Na een opsteker tegen Celta de Vigo herpakte Club Brugge zich tegen Excelsior Moeskroen ook in competitieverband. ‘Als je iets wil bijsturen,’ aldus trainer Trond Sollied, ‘lukt dat het best als je thuis speelt.’

Eindelijk, zuchtte Trond Sollied in de week voor de wedstrijd tegen Excelsior Moes-kroen, mocht Club Brugge nog eens thuis spelen.

“Nooit eerder”, zei de trainer, “maakte ik het mee dat een ploeg zo vaak achtereen op verplaatsing moest voetballen. De laatste twee maanden waren we nauwelijks thuis. En dan hoef ik het niet eens over voetbal te hebben. Waar anders voelt iemand zich zo sterk als in zijn eigen huis, waar hij elk detail, in ons geval elk grassprietje, kent ? Af en toe kan een ploeg op verplaatsing sterk voor de dag komen, maar je beste voetbal breng je altijd in je eigen stadion. Ook omdat je daar gesteund wordt. Tenminste : als je supporters de diepere betekenis van het Engelse woord to support kennen en toepassen. Ik klaag niet, maar na alle heerlijke momenten en emoties die de spelers de supporters het laatste jaar bezorgden, hebben ze in de moeilijke momenten recht op een steuntje in de rug.”

Wat leert u uit een geslaagd Europees duel tegen Celta na een competitienederlaag tegen Germinal Beerschot ?

Trond Sollied : “Niets wat ik al niet wist. Dat we goede resultaten halen als we goed georganiseerd spelen en iedereen uitvoert wat er hem werd gevraagd.”

Opvallend tegen Celta en Moeskroen : Gaëtan Englebert staat weer in de basis en het draait. Bepaalt zoiets het verschil ?

“Neen. Eén speler kan niet alles veranderen. Bovendien : we speelden al veel betere wedstrijden dan die op Celta. Niet dat het slecht was, zeker niet in de eerste helft. Maar sinds Milan was Moeskroen onze negende wedstrijd, waarvan we er zes buitenshuis afwerkten. Als je iets wil bijsturen, lukt dat het best als je thuis speelt.”

Vorig jaar was het verschil tussen uit en thuis nauwelijks te zien.

“Nu soms ook niet. Als je op verplaatsing niet goed bent, ga je Milan niet in eigen huis kloppen. Het is een samenloop van details die samen verklaren waarom het niet loopt. Ik hou mijn spelers altijd voor : kijk naar jezelf, niet naar de tegenstander. Ga voor de spiegel staan, kijk naar wat wij zelf verkeerd doen en doe dáár iets aan. De rest telt niet mee.”

Bent u, afgezien van de blessures en schorsingen, tevreden of ontevreden over het recente spelniveau van Club ?

“Tot voor de match tegen Moeskroen was ik zeer ontevreden over de recente resultaten. Wat het spel betreft, ligt dat genuanceerder : dat is comme ci, comme ça. Tegen GBA worden we in de eerste helft vier keer teruggevlagd wegens vermeend buitenspel. Anders komen we daar vier keer alleen voor de keeper. Ook de fout op Gert Verheyen moet altijd penalty zijn.”

Vorig jaar maakte dat allemaal niet veel uit. Jullie wonnen uiteindelijk toch.

“Mentaal zijn we nog altijd even sterk als vorig jaar, vergis je daar niet in. Mentaal is dit een zeer sterk team. Wel slagen we er vaak niet in te scoren in de fasen die we domineren, terwijl de tegenstander de weinige kansen die hij krijgt wél benut, wat vorig jaar niet gebeurde.”

Jullie beste wedstrijden speelden jullie in de Champions League. Moet dit Club elke week een topper hebben om op zijn best te zijn ?

“Ik vind dat we ook in competitie goede wedstrijden speelden dit jaar.”

Twee weken geleden zei Gert Verheyen dat hij zich geen enkele goeie competitiematch kon herinneren dit seizoen.

“Dan moet hij toch eens goed nadenken, hoor.”

Bijvoorbeeld ?

“Westerlo thuis. Maar ik kan niet voor hem praten, ieder heeft zijn eigen indrukken. Ik kan alleen zeggen dat ik elke wedstrijd verschillende keren opnieuw bekijk om mijn eerste indrukken te toetsen. Als we sterk staan, kunnen we elke ploeg aan in Europa. Dat zei ik drie jaar geleden al. Maar we kunnen ook van iedereen verliezen als we niet goed zijn.”

Opvallend is wel dat ploegen in de problemen nadat jullie op bezoek kwamen een mentale opkikker krijgen. Het is toch niet normaal dat Club verliest op Heusden-Zolder, Lokeren én Germinal Beerschot ?

