Het duurde even voor Club Brugge in zijn plooi lag. Peter Van Der Heyden legt uit waarom. ‘Iedereen zocht hier lang op zijn eilandje naar antwoorden.’

Het is dinsdag en Geert De Vlieger (39) heeft net de spelersgroep meegedeeld dat hij in mei stopt met voetballen. Ze kunnen bij Club meteen geld inzamelen voor een cadeautje. Misschien in tweevoud, want ook Peter Van Der Heyden, in juli 35, is einde contract. Vorig seizoen kwam hij in januari naar Club Brugge, als doublure voor Michael Klukowski en straks loopt zijn verbintenis af. Is hij al met het leven na de sport bezig? Van Der Heyden: “Ik voel me op dit moment zeer goed en dan is dat eigenlijk ver van mijn bed, moet ik zeggen. Geert heeft wel gelijk, hij moet het na zo’n schitterende carrière niet meer op een ander gaan zoeken. Kunnen stoppen bij Club Brugge, ik zou daar voor tekenen.”

Stel dat Club de optie niet licht, dan moet jij je afvragen: wil ik lager dan Club voetballen?

Peter Van Der Heyden: “Dat ga ik dan inderdaad voor mezelf uitmaken, maar ik zet daar geen tijdsdruk op. Het is aan Club zelf om die dingen eerst uit te klaren. En ik denk dat ze daar nog niet uit zijn. Ik verwacht wel snel duidelijkheid. Ik denk dat de optie voor 31 maart moet worden gelicht, maar weet je dat ik de data zelfs nog niet eens heb nagekeken? Uiteindelijk: ik voetbal, en op dit moment loopt het allemaal goed. Meer kan ik nu niet doen.”

Geert De Vlieger heeft zich voorbereid op het afscheid, in de vorm van trainerscursussen. Heb jij plannen?

“Ik heb geen trainerscursussen gevolgd, maar ben wel met andere zaken bezig. Mijn vrouw zelfs nog iets meer, we hebben een pand in het centrum van Brugge waarmee we iets gaan doen. Wellicht wordt dat het vervolg op mijn loopbaan.”

Een winkel?

“Een genre van, ik laat dat liever nog wat geheim. Ik probeer me te focussen op het voetbal en hoop dat daar nog iets positiefs uit de bus komt. Maar ik ben er wel op voorbereid dat de kans erin zit dat het gedaan is.”

Positie

Júnior Díaz werd vorige zomer binnengehaald en in december viel de naam van Derick Tshimanga. Club zoekt wel naar alternatieven.

“Ze hebben JúniorDíaz gehaald, maar inmiddels speel ik nog altijd.”

Hij is niet beter dan jij?

“Ik vind hem niet beter, neen. Tshimanga wel, dat vind ik zelfs een hele goeie. Nu is wel de vraag: hoe keert die terug uit zijn blessure en hoe lang gaat dat duren? En er zullen nog wel andere clubs achter hem aan zitten, het is niet gezegd dat Club Tshimanga binnenhaalt. Ik ben vorig jaar naar hier gekomen als doublure voor Klukowski. Ligt die rol van doublure weer klaar voor mij? Zo ja, dan aanvaard ik dat. Is zelfs dat niet meer weggelegd voor mij, dan moet ik dat ook aanvaarden.”

“Ik vind het een zeer onderschatte positie. Velen schrikken ervan wat zo’n jongen allemaal moet kunnen, verdedigend én aanvallend. Ik herinner me nog dat Trond Sollied zei dat de links- en rechtsachter de schakels waren van zijn systeem. In principe zijn het ook jongens die elke wedstrijd spelen.”

Moet je in de eerste plaats een goeie verdediger zijn?

“Persoonlijk vind ik de mengeling van aanvallende en verdedigende kwaliteiten belangrijker dan het verdedigende aspect. Louter moeten verdedigen gebeurt geen vijftig keer op een wedstrijd. Je hebt veel meer situaties waarin je moet opschuiven. Ik zou nooit een back kiezen puur op zijn verdedigende kwaliteiten. Dan doe je de ploeg te kort. En dan spreek ik echt niet vanuit mijn eigen kwaliteiten.”

