football en basketbal – zie je veel weerbaarheid, omdat die sporters weten: wij genereren zo’n sommen dat we sterk staan. Zij kunnen de zakenwereld raken waar het pijn doet: in hun portefeuille. Vandaar de acties en statements. In soccer gebeurt het ook meer en meer, maar tegelijk weten de bazen: jullie zijn vervangbaar, we vinden wel iemand uit Europa of Zuid-Amerika die zwijgt. Hoe meer voetballers opstaan, hoe meer momentum voor change. Dat is de macht van het getal. En wat het ook is: LeBron James, om er eentje te noemen, heeft een stem, niet alleen omdat hij opgeleid is, maar ook omdat hij spreekt uit ervaring. Hij groeide op in moeilijke omstandigheden, zonder vader en een moeder met veel jobs. Omstandigheden die veel anderen nooit meemaken.’

Ik hoor Messi niet zo vaak standpunten innemen. Niemand in Europa protesteert luidop tegen pakweg de overladen kalender.

McKENZIE: ‘Hoe groeide Messi op? Hij ging al op jonge leeftijd naar Europa, met zijn hele familie in zijn kielzog om in een perfecte opleiding als die van Barcelona terecht te komen. Vaak bepaalt de omgeving waarin je opgroeit of je je uitspreekt of niet. Messi zal ook al dingen hebben gezien, of weten, maar vanop afstand.’

In je podcast zeg je op een gegeven moment dat je weet wat het is: leven met de kleur van je huid. Wij kunnen dat ook maar beleven ‘vanop afstand.’

McKENZIE: ‘Het is belangrijk om wat je meemaakt een stem te geven en voor anderen om empathisch te zijn. Neem pestgedrag. Ouders leren hun kinderen op te komen voor de ander wanneer die pestgedrag ziet. Waarom gebeurt niet hetzelfde als het op ras aankomt? Waarom houden mensen zich afzijdig in gevallen van discriminatie. No! Gepest tolereer je niet, marginalisatie evenmin. Equality. Punt. Je moet de verschillen die er zijn, omarmen, want die bezorgen je perspectief. Daarin willen wij een stem zijn. Het is zoals op een veld: doelmannen, verdedigers, middenvelders, aanvallers. We zijn allemaal verschillend, maar werken aan hetzelfde doel. Zo zie ik leven, zo zie ik de banden die ik aanknoop met mensen.’

Dit zijn – helaas – problemen die al eeuwen meegaan.

McKENZIE: ‘Ja. Ik gebruik altijd het voorbeeld van een dikke eik met wortels die diep gaan. Je kunt stukken van de boom hakken, maar voor je die helemaal kapot krijgt. Wow!’

Praat jij in de wedstrijd tegen spitsen om ze uit balans te brengen zoals Zlatan onlangs probeerde met Lukaku?

McKENZIE: ‘Van persoonlijke zaken moet je wegblijven, maar je probeert wel in hun hoofd te kruipen, ja. ‘Vandaag heb je precies stenen voeten man.’ Of: ‘ Donkey touch, wat is dit voor iets?’ ( lacht) Maar je moet voorzichtig blijven, want voor je het weet slaat zoiets in je gezicht terug.’

De podcast Orange Slices is onder meer te beluisteren via Spotify.

'Jij bent een McKenzie, en een McKenzie is niet timide!'
© BELGAIMAGE

De eerste nacht

Ei zo na zat Mark McKenzie in Schotland. In juli kwamen die aankloppen, maar omdat het seizoen nog niet zo lang onderweg was, verzette zijn Amerikaanse ploeg zich tegen een vertrek. McKenzie: ‘Een moeilijk moment. Veel ifs in mijn leven, vragen rond de competitie, rond corona, en plots was Europa daar: mijn droom. En dan baf, deur dicht. In your face. Een paar dagen was ik er niet goed van. Ik ben gelovig, dat hield me recht, net als mijn familie. Die zin uit Rocky gaat dan spelen: ‘Je kunt negen tellen KO gaan, maar op tien moet je recht staan.’ Die mentaliteit moet je hebben. En kijk, zes maanden later zit ik in Genk.’

Ook niet direct doodgelukkig, bekende hij eerlijk in de podcast. De eerste hotelnacht hakte erin. McKenzie: ‘Ja, ik ga daar niet om liegen. De quarantaine, voedsel dat tot de deur wordt gebracht, niet buiten mogen, minimale verse lucht, work-out op mijn kamer… Mentaal zoog dat me helemaal leeg. Ik woonde in de VS nog thuis, COVID-19 had ervoor gezorgd dat ik daar in een bubbel leefde, met mijn familie; we waren altijd samen. Plots zat ik aan de andere kant van de oceaan. Ik trappelde van ongeduld om te vertrekken, ik was klaar voor het voetbal hier, maar niet voor zo’n leven alleen. Zonder vervoer en in een land waar de winkels om 18u30 sluiten.’ ( lacht)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content