Een flashback kregen we zondag, toen kersvers Parijs-Roubaixwinnaar John Degenkolb (26) in blote torso en met bestoft gelaat geïnterviewd werd. Naar die avond vorige zomer, toen we hem en voetballer Tim Matthys, de man achter zijn Vlaamse fanclub, interviewden net voor het Natourcriterium in Roeselare. DeDuitserarriveerde er in een ‘gewone’ Skoda, het haar evenveel in de war als vorige zondag na de aankomst en gehuld in een marcelleke, half in zijn jeansbroek gestopt. Net een metser die van een werf kwam.

Allerminst een vedette, maar een innemende persoonlijkheid die vertelde hoe hij in de criteriums een band met de Belgische fans wilde smeden zodat ze hem dit voorjaar als een held zouden aanmoedigen. Dolgraag wilde hij immers ‘flandrien’ worden. “En als je geen Vlaming bent, kan dat slechts op één manier: de Ronde of Parijs-Roubaix winnen.” Al had, bekende Dege, de Hel wel een streepje voor. Van zijn vrouw had hij voor zijn eerste deelname in 2011 de documentaire ‘Road To Roubaix’ cadeau gekregen. “Víér keer na elkaar heb ik die dvd bekeken. Finishen op de piste. Magisch!”

De fascinatie werd nog groter toen hij er vorig jaar als tweede eindigde. Na een race waarin de voorheen te vaak gestresseerde Degenkolb – zo vertelde Roy Curvers onlangs in een portret van zijn ploegmaat in Sport/Voetbalmagazine – een mentale klik had gemaakt. Niet gepanikeerd na pech, op zijn team gerekend om de eerste kloof te dichten en vervolgens zelf de helft van het peloton voorbijgesneld. “Straf “, aldus Curvers, “dat John nog tweede werd en vooral: rustig is gebleven. Hét bewijs dat hij klaar is om een monument te winnen.”

Dat in gedachten trainde de renner van Giant-Alpecin zich de voorbije winter dan ook verrot, want Johnny wilde good zijn. Véry good. Terwijl veel van zijn concurrenten er niet eens meer starten, had hij vóór de slotklimtijdrit in Parijs-Nice al drie uur gefietst, waarna hij op de Col d’Eze intervalblokken inlaste om de typische, hoogintensieve inspanningen in de finale van een Milaan-Sanremo of een Parijs-Roubaix te simuleren.

Een week later sprintte Degenkolb oppermachtig naar zijn eerste klassieke zege op de Via Roma. ’s Avonds trakteerde de collectief denkende Duitser zijn ploegmaats op een etentje in het Hard Rock Café van Nice, al bleef het wel bescheiden. Want: de Ronde en Parijs-Roubaix moesten nog komen. In Vlaanderens Mooiste bleek de Paterberg net te steil, maar op de andere hellingen had de inwoner van Frankfurt wonderbenen, vertelde hij insiders. En dus werd de focus nog meer aangescherpt in aanloop naar de Hel. Verschillende keren checkte hij zijn fiets bij de mecaniciens, onder meer het extra remmetje dat de detaillist op zijn stuur had laten monteren. Deutsche Gründlichkeit.

Bovenal werd een strijdplan met de ploeg uitgedokterd. Gericht op de aanval, niet op de verdediging, zoals vorig jaar. En met als leuze: ‘Wees niet bang om te falen.’ Het bleek dé mindset voor Dege om de missie te doen slagen. En op de piste te zwaaien met zijn gedroomde kasseisteen. Uiteraard in het bijzijn van zijn teamgenoten. Want, vertelde Tim Matthys in het interview vorige zomer: “Na een zege de vreugde met je ploegmaats delen, dáár doe je het voor.” En dat beseft zijn wieleridool als geen ander.

DOOR JONAS CRETEUR

Terwijl veel van zijn concurrenten er niet eens meer starten, had Degenkolb vóór de slotklimtijdrit in Parijs-Nice al drie uur gefietst.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content