“Maar ik kan het ook niet hebben dat we twee punten laten liggen op Anderlecht. Moet ik daarom mijn spelers neerschieten, uit ontgoocheling ? Nee, toch ? Ook al ben ik een goede schutter. Met geweer én pistool. Pas maar op !”

Toch : jullie tactische aanpak tegen Milan en Celta krijgt veel lof. Moet je dan ook niet in de competitie op die manier spelen ?

“Tegen goede ploegen die zelf ook willen voetballen, lukt het ons duidelijk wel. Maar wat gebeurt er op GBA ? Hun keeper was de speler die het vaakst de bal had. Het enige wat zij deden, was een verre bal trappen en hopen dat hij een keer goed valt. Dat is de basis van hun spel. Dat kan een keer lukken, maar over een heel seizoen bekeken valt dat vaker tegen dan mee.”

Kan Club in de competitie dezelfde tactische aanpak hanteren als in Champions League ?

“Nee, omdat wedstrijden in België en in Europa helemaal anders zijn. Anders had ik het waarschijnlijk al geprobeerd.”

Er was al de suggestie om bij te sturen door bijvoorbeeld eens met twee aanvallers aan te treden.

“We stuurden al vaker bij dan ik zelf wil, wegens blessures en omdat een aantal spelers geen goede voorbereiding doormaakte door blessures. Toen al wisten we dat we met deze problemen te maken zouden krijgen. Alleen escaleerde het meer dan ik had verwacht. Ik kon niet voorspellen dat de vader van Olivier De Cock zou overlijden. Probeer eens een auto te starten als de batterij leeg is. Dat lukt je nooit, hoe vaak je het ook probeert.”

Vorig jaar zei u dat Club over een heel seizoen niet meer dan vijftien goals mag incasseren. Nu hebben jullie er al meer binnen en het seizoen is niet eens halfweg.

“Dat leert nogmaals dat als je je kansen zelf niet benut, de tegenstander gemakkelijker aan een goal raakt. Daarom maak ik me nog niet kwaad op mijn spelers, maar ik ben wel eens gefrustreerd wanneer de tegenstander twee van zijn drie kansen benut en wij niet één doelpunt puren uit acht kansen. Het is niet omdat onze spitsen niet scoren, dat we zelf kansen moeten weggeven.”

Normaal is Dany Verlinden aan zijn laatste seizoen bezig als speler, maar hij houdt jullie nog af en toe recht.

“De keeper die het best presteert, moet blijven. De leeftijd doet er niet toe, of iemand zestien is of veertig speelt niet mee. Stijn Stijnen zijn kans komt, misschien sneller dan hij denkt. Hij moet gewoon goed bezig blijven op training.”

Bent u ontgoocheld in Tomislav Butina ?

“Hij had af en toe pech, moest zich ook aanpassen aan dit land en aan onze training. Onderschat dat niet.”

Kost Champions-Leaguevoetbal altijd punten in de nationale competitie ?

“Nee. Vorig jaar liet die ervaring ons zelfs toe om meer punten te pakken. Dit jaar nog niet.”

Welke impact kan een Europese kwalificatie voor de volgende ronde hebben op de verdere sportieve ontwikkeling van Club Brugge ?

“Het zou ons meer inspiratie brengen. Iedereen heeft inspiratie nodig. Ik ook.”

Het is makkelijker inspiratie te vinden tegen Milan dan tegen Heusden-Zolder.

“Je begrijpt de impact niet van wat er toen gebeurd is. Wie nooit een dierbaar iemand verloor, kan de impact daarvan niet inschatten op een groepsgebeuren. Wij zijn een hechte familie. Dacht je dat de spelers toen lachend het veld op gingen ? De impact van zo’n schok kan weken duren. Ik was verbaasd dat Olivier De Cock die match kon spelen. Wij zijn geen robots, maar ménsen, met emoties. Ik heb hier een héle fijne groep, waar ik trots op ben. Met spelers die wanneer ze over prestaties spreken, het niet over zichzelf hebben, maar over ‘wij’. Van de vier clubs die ik trainde, is dit de beste spelersgroep waarmee ik ooit werkte.

Vorig jaar werkten jullie de meeste wedstrijden af met een beperkte groep spelers. Verwacht werd dat de nieuwkomers druk zouden zetten op de basisspelers en dat de toegenomen concurrentie Club nog beter zou maken.

“Op Sebastien Hermans en Marek Spilar na heeft iedereen gespeeld. Vorig jaar was dat niet anders.”

Had u niet meer verwacht van sommige spelers ?

