People management, transfers, financiën, relaties met het bestuur, de ego’s beschermen, de technische staf op een lijn krijgen, communicatie. Of hoe John van den Brom zich tot de nieuwe patron van het paars-witte huis heeft opgewerkt.

Ik ben hier nu tien jaar en ik heb intussen wel begrepen dat de belangrijkste man bij Anderlecht de trainer is”, weet Herman Van Holsbeeck. Het werk van John van den Brom vat hij als volgt samen: “Het is van uitermate groot belang een sfeer van vertrouwen te creëren, zowel tussen trainer en spelers, als tussen trainer en bestuur.”

We hebben jarenlang de indruk gehad dat iemand zoals AriëlJacobs niet meer dan een schakel in het organigram van Anderlecht was. Met Van den Brom is dat wel even anders. De Nederlander legt in zowat elk aspect van de club zijn wil op.

John heeft inzage en inspraak

Herman Van Holsbeeck: “Ook met Frankie Vercauteren en Ariël Jacobs probeerden we een open discussie te voeren door hen te betrekken bij de gesprekken over de financiële situatie van de club en de transfers, maar dat verliep niet altijd even vlot. Met Van den Brom lukt dat beter. Als het financieel gezien even wat minder gaat, brengen we hem daarvan op de hoogte. We hebben hem duidelijk gemaakt dat ook hij natuurlijk wedstrijden moet zien te winnen en hij weet dat hij niet elke speler die hij wil ter beschikking zal krijgen.” Allemaal goed en wel, maar daar waar Jacobs weinig tot geen inbreng in het transferbeleid had, wordt er nu wel naar Van den Brom geluisterd. Hij was de enige die Bram Nuytinck erbij wilde en hij heeft hem ook gekregen. Samuel Armenteros en Demy de Zeeuw werden al langer gevolgd door de Anderlechtscouts, maar ook die twee stonden hoog op Van den Broms verlanglijstje. En ook die twee zijn gekomen.

John consulteert zijn netwerk

Armenteros en De Zeeuw zijn niet de enige twee nieuwkomers die er via het netwerk van John van den Brom zijn gekomen. “Op de Belgische spelersmarkt lopen er niet meteen 36 spelers rond die Anderlecht kunnen komen versterken”, weet Van Holsbeeck. “De binnenlandse spelers die een versterking voor Anderlecht kunnen betekenen, kan je op één hand tellen, dus moet je je als club al snel op de buitenlandse markt richten. Dan is het een groot voordeel als je een Nederlandse trainer hebt. Nederlanders zitten immers over de hele wereld verspreid en dat maakt dat Van den Brom heel wat interessante contacten heeft. De Nederlanders zitten in Oekraïne, Rusland, Azerbeidzjan, Honduras, Mexico en ga zo maar door. Daardoor kan Van den Brom al snel een keer contact opnemen met een landgenoot om diens mening over een bepaalde speler te vragen. Neem nu Andy Najar die we in januari hebben aangetrokken. Een Hondurees die in de Verenigde Staten speelde. Onze scouts hadden die jongen al een keer of vijf aan het werk gezien, maar dat is niet per se voldoende om een goed beeld van hem te hebben. Via Van den Brom hebben we contact kunnen opnemen met een voormalige Nederlandse international die in de VS woont en die Najar al dertig keer had zien spelen. Die man kent de Amerikaanse competitie ook en weet wat voor iemand Najar is. Hoe het met zijn thuissituatie zit, wat voor mentaliteit hij heeft en ga zo maar door. Het is belangrijk dat je zulke dingen weet wanneer je een speler met een andere culturele achtergrond aantrekt. Denk maar aan Matías Suárez en de aanpassingsperiode van tweeënhalf jaar die hij nodig had voor hij wist uit te groeien tot de beste speler van de Jupiler Pro League. Ik weet nog goed dat een heleboel mensen zich tijdens die aanpassingsperiode afvroegen wat we nu weer in Argentinië waren gaan halen.”

