Staat er ergens een flipperkastrecord op uw naam?

‘Nu niet meer. Ooit was dat wel zo, in Leuven. Daar ging ik met een vriend elke woensdagavond naar het lunapark, onder andere om te flipperen. Ik deed dat liever dan me te bezuipen op cantussen. Het was de periode dat ik informatica studeerde aan de hogeschool. Toen werkte ik ook al in een IT-bedrijfje. Ik leverde pc’s en ander informaticamateriaal aan medestudenten. Daarnaast ging ik bij klanten langs om kapotte printers en pc’s te herstellen. Op mijn 24e startte ik dan mijn eigen zaak. Daarin hielp ik grote klanten met hun informatiseringsprocessen. Dat bedrijf bouwde ik uit tot een organisatie met meer dan 650 medewerkers. Die organisatie verkocht ik vijf jaar geleden.

‘Ik raakte in IT geïnteresseerd in het derde middelbaar, toen ik voor het eerst een computerles kreeg. Ik ben van nature nogal rationeel en een computer is dat ook. Het is 0 of 1, ja of neen. Dat is voorspelbaarder dan pakweg psychologie.’

In welke pretparkattractie kruipt u voor geen geld ter wereld?

‘De Dalton Terror in Walibi. Ik heb hoogtevrees. Ik ga liever eens naar de dierentuin dan naar een pretpark. Van fauna en flora kan ik enorm genieten. Vorig jaar heb ik een reis gemaakt naar de Seychellen en dat vond ik echt super. Vooral het snorkelen. Die vissen en koralen daar zijn zó prachtig. En als een grote zeeschildpad ineens in het wild om je heen zwemt, of een murene, geeft dat best wel een apart gevoel.’

Hebt u ooit spacecake gegeten?

‘Nee. Ik heb als student ook nooit een joint gerookt, maar één keer van een sigaret geproefd en amper bier gedronken. Het enige wat ik wel deed, was: lang wegblijven. Ik durfde op vrijdagavond te vertrekken en pas zondagavond terug te keren. Ik had op dat vlak wel een eigen willetje. Als ik van mijn ouders niet weg mocht en ik vond die straf onterecht, durfde ik ook een enkele keer door het raam te kruipen en toch op stap te gaan. Toen ben ik wel betrapt en moest mijn oma de consensusfiguur spelen. Bij haar stond ik op een goed blaadje. We hadden een speciale band. Tot mijn negende woonde ik met mijn ouders onder hetzelfde dak als mijn oma. Mijn pa en ma hadden mij al gekregen op hun achttiende. Dat was niet makkelijk.’

Kunt u de volgende liedjestekst aanvullen? ‘Nee, ik wil niet kopje onder, want een hond is toch geen vis…’

‘Nee.’

‘Elke zaterdag het bad in is het ergste wat er is.’ Dat komt uit ‘Ik wil niet in bad’ van Samson.

(lacht) ‘Ik keek als kind liever naar andere programma’s. De Kat bijvoorbeeld, of Carolientje met haar bootje, of Merlijn de tovenaar. Er is niks mis met Samson, maar ik hou meer van katten. Thuis hebben we er twee. En ook nog twee tropische, slangachtige visjes. Maar die zijn het aan het begeven.’

Geeft u hen eten?

‘Sporadisch.’

U zou er liever vanaf zijn?

‘Maar die twee overleven alles. En ik krijg het niet over mijn hart om hen te elimineren. Vissen zijn speciaal voor mij; ik ben ook een hengelsportliefhebber. Normaal gezien ben ik voor vissen dus wel in de weer.

‘Eigenlijk storen niet zozeer die twee vissen mij, maar wel de bak waar ze in zitten. Hoe groter het aquarium, hoe makkelijker het onderhoud, want dan ontstaat een natuurlijke biotoop. Maar ik heb een te klein exemplaar gekocht. En de verlichting en het filtersysteem zijn intussen ook naar de vaantjes. Daarnaast zit ik ook nog eens met algengroei. En ik wil wel een groter aquarium kopen, maar alleen na onze verbouwingen. Dus als die twee visjes het tot dan uitzingen, staat hen nog een mooie toekomst te wachten. Maar misschien moet ik gewoon volgende week nog eens met mijn vriend gaan flipperen en zeggen dat de winnaar die twee visjes krijgt.’ (lacht)

DOOR KRISTOF DE RYCK – FOTO BELGAIMAGE

‘Er is niks mis met Samson, maar ik hou meer van katten.’