Met de eerste thuiszege van het seizoen breide Beveren een verlengstuk aan het Europese feestje van donderdag. Maar het was op lome benen.

Het klinkt misschien vreemd, maar drie dagen na het succes tegen Levski Sofia en de Europese kwalificatie, stond SK Beveren voor een zespuntenwedstrijd in de competitie. De Waaslanders namen, geheel in de traditie van de club, een zwakke start, met slechts zes punten na zeven wedstrijden. Hoe hij dat in godsnaam verklaarde ? Trainer Herman Helleputte lachte donderdag na een zenuwslopende avond de vraag van een buitenlands journalist weg. “Maakt u zich daarover vooral niet ongerust, dat zijn wij intussen gewoon.”

De redenen zijn de Belgische voetbalvolger bekend : de late komst van spelers, zodat de ploeg slechts na een paar weken in het seizoen vorm krijgt. Met een tussenspurtje, een klein serietje zo ergens in oktober, begin november slaagt Beveren er dan telkens in om zich al rond nieuwjaar te verzekeren van een zorgenvrije terugronde. Het zal dit seizoen allicht niet anders zijn, na de winst tegen Lierse keek Helleputte vooral naar wat nog boven Beveren stond en niet naar de grootte van de kloof met de staartploegen.

Technisch behoort Beveren tot de top in België, meer nog, wellicht is er geen ploeg die gemiddeld over meer balbeheersing bezit dan de Waaslanders, die inmiddels niet alleen een heel elftal, maar ook een volledige bank met Ivorianen kunnen vullen. Als techniek de norm was, werd Beveren zonder twijfel kampioen. Alleen is techniek niet de norm of een garantie voor puntenwinst en dus stond de ploeg bij de start van speeldag acht op vijf na laatste. Ook dat heeft zijn redenen. Complementariteit, efficiëntie, veldbezetting en concentratie. Regelmaat. Daar mangelt het aan.

Complementair is het geheel, het is een lust voor het oog om de spelers zich van achteruit een weg naar voren te zien voetballen. Vaak met compact spel, vertrekkend desnoods vanuit de eigen backlijn. Jouer betekent in het Frans ook spelen en dat beheersen de Ivorianen als geen ander. Geen bal die, hoe hard ingespeeld ook, van de voet springt, het contrast maakte donderdag van Levski een trage, zeg maar logge ploeg en ook Lierse was op dat vlak een matige tegenstander met geregeld technische foutjes. Alleen met de efficiëntie van het balbezit wil het nog fout lopen. Neem Diallo, een lust voor het oog : snel, vaardig, dribbelsterk, bovendien een werker. Een speler die je, om het met de woorden van Jean-Marc Guillou te zeggen, “tegelijk doet sterven en opleven.” Want aan het einde van een dribbel of een schitterende beweging volgt steevast een gebrek aan overzicht, een foute pass of een slecht schot.

Idem zondag bij die andere flank, bij Tokpa, die het zodanig bruin bakte in passing en opstelling dat Herman Helleputte hem even voorbij het halfuur met een wissel uit zijn lijden verloste. Tokpa, laat gearriveerd, zoekt momenteel een tweede adem. Voor hem was de opeenvolging van wedstrijden te groot. Sanogo mist ook efficiëntie, al heeft hij in zich echt alles om een topper te worden. Dat Beveren zondag Lierse klopte, mag aanvallend gezien vooral op zijn conto worden geschreven. Als enige spits zette hij Marco Né op weg naar de 1-0 en forceerde hij de strafschop van de 2-0.

Dat Beveren onderin bengelde, heeft ook een beetje met veldbezetting en recuperatie te maken. Daar toonde Lierse zich de meester. Het was mooi om zien hoe de Pallieters bij balverlies Beveren al direct op eigen helft vastzetten, met een groepje van zes. De lome Waaslanders vonden zelden de goeie oplossing, omdat de flanken niet in de match zaten. Een veel lagere balrecuperatie gekoppeld aan traag opschuiven zorgde ervoor dat Lierse vrij makkelijk, tot dat ene moment net voor de rust, het gevaar van eigen goal kon weghouden. Beveren mocht tikken, dat kan geen enkele ploeg het beletten, maar het gebeurde ver van eigen doel.

