‘Het is dankzij de voorzitter dat deze club dit seizoen kleur en folklore in de competitie bracht.’ Aanvoerder Alan Haydock over een ‘wonderjaar’ in het Edmond Machtensstadion.

A ugustus. Met bij de start zeven inkomende en acht uitgaande transfers én een nieuwe trainer begint de kampioen uit tweede klasse aan zijn debuut in eerste. Net voor het sluiten van de transfermarkt worden nog eens drie nieuwe spelers aan de kern toegevoegd. Resultaten in augustus : Brussels-RC Genk 0-1, Lokeren-Brussels 1-0, Brussels-La Louvière 1-1 en Standard-Brussels 1-3.

Alan Haydock : “De voorbereiding verliep perfect, de stage in Nederland was goed en we speelden uitstekend. De groep stelde zich echt niet te veel vragen. Dat er vrij veel wijzigde, waren we snel vergeten. De indruk leefde dat er werd gewisseld om sterker te worden. Achteraf kun je misschien stellen dat we in de spits deze of gene speler hadden moeten houden, maar niemand kon garanderen dat de spitsen die in tweede klasse vaak scoorden, Tankary of Dekelver, dat ook in eerste zouden doen. Hun vertrek verraste en was een risico, dat gaf de voorzitter toe, niet alleen sportief, maar ook ten overstaan van de supporters. Die snapten niet waarom hij Makasi hield, hoewel die zes maanden amper speelde en anderen liet vertrekken. Ik denk dat de voorzitter nu wel het vertrek van Dekelver betreurt, maar zou die voor ons ook tien keer hebben gescoord ?

“Het debuut was niet makkelijk. Vooraf dacht ik : tegen Genk zullen we direct kleur moeten bekennen, maar we hielden stand tot de laatste seconde. Toen scoorden zij, wat bij de voorzitter kwaad bloed zette. Een eerste hevige reactie in een lange reeks, maar misschien terecht, want in zijn rapport gaf de scheidsrechter zelf aan dat hij wat lang liet overspelen. Misschien was de reactie van de voorzitter wat excentriek voor de buitenwereld, maar niet voor ons. Ik ken hem al tien jaar, hij is zo, draagt de club alleen, is geëngageerd en heeft dus het recht zich te uiten. Je moet die storm laten overwaaien.

“De wedstrijd erop, in Lokeren, ontdekten we echter de zwakke punten van onze ploeg. Niet slecht spelen, weinig weggeven, maar als de tegenstander een kans kreeg, ging die binnen. In tweede klasse was dat zelden zo. Het duurde lang voor we beseften dat een slechte balcontrole of een moment van concentratieverlies dodelijk was. De eerste keer dat we de nul hielden, was pas op 10 april, in Beveren.”

S eptember bracht drie nederla-gen : thuis tegen Westerlo (0-1), uit bij GBA (2-0) en thuis tegen Club Brugge 1-6.

Haydock : “Twee wedstrijden met één verhaal : alles goed dicht, maar we maken zelf de kansen niet af en vervolgens pakten we een domme rode kaart. Fout, rood, goal : zo ging het de hele tijd, iedereen maakte ze, om de beurt. En zo raak je in een cyclus, begin je aan een wedstrijd met de gedachte : ik hoop dat ik het vandaag niet ben. Je moet eens nagaan hoeveel doelpunten we slikten tussen de 28ste en 35ste minuut. Vaak veel te makkelijke goals. Ook de meest ervaren jongens gingen in de fout. En dan slaat de angst toe, zelf moeilijk een goal maken en bang worden dat jouw fout de punten kost.”

O ktober. De 1-2 bij Bergen zorgt voor de tweede winst, maar na een thuisnederlaag tegen Anderlecht (0-1), stijgt de spanning. Het verlies bij STVV (2-0) zorgt voor een crisis. Emilio Ferrera biedt zijn ontslag aan, maar dat wordt geweigerd. De spelers zijn de kop van jut : na Venance Zézéto worden ook Fritz Emeran, Christ Bruno en Christophe Kinet naar de B-kern gestuurd. Met zeven nieuwe basisspelers geeft Brussels thuis Beveren partij. Het verliest met 1-3.

