Het toeschouwersgemiddelde in de Belgische hoogste klasse ligt na tien speeldagen hoger dan vorig seizoen. Dankzij KV Mechelen, en ondanks operatie Propere Handen.
De eerste 78 competitiewedstrijden – twee matchen, Charleroi-Club Brugge en Antwerp-AA Gent, werden uitgesteld – lokten in totaal 831.908 toeschouwers. Dat zijn er 12.643 meer dan in het eerste derde van het reguliere seizoen 2018/19 (819.265) over 80 duels. Gezien de aantrekkelijke affiches van de twee uitgestelde partijen, die in Charleroi en Antwerp allicht samen zo’n 26.000 voetbalfans hadden aangetrokken, had het totale verschil tot bijna 40.000 kunnen oplopen.
Het gemiddelde van de eerste 78 duels van dit seizoen in vergelijking met de eerste 80 van 2018/19 ligt logischerwijs ook hoger: 10.665 tegenover 10.241 – plus 424 aanwezigen per match. Met die extra nuance dat de eerste tien speeldagen van vorig seizoen vóór het uitbreken van operatie Propere Handen plaatsvonden. Een gemiddelde dat nadien wel heel licht zakte, van 10.241 (speeldag 1 tot 10) naar 10.164 (speeldag 11 tot 30).
Dit seizoen noteren we dus een stijging. En dat is vooral toe te schrijven aan het populaire KV Mechelen, dat Lokeren verving in de hoogste klasse. In de vier thuisduels zaten gemiddeld 14.243 fans in het AFAS Stadion. Het totale gemiddelde op Daknam vorig seizoen lag bijna 10.000 toeschouwers lager (4303). Viermaal 10.000 is ongeveer het hierboven aangehaalde verschil in het totaal aantal toeschouwers na tien speeldagen, tussen het seizoen 2018/19 en 2019/20.
Opvallend is ook de hogere stadionbezetting van drie topclubs. Club Brugge lokte in zijn eerste vijf thuiswedstrijden (met topaffiches tegen Genk, Anderlecht en Gent) gemiddeld 24.104 toeschouwers, 1104 meer dan het totale gemiddelde van vorig seizoen. Ook kampioen KRC Genk zag in zijn eerste vijf thuismatchen (ondanks slechts één topper, tegen Anderlecht) meer fans opdagen in vergelijking met 2018/19: 19.038 tegenover 18.141. Net als Standard: 19.919 (met alleen het Waalse duel Charleroi als publiekslokker) tegenover 19.148, en ook Antwerp: 12.492 (met alleen Standard als topaffiche) tegenover 12.389. Gezien de goeie prestaties van die clubs niet verwonderlijk.
Opmerkelijk is de voorlopige daling van het toeschouwersaantal bij KAA Gent, nochtans ongeslagen in de eigen Ghelamco Arena: 14.755 tegenover 15.711 vorig seizoen. Al heeft dat vooral te maken met drie zondagavondwedstrijden. De Buffalo’s speelden thuis bovendien nog tegen geen enkele topclub. Minder verrassend is de (weliswaar lichte) daling van het toeschouwersgemiddelde bij het geplaagde Anderlecht: 17.913 tegenover 18.200 in 2018/19. Alleen voor de topmatch tegen Standard zat het Lotto Park bijna helemaal vol (20.500).
Bij drie clubs is de daling nog opvallender: Zulte Waregem lokte in zijn eerste vijf thuiswedstrijden 6166 toeschouwers, liefst 1234 minder dan het totale gemiddelde van vorig seizoen. Weliswaar met twee zondagavondmatchen en een wedstrijd op maandagavond. Anderzijds kan Essevee na tien speeldagen een veel betere puntenbalans voorleggen dan in 2018/19 (16 op 30 versus 5 op 30, waarvan 10 op 15 in het Regenboogstadion).
STVV en Cercle Brugge presteren een pak slechter dan vorig jaar, en dat is ook te merken aan het toeschouwersgemiddelde: minus 969 bij de Truienaars (6039 / 7008) en minus 913 (5531 / 6444) bij groen-zwart. De vereniging had nochtans al buur Club op bezoek, bijgewoond door 12.120 voetbalfans (van wie wel 5075 van blauw-zwart). In de andere vier thuisduels haalde Cercle gemiddeld amper 3884 toeschouwers. Alleen Eupen (2538) en Waasland-Beveren (3304) – met beide ook een daling van ongeveer 500 toeschouwers in vergelijking met 2018/19 – hebben op dat vlak nog een groter probleem.
Extra opmerking: dit zijn officiële cijfers, van het aantal effectief aanwezigen in het stadion. En die verschillen soms met de meegedeelde cijfers van bepaalde clubs (die steevast al hun abonnees meetellen).
