Elke week verzamelt Sport/Voetbalmagazine meningen over een pertinente vraag.

Met de aanstelling van Ivan Leko als vervanger van T1 Herman Vermeulen gooide Oud-Heverlee Leuven enkele weken geleden een ultieme reddingsboei uit richting behoud. Ondanks een stuntzege tegen Anderlecht op de voorlaatste speeldag is het nu toch veroordeeld tot het spelen van play-off 3 tegen RAEC Mons.

In de reguliere competitie toonde Mons zich de sterkere tijdens de onderlinge confrontaties: 2-2 aan Den Dreef en 3-2 op de slotspeeldag in het Stade Charles Tondreau. Verontrustend nieuws voor Leuven?

“Neen”, oordeelt Frederik Boi, vorig seizoen tot aan de winterstop actief bij OHL en nadien met Cercle Brugge met succes PO3 doorgekomen. “Simpelweg omdat OHL meer kwaliteit in de groep heeft, omdat ze een voorgift van drie punten hebben en omdat ze thuisvoordeel genieten. Dat kan niet misgaan. Nadien, in de eindronde met de tweedeklassers, zie ik ze ook overleven. Daarvan wordt gezegd dat je als eersteklasser in het nadeel bent omdat die tweedeklassers al een heel seizoen goed spelen, maar dat weerleg ik. Wanneer je in PO3 enkele wedstrijden wint, raak je ook in die positieve flow. Dat bewezen wij vorig jaar met Cercle.”

Belgacomanalist Bart Raes deelt die mening slechts voor een stuk: “Intrinsiek vind ik beide ploegen elkaar waard. De eerste weken van Cedomir Janevski in Bergen waren moeizaam, maar de laatste weken zie je duidelijk een stijgende vormcurve. Niet toevallig valt dat samen met de wederopstanding van Tim Matthys. Hij kan het verschil maken. Terwijl het bij OHL toch een verhaal van vallen en opstaan blijft, met vooral waardeloze prestaties op verplaatsing. In die zin lag de 3-2 op de laatste speeldag volledig in de lijn van beider seizoen.

“Mochten beide teams met nul punten starten en even vaak thuis spelen in PO3, zou ik mijn geld op Mons zetten”, gaat Raes verder. “Zij hebben zich de voorbije maanden mentaal en fysiek ook al kunnen voorbereiden op die PO3. Maar met de drie punten bonus en vooral het thuisvoordeel acht ik Leuven in het voordeel. Het publiek aan Den Dreef zal massaal achter de ploeg staan. Daarna volgt nog die eindronde met de tweedeklassers, die ik toch maar niet zou onderschatten. Ik zag dit seizoen een pak wedstrijden van Eupen en Westerlo: dat zijn ploegen van hetzelfde niveau als OHL. Bij Westerlo staat er met Dennis van Wijk dan ook nog eens een ‘specialist promotie’ aan het roer.”

Mentale sterkte

Kwaliteit is er genoeg in de kern van OHL, zo wordt geoordeeld, veel zal dus afhangen van de mentale sterkte van de spelers. Net daar wringt het schoentje bij Leuven, dat in zijn kleedkamer niet iedereen op een lijn lijkt te krijgen en dat buitenshuis geen enkele keer kon winnen dit seizoen. “Dat het in de kleedkamer niet botert, zag je wel aankomen”, erkent Boi. “Toen ik er nog zat, hoorde je al dat het minder was dan de vorige seizoenen. Als je dan ook nog eens transfers doet waarbij je weinig of geen rekening houdt met de mentaliteit en de groepsdynamiek, riskeer je situaties zoals nu. Bovendien is het nefast voor een groep dat er zo veel spelers (veertien, nvdr) einde contract zijn. Akkoord, je zou kunnen stellen dat ze zich dan in de kijker moeten spelen, maar zo werkt het niet. Als je niet weet waar je in juni zult voetballen, knaagt dat aan je. Ik denk dat het menselijk is dat je dan denkt: foert! Bjorn Ruytinx niet, van hem weet je dat hij zich dubbel zal plooien, ook al heeft hij elders getekend (voor twee seizoenen bij KV Oostende,nvdr). Dat kun je niet van elke speler zeggen.”