Haydock : “Pas oktober en al een zespuntenmatch. We speelden niet goed, maar wonnen toch. Voor ons was dat een teken : het ging niet om mooi voetbal, maar om efficiëntie. Tegen Anderlecht bouwden we daarop verder, een derby, altijd speciaal en misschien waren ze ook niet in topvorm, maar ze versierden amper kansen. Toen kwam STVV : geen breuk, eerder een kaakslag. Ik vond het de zwakste ploeg waar we al tegen speelden en toch verloren we, opnieuw na een rode kaart, dit keer van Dudas. Dat de trainer zelf zijn ontslag aanbood, werd ons toen als dusdanig niet voorgesteld. Hij was wel gedemoraliseerd. Elke week werden de fouten eruit gelicht, benadrukt, er werd op training op gewezen, maar toch kwamen ze terug.

“Ik noem Emilio superprofessioneel, té voor sommigen. Emilio was teleurgesteld. We trainden niet veel, 75 minuten. Vergeleken bij iemand die dagelijks gaat werken, is dat niks. Maar tijdens die periode moest je van hem wel hypergeconcentreerd zijn. Wat sommigen ook niet apprecieerden, waren de verzorgingen in de namiddag, de aanwezigheden op het stadion. Sommigen verweten hem te weinig communicatief zijn. Hij vroeg inderdaad nooit naar hoe het thuis zat, maar daar had je assistenten voor, met hen kon je praten.

“De beslissingen die week waren volgens mij ingegeven door paniek, zijn vel en contract stonden op het spel. Emilio vond dat er een hard signaal naar de groep moest worden gegeven. Weloverwogen, hij wist goed genoeg dat hij het publiek tegen zich zou krijgen. Kinet was een lievelingetje, hem verwijderen was gedurfd en misschien een van de weinige dingen die de supporters hem kunnen verwijten. De verbanning van de rest vond ik ongelukkig. Fout zelfs, want je oogstte veel onnodige storm. Ik heb de groep toegesproken en gezegd dat voor hetzelfde geld vijf anderen het slachtoffer hadden kunnen zijn en dat ze dus van geluk mochten spreken.”

N ovember. Verlies op AA Gent (3-0), gelijk thuis tegen Oostende (2-2) en verlies bij Lierse (5-1). Openlijk valt daar het woord sabotage. Opnieuw duiken de geruchten over een ontslag op. Vermeersch reageert anders : Ferrera wordt communicatief ‘omkaderd’.

Haydock : “Ik miste geleidelijk aan groepsgevoel. De wedstrijd op Lierse was met die van STVV de slechtste van het jaar. Onbestaand waren we. Beleefd uit de weg gaand, daar is de goal, scoor maar. Dat het bij de ex-ploeg van de trainer was, speelde niet mee, spelers hebben daar lak aan. Opzettelijk ? Daar zijn de eerste geruchten ontstaan rond Nys, Greven, en in mindere mate Culek, meegesleurd door Greven. Moeilijk te bewijzen. Het klikte bij hen niet met de trainer, maar om te spreken van sabotage ?

“Bij een voorzitter als Lambrecht had Emilio er wellicht gelegen, maar onze voorzitter zag het anders. Dat het tussen Emilio en de groep niet klikte, was overdreven. Het ging om twee, drie spelers. Die speelden, dat was het rare. In elke ploeg zijn de ongelukkige jongens diegenen die ernaast vallen. Hier niet. Dat zij een probleem hadden, is hun recht, maar ze moesten niet vertellen dat de hele kern tegen de trainer was. Dat was te makkelijk.”

D ecember. Thuisverlies tegen Charleroi (1-2), maar met onverwachte winst bij Cercle (1-2) en een zege tegen Moeskroen (2-1), de eerste thuiszege van het jaar, sluit Brussels de heenronde af met veertien punten, zes meer dan Oostende en acht meer dan Bergen.

