Geboorteplaats en -datum?

Geraardsbergen, 9 maart 1985.

Welke sporten beoefen je zelf?

Tot mijn knieblessure in 2005 speelde ik minivoetbal bij ‘Real Scoormachien’, waar ik ook voorzitter van was. In mijn jeugd was ik drie jaar aangesloten bij FCE Moerbeke, de lokale club uit mijn dorp. Sinds kort ben ik bij Moerbeke mee verantwoordelijk voor de transfers. Een groot voetbaltalent is er aan mij niet verloren gegaan, want mijn bijdrage voor de ploeg leverde ik vooral op het vlak van de sfeer. ( lacht) Ook fietsen heb ik een tijdje gedaan. Ik heb een paar keer deelgenomen aan 24 uurwedstrijden, waarbij je in één dag zo veel mogelijk kilometers moet afmalen. Een van die wedstrijden, in Welle, heb ik gewonnen, met 707 kilometer op de teller!

Welke sporten volg je passief?

Vooral het wielrennen, veel meer dan het voetbal. Op het einde van zijn leven ben ik bevriend geraakt met Frank Vandenbroucke. We ontmoetten elkaar voor het eerst op de Koppenbergcross in 2007 en nadien kwam hij bij ons in de buurt wonen, in Steenhuize. In die tijd ging ik mee naar al zijn wedstrijden: vooral criteriums en koersen voor de elite zonder contract. Op den duur raak je vertrouwd met het wereldje: ik reikte al eens een drinkbus aan of hielp bij het vervangen van een wiel. De laatste tijd probeer ik het petekind van Frank te volgen, Franklin Six. Hij fietst bij de nieuwelingen.

Heb je idolen in de sportwereld?

Frank was mijn absolute idool. Sinds de Scheldeprijs van 1996 was ik onvoorwaardelijk fan. Als tiener reed ik mijn eigen koers om op tijd terug te zijn van school om Vandenbroucke op tv aan het werk te zien in de Ronde van Italië en de Ronde van Spanje. Het was een fantastische gast, maar hij had een andere logica dan de meeste mensen.

Heb je één absoluut kippenvelmoment, een sportmoment dat op je netvlies gebrand staat?

De etappezege van Frank Vandenbroucke in de Vuelta van 1999 in Avila. Hoe hij daar wegrijdt van de rest van de kopgroep, dat is echt onvergetelijk.

Je verwierf naambekendheid in de sportwereld met je stemmenimitaties. Wie is het meest dankbaar om te imiteren?

Johan Museeuw. Hij heeft een heel typische stem en een herkenbaar accent.

Krijg je vaak reacties van de mensen die je nadoet?

Via Facebook stuurde Olivier Deschacht me een berichtje dat hij mijn imitaties wel grappig vindt. Patrick Lefevere, die ik ook soms nadoe, heb ik al ontmoet, maar hij heeft me er niets over gezegd. ( lacht)

DOOR BREGT VERMEULEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content