Evenwicht

Op momenten dat Club geregeld verloor, voor Nieuwjaar, leek het wel of er een aanvallend Club was en een verdedigend Club. En dat de twee niet in elkaar vloeiden.

“De ruimte tussen die twee linies was veel te groot, dat klopt. Dat had te maken met het feit dat we twee centrale middenvelders hadden met aanvallend ingestelde kwaliteiten: VadisOdjidja en KarelGeraerts. Dat was te veel. We hadden nood aan iemand die voor de verdediging bleef. Geen patron, maar een centrale middenvelder met de taak om daar te blijven en het spel te verleggen. Die stabiliteit is er nu. Dat is de verdienste van Jeroen Simaeys, die daar zeer eenvoudig speelt. Je moet jongens als Vadis of Karel niet willen veranderen, je moet ze inschakelen in het beste systeem.

“Wat we ook zouden moeten kunnen – maar voor het thuispubliek ligt dat zeer moeilijk – is nog meer afwachtend spelen. Anderlecht hier zien spelen? Wachten en counteren. Als je voelt dat het in een wedstrijd wat minder gaat, moeten we durven achteruit kruipen, spits op de middellijn zetten en afwachten. Anders vergalopperen we onszelf. En dan kun je misschien iets meer punten halen met iets minder mooi voetbal. Goed kunnen voetballen is ook kunnen voetballen in een goeie organisatie.”

Stonden er soms te veel artiesten op het veld?

“Ik vond de balans soms minder, maar de trainer bepaalt de ploeg. Die zal het ook wel gezien hebben en intussen is het hem gelukt om al die persoonlijkheden en stijlen in mekaar te passen. Je ziet dat we nu standvastiger zijn. Als het middenveld altijd open ligt, klopt er iets niet. Dan kan je geen organisatie houden. Ook niet Club Brugge, ook niet tegen de mindere ploegen. De verdediging kreeg bakken kritiek op alle goals, maar dat was niet te houden.”

Was het probleem ook niet dat er in aanvallend opzicht weinig volk voor doel was?

“Absoluut. In voetbal draait het om goals maken. Als je onze statistieken bekijkt, zie je wie de doelpunten maakt: Perisic en Vargas. Dat zijn niet de échte spitsen. We moeten de spitsen meer in positie kunnen brengen zodat ze tot scoren komen.”

“Dat ligt aan de aard van de speler.”

Conclusie: de linkerflank haalt offensief nooit zoveel rendement als de rechter.

“Dat kan. Ik denk dan maar dat mensen die iets van voetbal kennen wel zien hoe de vork in de steel zit.”

Scheidsrechters

Je kreeg twee keer geel op Stayen en op Mechelen werd je van het veld gehaald uit vrees voor een nieuwe uitsluiting. Hoe kwam dat? Mindere periode, anderen die hun taken niet uitvoerden, inschattingsfouten van jezelf?

“Dat had te maken met de perceptie van de scheidsrechters. Daar schieten ze dikwijls te kort. Mijn rechtstreekse tegenstander maakt een beweging op twee meter van mij en vliegt dan tegen mij. Als een scheidsrechter denkt dat ik mij als dertiger laat vangen aan een snotneus van achttien, ben je verkeerd bezig. Dan lees je de wedstrijd niet goed. Dan moet je tegen die jonge snaak zeggen: zo wordt in eerste klasse niet gevoetbald. Iedereen kent de namen van spelers die maar een vlieg moeten voelen om zich te laten vallen. Scheidsrechters moeten daar ook op letten. Waarom liep Buffel in Genk nog op het veld? Omdat het Genk is en niet Brugge? Waarschijnlijk. Als je Barda hoort zeggen: ik ben een speler die zich direct laat vallen … Informeren scheidsrechters zich dan niet vooraf? Weten ze wel wat voor ergernis ze losmaken? Ik scheer hen lang niet allemaal over dezelfde kam en ik weet dat het moeilijk is, maar ik heb de indruk dat sommigen niet beseffen wat de impact is van hun ingrepen.”

Hadden veel van jullie rode kaarten niet te maken met eigen nervositeit en impulsiviteit?