“Als ik al ontgoocheld ben over iemand, zal ik het niet in de pers zeggen.”

Andrés Mendoza verrast dan weer aangenaam. Vorig jaar kreeg hij kritiek voor het feit dat hij minder goed afwerkte, nu heet het dat Club afhankelijk is van hem.

“Dat is niet zo. Mochten we afhankelijk zijn van één speler, dan zouden we een slecht team zijn. Net zomin hangt Anderlecht af van Aruna. Allemaal zever. Als de andere spitsen niet goed afwerken en hij wel, valt dat op. Ik denk niet dat Andrés zo erg veranderd is ; het zijn de andere spitsen die totnogtoe niet voldoen.”

Wat kan je daar als trainer aan doen ?

“Hen opstellen en laten voetballen, om ze de kans te geven beter te doen.”

Bengt Saeternes riep een tijdje geleden dat hij altijd moest spelen, maar blijft er weinig van terecht brengen. Sommigen noemen hem één van de slechtste spitsen die Club de afgelopen twintig jaar had.

“Ik vind het normaal dat iedereen van zichzelf vindt dat hij moet spelen en ontgoocheld is als hij er niet bij is. Doorgaans zijn daar redenen voor. “

Bent u tevreden over wat Saeternes al liet zien ?

“Nee. Maar hij wordt beter.”

Dat moet ook. U pocht er immers mee dat één van uw kwaliteiten is dat u zich zelden in een speler vergist.

“Ik zag en weet wat hij kan, maar hij moet het laten zien. Vorig jaar was hij bij momenten goed, maar hij was niet fit om vaker te spelen dan hij toen deed. Hij bracht de ploeg toen wel meer bij dan hij dit jaar doet.”

Hij mist veel kansen.

“Niet waar. Hij kreeg niet zo heel veel kansen. Kijk er de beelden maar eens op na.”

U stelt hem vaak op de flank op.

“Omdat dat zijn beste positie is.”

Wat is er aan de hand met Rune Lange ?

“Zijn lichaam heeft te lijden van zijn rug, maar hij komt terug. Ik let op tijdens de week op training. Als hij goed is, is hij onze beste afwerker.”

Wat is er aan de hand met Sergiy Sere-brennikov ?

“Hij was geblesseerd en ziek, maar ook de jonge spelers zetten druk. Als zij aan de deur kloppen, moet ik daar rekening mee houden. Sergiy en Gaëtan zijn hetzelfde type speler, net zoals Ceh en Stoica veel gemeen hebben als speler. Gaëtan is sterker met de bal, misschien ook tactisch slimmer, maar hij speelt hier ook al vier jaar. Het is niet zeker dat Sergiy verkocht wordt, omdat er zich nog niemand meldde die hem wil kopen. Wat in zijn geval en dat van andere spelers uit Oost-Eurpa opvalt, is dat ze tijd nodig hebben om zich hier aan te passen. De enige uitzondering is David Rozenahl.”

Vorig jaar riep u dat dit Club nog een flinke progressiemarge had. Krijgen we die dit jaar nog te zien ?

“We hebben het al getoond, maar jullie zien het niet. Niemand ziet het.”

Als niemand het ziet, moet het niet echt duidelijk zijn.

“Hoe kan je Milan en Dortmund kloppen als je niet goed bent ? We slagen er niet in ons beste niveau van vorig jaar op continue wijze te halen. Maar in sommige wedstrijden haalden we een veel hoger niveau dan ons beste niveau van vorig jaar. Alleen konden we het niet vasthouden. Je kan ook niet tegen een blinde de weg uitleggen door te zeggen : neem de eerste straat links, dan de tweede rechts en daar zie je wel.”

Is uw ploeg blind ?

“Nee. Maar je vraagt me iets en ik kaats de vraag terug : zien jullie het niet ?”

U geeft niet de indruk dat u het af en toe niet meer weet. Twijfelt u nooit ?

“Als ik al twijfel, helpt het alleszins niet om het te laten zien of onder woorden te brengen om uit een moeilijke periode te komen. Wat helpt, is dicht bij elkaar te schuiven en intern sterk genoeg te worden als blok om de moeilijkheden aan te kunnen.”

Beschouwt u uw ploeg nog als een challenger van Anderlecht in de titelstrijd ?

Time will show.”

Hoe groot is de druk op u geweest de jongste weken ?

“Minder groot dan de druk die ik op mezelf leg.”

door Geert Foutré

‘In sommige wedstrijden haalden we een veel hoger niveau dan ons beste niveau van vorig jaar.’

‘Als Rune Lange goed is, is hij onze beste afwerker.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content