Haydock : “Een bedenking. Bij Cercle was het niet goed, maar de club zat toen met de dood van de vriendin van Viane in een gat. Tegen Moeskroen trapte Claeys in de laatste minuut naast de bal, zodat Makasi alleen kon doorgaan. Die maand werden we eerder door het geluk gediend, maar mentaal was het een opsteker.”

J anuari. Iedereen versterkt zich, dus ook Brussels, met Braziliaanse balvirtuozen, Werry Sels en Igor De Camargo. Nys wordt naar de B-kern verbannen, Aloys Nong verhuist naar Kortrijk, Voskoboinikov naar Eupen. De stage is goed, de realiteit ontnuchterend : 3-1 verlies bij Genk, 1-2 tegen Lokeren en 1-0 bij La Louvière, waar Sels en De Camargo debuteren en Greven in de slotfase een strafschop veroorzaakt. Uitgerekend Greven, die eerder op de week publiekelijk de jonge doelman Isa Izgi schoffeert. Het kost de verdediger een verbanning naar, jawel, de B-kern.

Haydock : “Die Brazilianen : wat een saga. Ze werden de voorzitter als schitterend voorgesteld, tweevoetig, vlotscorend, snel, 55 goals per seizoen, de nieuwe Ronaldo. Misschien op cassette, maar de realiteit bleek teleurstellend, na een week waren ze alweer weg. Fysiek leek het nergens op. Slimmer waren de Belgen, Sels kende Emilio door en door en wist zich snel te integreren. Igor was iets moeilijker, die moest leren verdedigen, Emilio heeft daar tijd in gestoken.

“De kritiek van Greven op Izgi was eerder dom dan wat anders. Die jongen kon het niet helpen dat hij er stond. Izgi is er gekomen ondanks zichzelf. Hij deed geen spectaculaire dingen op training, keepte niet fantastisch bij de reserven, maar Dudas was geblesseerd en Nys opzijgeschoven. Emilio wilde een andere keeper, maar dat is niet gelukt en dus hebben we geprobeerd Izgi in de watten te leggen. Hij was niet buitengewoon, maar ook niet catastrofaal, niet slechter dan de anderen. Nu, Greven heeft geboet, die uitspraak heeft de rest van zijn seizoen beïnvloed.”

F ebruari. Verlies tegen Standard (0-1) en bij Westerlo (1-0), waarna Brussels rode lantaarn wordt. De nul op vijftien na de winterstop kost de kop van Ferrera, die vlak voor de match tegen GBA aan de deur wordt gezet. Dimitri Mbuyu coacht als interim naar winst tegen GBA (2-1). Robert Waseige wordt de nieuwe coach.

Haydock : “De resultaten maakten dat Ferrera niet te houden was. Iedereen had van trainer gewisseld en de druk op Johan werd groot, terwijl volgens mij de noodzaak er niet meer was, alles was gekalmeerd. De discussie Greven-Ferrera beïnvloedde de kern niet. Emilio had wel problemen met anderen en dacht wellicht : mijn cijfers zijn niet goed, ik ga me op een andere manier verdedigen. Door impulsief te zijn. Op een gegeven moment zag hij overal vijanden. Zijn irritatie was dat hij met zijn – uitstekende – visie alleen stond. Toen ook nog de voorzitter in de krant liet noteren dat de wedstrijd tegen GBA zijn laatste kans was, heeft hij hevig gereageerd, want Vermeersch leek hem de enige in de club met wie hij tot dan geen problemen kende. Achteraf kun je stellen, dat we die wedstrijd tegen GBA wonnen en dat het een goeie wissel was, maar ik denk het niet. Wellicht betreurt de voorzitter het nu. Met of zonder Emilio, we hadden die match toch gewonnen. Omdat we zelf beseften dat het vijf over twaalf was.”

M aart. Robert Waseige krijgt 25.000 euro premie als hij de club redt. Hij debuteert op Brugge met 4-1-verlies. Andere uitslagen : 2-1-winst thuis tegen Bergen en 3-0-verlies op Anderlecht.