Bart Raes twijfelt evenmin aan de inzet van de aanvoerder van OHL, maar ziet wel een addertje onder het gras: “Ruytinx zegt dat hij zich nog tweehonderd procent zal geven, ik ben geneigd hem te geloven. Maar de vraag is: hoe denkt de rest van de groep daarover? Want Ruytinx is ondertussen wel al zeker van zijn toekomst in eerste klasse, dat kan de al niet zo denderende relatie tussen hem en een deel van de kern verder vertroebelen. De eerste wedstrijd op Leuven zal wellicht zeer bepalend zijn.”

Daarin moet OHL het zonder de geschorsten Karel Geraerts, Robson, Evarist Ngolok en Jovan Kostovski doen. Geen evidentie, weet Raes: “Geraerts en Robson zijn leiders, die heb je nodig in zulke wedstrijden. Wie zal nu de kar trekken? Ik ben benieuwd.”

Met de aanstelling van Ivan Leko heeft het bestuur van OHL alvast een goede ingreep gedaan om de groepsdynamiek te wijzigen, vindt Boi. “Niet dat je als trainer tactisch veel kunt veranderen op enkele weken – de hoofdzaak is dat je een goede organisatie neerzet. Leko bewees dat hij dat kan. Belangrijker is dat je de groep de gelegenheid geeft om met een propere lei te beginnen. Wat gebeurd is, is gebeurd: die gedachte. Wij hebben daar vorig seizoen in PO3 maximaal van geprofiteerd, zonder de wissel BooyStaelens hadden we ons nooit gered.”

Lot in eigen handen

Slachtoffer van die trainerswissel bij OHL was Herman Vermeulen. Eerst als T2 de club binnengekomen, dan meteen T1 en nu belast met het doorlichten van de club. Hij gelooft in een goede afloop en ook bij hem is het thuisvoordeel een belangrijke reden voor dat positivisme. “Als je buitenshuis maar drie punten kunt halen op een seizoen, moet je op zoek gaan naar oorzaken. Het is een diagnose die we intern moeten bespreken, maar als we zoals in de eerste helft in Bergen overpowered worden, krijgen we het moeilijk. Daar kunnen we slecht mee om, omdat we het van onze thuiswedstrijden gewend zijn om zelf druk te zetten en onze tegenstander te overbluffen.

“Niet veel ploegen komen graag aan Den Dreef spelen. Net zoals vroeger op STVV of nu KV Mechelen zit het publiek er kort op en dat zorgt bij de tegenstander voor zenuwachtigheid. Dat voordeel hebben we ten opzichte van Mons. Meer dan wie ook beseffen de OHL-fans dat het vijf voor twaalf is. Zij zullen paraat staan. Dat heeft ontegensprekelijk zijn weerslag op de spelers, dat heb ik zelf mogen merken. In die mate dat je soms zelfs een verschil zag tussen de helft dat we naar en weg van onze spionkop speelden.”

Om de ongerustheid onder de eindecontractspelers te sussen, gaf het bestuur ondertussen een signaal aan de groep dat het volgend seizoen in grote lijnen met dezelfde spelers zou doorgaan in geval van behoud. Zo weet althans Vermeulen te melden. “Het had eigenlijk niet zo ver mogen komen, maar oké, het is nu zo. In deze situatie moet je dat als argument gebruiken. De spelers hebben niet veel keuze: ofwel spelen ze zich te pletter voor OHL en blijven ze met de club in eerste klasse, ofwel doen ze dat niet, maar denk je dat een potentiële nieuwe club hen dan positief zal evalueren? Het is aan hen om het heft in eigen handen te nemen. Zoals de spelers van Waasland-Beveren dat deden.”

Met de komst van Leko lijkt er alvast opnieuw weerbaarheid in de groep te steken. Vermeulen nuanceert: “Ik zal in de voorwaardelijke wijs spreken: áls er al een probleem was binnen de kleedkamer, dan zal dat heus niet na een gelijkspel en een gewonnen wedstrijd verdwenen zijn. Zulke zaken liggen doorgaans dieper. Maar we rekenen op een minimum aan eergevoel bij de spelers.”

DOOR MATTHIAS STOCKMANS

“OHL heeft er goed aan gedaan Leko aan te stellen.” Frederik Boi, ex-OHL

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content