John zet de voorzitter op zijn plaats

Na de transfer van Nuytinck gaf Roger Vanden Stock toe dat hij de Nederlandse verdediger niet echt kende, maar dat Van den Brom die versterking wel verdiend had na de kwalificatie voor de Champions League. Daar werd in de kranten al snel van gemaakt dat de voorzitter zijn trainer een cadeautje had gegeven en daar was Van den Brom niet mee gediend. Hij liet dan ook meteen weten dat hij de taal van de voorzitter ongepast vond. We kunnen ons geen Anderlechtcoach herinneren die zijn voorzitter in de media op zijn plaats heeft gezet. “Ik heb niet de indruk dat ik iets uitzonderlijks heb gedaan”, zei Van den Brom daarover in Humo. “Ik ben wie ik ben en ik werk op de manier die mij het meest gepast lijkt. Het spreekt voor zich dat ik me goed heb laten inlichten – ook door mensen van binnen de club – over wat er voor mijn komst binnen de club zoal is gebeurd. Nu is er een duidelijke communicatie rond het team en weet iedereen wat hij moet doen.”

John vraagt een tweede assistent

Geert Emmerechts werkt sinds vorige zomer bij de A-kern. Voorheen was Emmerechts coach van de beloften, maar van den Brom wilde hem per se bij de A-kern. “John gaf meteen aan dat hij altijd met twee assistenten heeft gewerkt”, legt Emmerechts uit. “De plaats van tweede assistent werd me aangeboden, maar makkelijk was het in het begin zeker niet. In eerste instantie omdat ik het gewoon was om zelf te coachen en ook wel omdat ik me aan de trainingsmethodes van John moest aanpassen. Dat heeft wel even geduurd. Ik ben het nog niet helemaal gewoon, maar het gaat steeds beter. Zijn oefeningen zijn echt heel apart. Bijna alles wordt met bal gedaan, zelfs het merendeel van de opwarming. En hij is steeds op zoek naar nieuwe oefenvormen.” Emmerechts merkt ook dat zowel hij als Besnik Hasi in grote mate mee bij het beleid van John van den Brom wordt betrokken. “Hij vraagt regelmatig onze mening. John is niet bepaald het type T1 dat alles alleen wil beslissen. Als hij een nieuwe speler op het oog heeft, vraagt hij ons om hem te gaan scouten en een volledig scoutingverslag af te leveren. Vervolgens is hij degene die met het bestuur gaat onderhandelen.”

John beschermt de rebellen

Na de domme rode kaart van Milan Jovanovic tegen Standard veegde Van den Brom de Serviër publiek de mantel uit. Gewaagd, maar daarmee was de zaak meteen ook van de baan. Er volgde zelfs geen boete. Hetzelfde geldt voor de laattijdige terugkeer van Dieumerci Mbokani na de Afrika Cup. Ook met Lucas Biglia was Van den Brom opvallend coulant. Na diens migrainevakantie naar Argentinië kreeg hij meteen zijn aanvoerdersband terug. Resultaat? Na zijn doelpunt tegen Standard liep Biglia richting bank, recht in de armen van zijn coach. “Of het nu over Jovanovic, Mbokani of Biglia gaat, Van den Brom heeft ons telkens gevraagd wat wij van de zaak dachten”, zegt Emmerechts. “Ik had meteen begrepen dat hij niet van plan was om Biglia een boete te geven. Hij weet immers dat de Argentijn, net zoals Mbokani en Jovanovic, een sleutelspeler is en heeft dan ook een goede band met elk van hen.”

Na de topper tegen Standard weigerde Biglia enkele vragen van een journalist te beantwoorden. En hoewel Van den Brom zelf een liefhebber van open communicatie is, zag hij geen kwaad in de reactie van zijn aanvoerder. Het Anderlechtbestuur denkt er net zo over: “Als we voor zulke zaken al een boete moeten geven…”, aldus Herman Van Holsbeeck. “Biglia zat niet goed in zijn vel na wat er in januari allemaal is gebeurd. Het is geen geheim dat de band tussen Biglia en het bestuur niet meer dezelfde is als voorheen en ook het contact met de pers verloopt steeds moeizamer. Het belangrijkste is evenwel dat hij nog steeds geliefd is bij zijn ploegmaats.” Van den Brom legt uit waarom hij zo weinig mogelijk zijn stem verheft in de kleedkamer: “Ik kan heel streng en direct zijn wanneer mijn spelers niet doen wat ik van hen verlang. Maar ik weet ook dat een rustige sfeer voor een voetballer het allerbelangrijkste is. Die rust moet je als trainer creëren, niet in het minst door zelf zo sereen mogelijk te zijn.” Van den Brom weet maar al te goed dat je een Afrikaan, een Zuid-Amerikaan en een Joegoslaaf op een totaal verschillende manier moet aanpakken. “Een Joegoslaaf is doorgaans een erg fiere jongen met een vurig temperament. Je komt al snel wat meer over hen te weten als je een paar typische zaken over de Joegoslavische cultuur opzoekt. Ik heb in het verleden als speler vaak genoeg de kamer met een Joegoslaaf gedeeld om te weten hoe die gasten in mekaar zitten.” Het is ook niet de stijl van Van den Brom om boetes of sancties uit te delen voor pietluttigheden zoals te laat komen op training. “Dat kan iedereen overkomen, ook mij. Als ik me daar al over zou opwinden, zou ik me een politieagent voelen en al snel gek worden van mezelf.”