Haydock : “Hij kreeg elf matchen om ons te redden, maar je mocht er direct twee schrappen. Die wedstrijd tegen Bergen was een van de eerste die we slecht begonnen. Vanwege de stress wellicht. Zij scoren, missen wat kansen, maar dan kantelt de match in ons voordeel. Rood voor hen, twee snelle goals en ze raken van slag. Zelfs met tien vond ik ze een verzameling goeie individuen. Geen goeie groep, maar veel individueel talent.”

A pril. Het thuisverlies tegen Sint-Truiden (0-1) zorgt voor commotie en nieuwe trainersonrust. Patrick Nys keert terug in de A-kern en komt meteen onder de lat. Volgt winst in Beveren (0-1), een gelijkspel tegen Gent (1-1) en een nieuwe bom na verlies bij Oostende (1-0). Vermeersch schoffeert spelers, dreigt er tien te ontslaan, wil fluitjes bestellen om de eigen ploeg uit te fluiten en bovendien is er geen elektriciteit in het stadion. Maar tegen Lierse (3-2-winst) is alles weer peis en vree, al komen de supporters ostentatief tien minuten te laat.

Haydock : “Een bizarre context die eerste match, zondagnamiddag, warm en weer verplicht te winnen. In onze ogen was een andere tactische aanpak beter. Na die match heb ik voor het eerst gepanikeerd.

“Twee dagen voor de wedstrijd had de voorzitter me gevraagd om op dinsdag met een paar spelers langs te komen. We zijn er drie uur gebleven en wilden de globale aanpak veranderen. Er is níét om het ontslag van Waseige gevraagd, dat kon je tegenover die man niet maken. Er is wel om andere, intensievere, trainingen verzocht. Vreemd dat spelers dat gaan vragen op het einde van een seizoen, maar we hadden het nodig.

“Voor Waseige heb ik veel respect, maar misschien was zijn verhaal door de leeftijd wat trager, meer gedragen. Hij vertelt iets in tien zinnen, waar een ander dat in één zin doet. Coherent, dat wel, maar op een gegeven moment zei hij zelf : ‘Ik moet er hier mee ophouden, want ik ben de enige die naar mezelf luistert. ‘ De voorzitter heeft er allicht met de trainer over gepraat, want sindsdien is het beter. Renotte geeft weer de trainingen en Waseige voegt er zijn opmerkingen en ervaring aan toe.

“De nederlaag in Oostende heeft de voorzitter ontzettend ontgoocheld. Misschien speelde toen op de achtergrond al de problemen met de licentie, dat weet ik niet. Hij reageerde in alle geval hevig, ging fluitjes kopen, spelers ontslaan, iedereen in zee gooien, zei dat hij ons niet wilde betalen… Je moet hem kennen, die storm waait wel over. We zíjn betaald, er ís gespeeld, niemand werd ontslagen, de fluitjes zijn níet aangekocht en we wónnen van Lierse. Hij had onze lonen zelfs al de dag voor de wedstrijd gestort. Johan zegt wel eens meer van die dingen. Johan is Johan, je moet hem laten razen.”

M ei. Winst bij Charleroi (1-2) geeft Brussels plots ademruimte, de redding wenkt, de zege van de zekerheid wordt thuis behaald, tegen het Cercle van de ex-trainer. Morgen/donderdag volgt de behandeling in beroep van de licentieaanvraag.

Haydock : “De moeilijkste match van de laatste drie was wellicht die tegen Charleroi en net daar speelden we de beste van het seizoen. De eerste keer dit seizoen dat ik fun had op het veld. De licentie komt in orde, denk ik, ik hoor goeie echo’s. Misschien dat de figuur Vermeersch met zijn houding en uitspraken sommige mensen stoort, maar het is iemand die leeft met en voor zijn club. Het is dankzij de voorzitter dat deze club dit seizoen kleur en folklore in de competitie bracht.”

door Peter T’Kint

‘In elke ploeg zijn de ongelukkige jongens diegenen die ernáást vallen. Bij ons spéélden ze.’

‘Waseige vertelt iets in tien zinnen, waar een ander dat in één zin doet.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content