Johan Van Raemdonck

© koen bauters

In deze donkere dagen kruiden vier scheidsrechters uit vier verschillende afdelingen dit kerstnummer met hun liefde voor de arbitrage. Deel vier: Johan, de Cécémelref.

Zijn training zit er net op. Johan Van Raemdonck (50) wandelt de kantine binnen. Wil hij iets drinken? ‘Een koude chocomelk, graag.’ Een grappige imitatie van het personage Marc Vertonghen uit de tv-reeks F.C. De Kampioenen, zo lijkt het. Maar Van Raemdonck blijkt bloedserieus. ‘Ik las ergens dat Cécémel een van de beste recuperatiedranken is. En effectief: mij helpt het.’

Nadat zijn scheidsrechtercarrière hem tot in tweede provinciale leidde, fluit Van Raemdonck nu enkel nog bij de jeugd in het Waasland. Maar hij blijft zijn hobby ernstig nemen. ‘Thuis ligt het boekje met de voetbalregels op mijn toilet. Telkens ik daar zit, blader ik er eens door. Meestal pak ik dat boekje ook mee naar de match. Als er discussie is, kan ik de spelers na de wedstrijd tonen wat het reglement zegt. Ook op het terrein probeer ik mijn beslissingen al uit te leggen. Ik zie het als een deel van mijn rol om die jonge spelers mee op te leiden. Soms komt protest voort uit onwetendheid.’

Van Raemdonck voelt nog veel respect, zegt hij. ‘Enerzijds moet je natuurlijk op je strepen staan. Je bent beter overtuigd verkeerd dan twijfelend juist. Aan de andere kant spruit gezag ook voort uit een correcte toepassing van de regels. Ooit liet ik een penalty drie keer hernemen, omdat spelers te vroeg in het strafschopgebied kwamen. Het protest was enorm, maar na de match feliciteerden de twee trainers mij. Zoiets doet veel plezier.’

De trainers zijn sleutelfiguren, vindt Van Raemdonck. ‘Als een speler zijn boekje te buiten gaat in een duel en zijn trainer spreekt hem zelf meteen vermanend toe, dan is dat voor ons een grote hulp. Sinds de verplichte trainersdiploma’s zie ik veel meer coaches die volwassener reageren en meer kennis van zaken hebben. Daarnaast zie ik hun spelertjes almaar vaker goed uitvoetballen. Ook dat maakt onze job makkelijker.’

Van Raemdonck begon in 1998 om een opportunistische reden te fluiten. ‘In de krant stond dat je als arbiter gratis naar alle matchen in de eerste klasse mocht. ( lacht) En ik was Beverensupporter.’ Intussen is die gratis toegang al lang niet meer zijn enige drijfveer, maar soms pikt hij nog eens een match van Waasland-Beveren mee. ‘Als Anderlecht daar een penalty krijgt, roepen de fans weleens: ‘Voetbalbond, maffia!’ Vroeger dacht ik dan: typische supporterspraat. Maar toen ik hoorde dat bij operatie Propere Handen ook twee toprefs in opspraak kwamen, flitste even door mijn hoofd: straks moet ik die fans nog gelijk geven. Gelukkig zijn op ons niveau weinig mensen met die affaire bezig.’

Intussen blijft Van Raemdonck op Facebook onverstoorbaar reclame maken voor de arbitrage. Vaak post hij foto’s van zichzelf in scheidsrechterplunje. ‘Ik vind het mijn plicht om de jeugd te tonen hoe leuk arbitrage kan zijn.’ Vorig seizoen hield hij ook een wedstrijdje in de lijn van het tv-item De Stoel op Eén. ‘Dan nam ik een foto van het veld waar ik moest fluiten. De eerste van mijn Facebookvrienden die kon raden waar ik was én mij bij dat veld kwam opzoeken, trakteerde ik op een Cécémel.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content