“Ik geloof daar niet in. Je hoort mij niet zeggen dat we allemaal engeltjes hebben, maar je gaat mij ook niet vertellen dat wij een bende hooligans zijn. Is het een visie op onze spelers of op Club Brugge? Ik zou niet weten wat het anders kan zijn. Met rechtvaardigheid heeft het niks te maken. En nervositeit van de speler is een te gemakkelijk excuus. Dat zou inhouden dat een speler die reageert altijd gestraft moet worden. Is dat rechtvaardigheid?”

Waarom is de analyse van de trainer dan vaak dat Club het over zichzelf afroept?

“Omdat het niet de bedoeling is met de vinger te wijzen en anderen altíjd de schuld te geven. Er zijn ook fases die we aan onszelf te danken hebben. Misschien moeten we iets meer op de tanden bijten of, zoals Sollied destijds zei, tot tien tellen en dan wegstappen om te kalmeren.”

Geen uil

Is in jouw ogen Adrie Koster nu bevestigd voor volgend seizoen?

“Ik denk dat hier niks van bevestiging is. Voor niemand. In het geval van een Europees ticket wel. Ik denk dat ze wel menen wat ze zeggen. Maar we hébben het nog niet, hé. Nu goed, de trainer is geen uil, hij weet goed genoeg wat er wordt gevraagd bij Club Brugge. En wij kunnen ook niet leven met ‘maar’ play-off 2. We hébben hier ook goeie shotters lopen. De vraag was alleen: hoe gedragen ze zich en hoe passen we ze in de ploeg?”

Is hun gedrag een probleem geweest?

“Ik denk dat het grote probleem was dat velen geen houvast hadden. Je voelde dat er geen balans in de ploeg was. Sommigen liepen daardoor geïrriteerd. Soms wilde iemand zelf wat forceren, terwijl het niet moest. Dat soort dingen. Nu is er opnieuw rust en stabiliteit.”

Waren de richtlijnen dan niet duidelijk genoeg?

“Toch wel, kordaat en duidelijk ten opzichte van iedereen. Maar niet iedereen reageert op dezelfde manier en velen moesten misschien eens voelen en zien wat het verschil zou zijn. Dat is nu gebeurd en de trein is vertrokken. De ene kan ook al beter dan een ander om met verlies, met stress, … ”

Je moet niet zeggen dat je weg wil omdat het ergens niet goed gaat. Je moet kunnen vertrekken, omdat het ergens zo goed gaat dat jouw prestaties in dat geheel opvallen.

“Zo zou het moeten, ja. Ik zou nooit zeggen dat ik wil vertrekken, maar ik schiet ook nooit iemand af omdat hij anders redeneert. Ik kan wel denken dat het op één manier niet goed zal komen, maar je kan niet iedereen corrigeren of veranderen. Dat heeft op zich ook niks te maken met voetbal, maar met hoe je als mens op een situatie reageert. Wij zijn, als het niet goed gaat, opgevoed met de gedachte: slikken, doorgaan en twee keer zo hard trainen. Niet met de gedachte: kust ze, ik doe ook niks. Het gaat hier om mensen met andere persoonlijkheden, en het heeft blijkbaar lang geduurd voor de goeie mix werd gevonden.”

Stappen

Vroeger was de hiërarchie in de kleedkamer sterker. Hoe zit het nu met het leiderschap?

“Er is tegenwoordig niemand meer die boven de groep staat. Vroeger keken wij op naar mensen met een carrière of een palmares. Nu speelt het geen rol of je 300 wedstrijden in eerste klasse speelde, of in het buitenland zat.

“Ik vind ook dat het voor een jongere nu moeilijker is dan vroeger. Ze staan veel meer onder druk. Als vroeger de mantel der liefde werd bovengehaald om een avondje stappen toe te dekken, dan is dat nu volledig uit den boze. Direct hakken. Terwijl ik zoiets doodnormaal vind. Je kan van die jonge mannen toch niet verlangen dat ze zich vanaf dag één tot de laatste dag van het seizoen als topprof gedragen en niet meer buitenkomen?”

Hoe wil je fris zijn voor een training als je tot ’s ochtends gaat stappen?

“Ik heb ooit ook twee keer per dag getraind met één uurtje slaap. Of zonder. Wat is het probleem? Als je een hele week hebt om je voor te bereiden …”

Als ik dronken naar dit interview kom, zonder slaap, zal het op niet veel trekken.