John houdt de bankzitters rustig

Tom De Sutter en Sasja Iakovenko hebben recht en reden om lastig te zijn. Als ze spelen, doen ze dat meestal goed en scoren ze zelfs regelmatig. Toch komen ze eerder zelden aan spelen toe. Maar veel ophef maken ze daar niet over. De reden? Van den Brom heeft hen meteen duidelijk gemaakt hoe de kaarten liggen. Zijn uitleg voor Tom De Sutter: “Je speelt als Mbokani er niet is.” En voor Iakovenko: “Je speelt beter als invaller dan als basisspeler.” De Nederlander erkent dat hij het gedrag van de bankzitters nauwlettend in het oog houdt. “Telkens wanneer we scoren, kijk ik wie er enthousiast opspringt van de bank en wie er blijft zitten. Dat is een ideale manier om te zien hoe de sfeer binnen de groep is. Als iedereen opspringt, is dat een goed teken, maar als er enkele blijven zitten, weet je hoe laat het is. Ik maak er een punt van elke speler het gevoel te geven dat hij belangrijk is.”

John the great communicator

Het sprekend gemak en de rust waarmee Van den Brom de media te woord staat, staat in schril contrast met de voorgaande trainers. Het heeft nochtans een tijdje geduurd vooraleer Van den Brom doorhad hoe de media in België werken. “Hij was verrast dat hij na de wedstrijd soms wel acht interviews aan radio en tv moest geven vooraleer hij aan de persbabbel voor de geschreven pers kon beginnen”, legt David Steegen uit. “In Nederland is dat deel van de job vier keer minder zwaar. John had het aanvankelijk ook moeilijk met het feit dat Belgische journalisten zo geïnteresseerd zijn in de dingen die losstaan van het voetbal. Hij heeft de indruk dat we hier ook constant aan politiek doen. Maar hij heeft zich weten aan te passen, vooral omdat hij de verschillen met Nederland aanvaard heeft. John beseft maar al te goed hoe belangrijk een duidelijke communicatie is”, aldus Steegen. “Ik zal een voorbeeld geven. Op het moment dat wij ervan overtuigd waren dat Samuel Armenteros pas in juni zou komen, verklaarde de voorzitter van Heracles op de Nederlandse televisie dat de spits toch al in januari naar ons zou komen. John heeft ons daar meteen van op de hoogte gebracht en stuurde aan op een snelle communicatie over dat onderwerp. Op die manier konden we trouwens twee vliegen in een klap slaan en de geruchten over de transfer van Kléber ontkennen. Van den Brom houdt zelfs de interviewaanvragen van de spelers mee in de gaten. Voor de topper tegen Club Brugge dachten we aanvankelijk twee spelers af te vaardigen voor interviews, maar Van den Brom stond erop dat we slechts een speler beschikbaar stelden en dat er geen mogelijkheid tot individuele interviews was. Daartegenover staat dat hij zich soms ook heel flexibel kan opstellen. Hij luistert altijd naar wat we te zeggen hebben en neemt steevast een beslissing in samenspraak met de communicatiedienst.”

DOOR PIERRE DANVOYE – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“De oefeningen van Van den Brom zijn apart. Bijna alles wordt met bal gedaan, zelfs het merendeel van de opwarming.” Geert Emmerechts

“Van den Brom houdt zelfs de interviewaanvragen van de spelers mee in de gaten.” David Steegen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content