Opvallend was ook hoe traag de omschakeling gebeurde. Kon je tegen Levski nog zeggen dat het vooral belangrijk was geen tegengoal te slikken en gold nu misschien vermoeidheid als excuus, dan valt toch niet te ontkennen dat Beveren vooralsnog vaak met één spits acteert en de rest weinig aansluit. Diallo valt als linkermiddenvelder vaak diep terug, net als Romaric (geen tweede spits maar middenvelder), terwijl Né en Junior veelal voor de eigen verdediging hangen. Né scoorde wel, maar moet in principe veel vaker in steun komen van Sanogo.

De wedstrijd tegen Levski was ongetwijfeld één van de hoogtepunten in de carrière van doelman Marc Volders, al een paar wedstrijden intussen de uitstekende vervanger van Barry Copa. Bij de start van het seizoen zat Beveren op dat punt met een probleem. Na het afhaken van David Meul en Philippe Deckers was de vraag wie de club zou aantrekken als tweede keeper. De jonge tiener Davino Verhulst mocht dan wel ambitieus zijn, in de oefencampagne bleek dat het grote werk nog wat vroeg kwam voor hem. En dus werd gezocht naar een valabele vervanger die de grillige Copa wat het vuur aan de schenen kon leggen. Copa heeft in principe veel om uit te groeien tot een topkeeper, maar de Ivoriaan heeft te weinig drive om te werken aan zijn tekortkomingen. Het spektakel verbloemt soms ook het gebrek aan techniek.

Het contract ging uiteindelijk naar Mark Volders, een van de slachtoffers van het falliet van Lommel SK. De beer uit Diest die zich heel makkelijk in een groep integreert dankzij zijn spontane karakter, had er net de strijd om het nummer één gewonnen, toen de Noord-Limburgers failliet gingen. Volders bleef een tijdje werkloos en sloot dat seizoen uiteindelijk af met training bij RC Genk.

Wat volgde, was voor hem een jaar vol miserie. Hij probeerde aan een contract te raken in Engeland, maar de Wolverhampton Wanderers kozen na een test van drie weken uiteindelijk voor een andere doelman, terwijl Coventry hem, na een test van één week, een contract aanbood dat de overstap naar Engeland niet wettigde. Volders : “Ik heb toen misschien de fout gemaakt te denken dat ik nog wel elders onder contract zou raken. Dat mislukte echter.” Na maanden werkloosheid viste Geel hem op, maar ook dat avontuur werd geen succes.

Dat is zijn passage op de Freethiel tot dusver wel. Cruciale saves, de ene al wat moeilijker dan de andere, hielden zijn ploeg donderdag in de running voor de Uefabeker én zondag overeind tegen Lierse. Het is voor Volders, goed anderhalf jaar zonder noemenswaardig loon, genieten dezer dagen. Of hoe vechtlust en geduld uiteindelijk toch worden beloond.

Nog dit : temperament blijven de jongens ook hebben. Vrijwel elke dag op training is er wel een of ander akkefietje, zeker omdat tackles in hun ogen eigenlijk niet kunnen. Wie er toch eentje inzwiert, krijgt geheid hommeles. Maar, zo getuigt ook Marc Volders, twee minuten later zijn de kemphanen gewoon weer de beste vrienden. Alleen op een veld leidt dat tot problemen. Junior miste de twee duels tegen Levski voor een domme reactie in Vaduz en gaf als aanvoerder in een bitse tweede helft tegen Lierse alweer het slechte voorbeeld door Nino Milenkovic een duw te geven. Op aangeven van de vierde scheidsrechter werd verrassend Manu Eboué naar de kant gestuurd. Toch intomen, dat temperament, al had het zondag die verdienste dat het alvast N’Dri Romaric wakker schudde. Dat scheelde een slok.

Peter T’Kint

Als techniek de norm was, werd Beveren zonder twijfel kampioen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content