“Als je dat regelmatig zou doen, zal jouw job niet lang duren. Dat geldt voor gelijk wie. Als de resultaten achteruitgaan, zal je er na een tijdje niet meer bij zijn. En dan zal 95 procent van die mannen wel snappen waar de oorzaak ligt en dat laten. In plaats van boete dit, boete dat … We leven toch niet in een gevangenis? Hoe kun je nu ontspannen leven en je hoofd eens vrijmaken? Ik zie de laatste tijd een trend om iedereen in het gareel te doen lopen. Ik weet niet of dat nodig is. Menselijk gezien.”

Werkte dat gebrek aan hiërarchie door op het veld?

( denkt na) “Ik denk dat die er bij mij voor zorgde dat ik me 200 procent inzette om dingen te bewijzen ten opzichte van de speler of de trainer of gelijk wie. In dat opzicht speelde het wel, ja.”

Dat is de goeie reactie. En de slechte? Kust ze?

“In het Club Brugge met hiërarchie – de tijd van Verheyen, Verlinden en Clement – werd soms ook slecht gespeeld, hoor. Het is te makkelijk om vanuit een ivoren toren iedereen af te schieten. Zet hier vandaag Andrés Mendoza en dat loopt faliekant af. Elke dag in de krant. Die jonge mannen moeten daar maar tegen opboksen. In een wereld waar meer geld vast hangt aan prestaties, waar alles veel meer wordt uitvergroot. Ga daar maar mee om. Wij hadden een gezelschapsspel en kaarten, nu hebben ze iPhones en iPads. We blijven in de eerste plaats mensen. En een slimme jongen stelt de situatie in vraag én zichzelf. Meer kan je écht niet doen.”

Was er op een bepaald moment nog genoeg respect voor mekaar?

“Ik denk het niet. Iedereen zocht wat op zijn eigen eilandje naar antwoorden. Tot al die eilanden plots aan mekaar gingen klitten. Dan kan ik wel begrijpen dat ook de trainer een tijd heeft moeten zoeken naar de manier waarop hij, uiteindelijk speler per speler, de dingen moest aanpakken. En iedereen maakt daarin fouten. Maar velen hebben nu gevoeld dat we op een andere manier tot een veel beter resultaat kunnen komen. En dan ga je veel rustiger dingen accepteren. Velen hadden het een tijdje moeilijk om af te stappen van hun denken als hen iets anders werd gevraagd. Dat lag moeilijker, ze voelden zich goed in hun wereld en plots moest het anders. Dat lag veel moeilijker dan de praktische dingen als kleren uit elkaar trekken voor je ze in de wasmand gooit. Toen ze zich dan wat opener gingen opstellen, ondervonden ze dat het anders ook kon. Maar het is niet zo dat je in een groep een gedragspatroon kan pompen waarbij iedereen hetzelfde is. Dat gaat niet meer. De ene een schouderklop, de andere een schop onder zijn kont, zo is het. Misschien daarom dat het iets langer heeft geduurd. Het siert de trainer wel dat hij lang vertrouwen geeft aan mensen. Klaarblijkelijk loont dat ook, alleen misschien niet op het tijdstip dat anderen dat voor ogen hadden.”

Heeft de evolutie/revolutie binnen de club op bestuursniveau je verrast?

“Neen. Het was een verwachte evolutie. Of ze nodig was, daar ben ik nog niet helemaal uit. Het is de bedoeling dat de bedrijfsstructuur zodanig wordt ontwikkeld dat wij als speler zo optimaal mogelijk kunnen werken. Voor ons kan dat niet slecht zijn. Maar wat het concreet gaat opleveren, weet ik niet, ik heb geen glazen bol. Misschien maak ik het nog mee, misschien niet.”

DOOR PETER T’KINT

“Je kan van jonge gasten toch niet verlangen dat ze zich vanaf dag één tot de laatste dag van het seizoen als topprof gedragen?”

“Ik ben erop voorbereid dat de kans erin zit dat het na dit seizoen gedaan is.”

“Niet iedereen kan even goed om met verlies, met stress …”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content