Jordi Condom

© belgaimage

Jordi Condom staat bij FC Seraing voor een gelijkaardige uitdaging als een aantal jaar geleden bij KAS Eupen.

1. Bent u blij dat u terug aan de zijlijn staat als hoofdcoach? Dat hebt u drie jaar moeten missen.

‘Ja, ik denk dat het tijd was om naar mijn hart te luisteren. Ik ben 52 jaar en waar ik boven alles van houd, dat is het contact met het terrein, de geur van gras, het contact met de spelers in de kleedkamer. Het doet me geweldig veel deugd om dat terug te vinden. Natuurlijk heb ik veel geleerd als sportief directeur, maar dat is niet hetzelfde beroep. Dat is meer besturen en bureauwerk. Wat wel interessant is, is dat je zo een netwerk kan uitbouwen, dat je anders leert denken, maar op een bepaald moment was het sterker dan mezelf en moest ik de adrenaline terug voelen die alleen coachen je kan geven. Dat drie jaar moeten missen, is al erg veel voor een gepassioneerde zoals ik.’

2. Die terugkeer naar de zijlijn, had dat ook niet bij Eupen gekund?

‘Voor mij wel, ja. Ik heb trouwens lang gewacht om te zien of ze me iets zouden voorstellen, maar dat is niet gebeurd. Het was allemaal niet heel duidelijk met het nieuwe bestuur. En als het niet duidelijk is in het voetbal, betekent dat vaak dat je beter kan vertrekken. Laat ons eerlijk zijn: ik was ook bang om zonder iets te zitten door te lang te wachten. Dus heb ik bij mezelf gezegd dat het beter was om de vlucht vooruit te nemen en te doen wat het beste was voor mij. Ik heb heel wat mooie dingen gedaan en meegemaakt bij Eupen. Vooral in het seizoen 2016/17 toen de club onder mijn vleugels het beste jaar uit zijn geschiedenis draaide. Naast de sportieve resultaten en onze halve finale in de beker van België hebben we dat jaar ook een aantal heel goeie spelers laten ontluiken. Ook op economisch niveau heb ik mijn steentje bijgedragen om de club te doen groeien.’

3. Het is moeilijk om niet de parallel te trekken tussen de situatie van de Metallo’s vandaag en die van Eupen een paar jaar geleden. Is het volgens u te danken aan uw profiel en de balans die u kan voorleggen dat u bij FC Seraing in de picture gekomen bent?

‘Ja, uiteraard en dat hebben ze me ook gezegd. Maar voor hen ben ik in de eerste plaats een trainer. Ze kennen mijn kwaliteiten, ze vinden niet dat ik mezelf nog moet bewijzen. Nogmaals: ik ben 52 jaar en ik denk dat ik een bepaalde ervaring op het hoogste niveau kan voorleggen. Natuurlijk hebben ze ook aan mij gedacht omdat het hier om een project gaat dat gelijkaardig is met dat van Eupen. Door de samenwerking met FC Metz en met een ploeg uit Senegal. Het is niet helemaal hetzelfde, maar er zijn wel gelijkenissen met het Aspireproject.’

4. Van wanneer dateren de eerste contacten met Seraing?

‘Eind mei kreeg ik een telefoontje van Philippe Gaillot ( adjunct-algemeen directeur van FC Metz en sportief bevoegde bij Seraing, nvdr). Hij overtuigde me om het vliegtuig te nemen en met hem te komen praten. Ik ben er in totaal twee of drie dagen gebleven, daarna ben ik teruggekeerd naar Catalonië, bij mij thuis in Girona, en heb ik de voors en tegens tegen elkaar afgewogen. Ik heb het er met mijn gezin over gehad en we kwamen tot de conclusie dat dit was wat ik diep van binnen wilde. Het bestuur heeft ook erg hard aangedrongen op mijn komst en dat was belangrijk voor mij.’

5. Wat ontbreekt er vandaag bij Seraing om zich te laten inspireren door ploegen als Beerschot en OHL vorig seizoen? Zij moesten nooit vechten voor het behoud.

‘Ervaring, veel ervaring. We hebben een heel jonge kern die we de komende weken zullen moeten versterken. Bepaalde transfers zullen er vanaf deze week komen. Dan spreken we over twee à drie spelers. Daarna moeten we ons nog klaarstomen voor het begin van het seizoen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content