Tenzij een nieuwe haard van vogelpest in Limburg er anders over beslist, vliegen de Truiense kanaries op 1 juni naar de Heizel om met niets anders dan de beker terug te keren. De bekroning voor een uitstekend seizoen, niet in het minst dat van Peter Delorge.

Als de vieringen voor het behalen van de bekerfinale slechts een voorproefje waren, dan durven ze bij Sint-Truiden niet aan de taferelen bij een eventuele overwinning te denken. Haspengouw wordt stilaan zot. Niemand houdt dan ook rekening met een doemscenario tegen La Louvière. Het goede seizoen moet met een vermelding in de geschiedenisboeken bekroond worden. Mochten de Truienaars alsnog naast de beker grijpen, dan pakt één kanarie allicht toch een onderscheiding aan het einde van dit seizoen : die van de speler met de meeste gele kaarten in de competitie. De twijfelachtige eer is weggelegd voor Peter Delorge (23), maar daar maalt de stille motor van het Truiense middenveld hoegenaamd niet om.

“Ik heb altijd redelijk veel kaarten gepakt,” zegt hij, “dus zo uitzonderlijk is het niet. Het is ook eigen aan mijn spel : ik ga soms onstuimig te werk en ik ben wat men noemt een karakterspeler, eentje die altijd voor de bal gaat. Je zal mij nooit iemand een doodschop zien verkopen, die intentie komt gewoon niet in me op. Maar dit seizoen vind ik het aantal gele kaarten soms toch wat overdreven. De meeste kaarten kreeg ik bij mijn eerste fout en veelal waren ze absoluut niet terecht. Merkwaardig genoeg pakte ik dan voor fouten die ik later in de match maakte, geen gele kaart meer. Toch denk ik dat mijn reputatie niet meespeelt in de beslissingen van de scheidsrechters. Weet je, het doet vooral pijn als je door schorsingen drie tot vier keer per jaar een match vanop de tribune moet volgen. Ook het trainen in de week is dan ineens heel anders als je weet dat je er zaterdag niet bij zal zijn.”

Jullie hebben eindelijk een zorgeloos seizoen kunnen afwerken.

Peter Delorge : Ja, dat doet enorm deugd. Drie jaar geleden streden we met ongeveer dezelfde ploeg tegen de degradatie. Nu zijn er maar een paar jongens bijgekomen. Als je dan ziet wat we de laatste twee jaar gepresteerd hebben met die groep, mag je toch terecht chapeau zeggen. Onze sterkte is dat we elkaar al lang kennen en toch nog relatief jong zijn. Op het veld willen we alles voor elkaar doen, een tandje bijzetten en helpen waar het kan. In andere ploegen zijn er misschien meer kliekjes en voetballen ze louter voor zichzelf. Dat is bij ons echt niet het geval. We hadden natuurlijk ook het geluk dat in de heenronde enkele spelers in bloedvorm waren en als het ware met de ogen dicht scoorden.

Opmerkelijk is dat STVV dit seizoen geen schrik meer heeft om te verliezen maar eindelijk wedstrijden durft te winnen.

Dat klopt. De speelstijl van het STVV van drie jaar geleden is niet meer te vergelijken met die van het STVV van nu. Toen hanteerden we echt het kick-and-rushvoetbal. Bij de lange bal naar voor gingen we er gewoon van uit dat de spits er wel iets mee zou aanvangen. Nu is alleen al ons voetballend vermogen drie niveaus hoger getild. Het spel is mooi en attractief voor de supporters, die nu ook op meer doelpunten getrakteerd zijn geweest. Dat is vooral de verdienste van de trainer die de kaart van de aanval trekt.

Je hebt een leraar en ex-veldspelers als trainers gehad. Welk verschil merk je bij een trainer die keeper is geweest ?

Ik moet zeggen dat ik enkel positieve ervaringen met mijn trainers heb gehad. Pol Peeters was tegelijk mijn trainer bij de Uefa’s van STVV en mijn leraar lichamelijke opvoeding op school. Daarna heb ik hem als hoofdtrainer bij de A-kern gekend. Hij legde de nadruk vooral op het fysieke aspect en stoffeerde daarom zijn trainingen met een coopertest, een beeptest en een snelheidstest. Als speler vind ik het echter een voordeel dat je te maken hebt met een trainer die zelf op een voetbalveld gestaan heeft. De veldtrainingen van Willy Reynders waren zeer goed en ik geniet nu van de baltrainingen van Jacky Matthijsen. Als keeper heeft hij tijdens zijn actieve carrière zonder twijfel het grootste zicht op het spel gehad. Die ervaring helpt hem om ons bij te sturen waar en wanneer het nodig is. De trainer staat dicht bij de groep en weet wat zijn spelers nodig hebben, wanneer hij wat gas moet bijgeven of het rustiger aan moet doen. Toch houdt hij de nodige afstand, is streng maar rechtvaardig en dat heeft ons tijdens onze terugval net na de winterstop goed geholpen. Hij heeft, samen met enkele oudere spelers, de groep in die momenten mentaal gekalmeerd. De trainingen werden toen zwaarder gemaakt omdat hij gewoon wist dat daardoor de resultaten wel zouden volgen. En hij heeft gelijk gekregen.

Op het middenveld klikt het zeer goed tussen jou en Danny Boffin. Neemt hij ook makkelijk aanwijzingen van jou aan ?

Het wordt ons opgelegd door de trainer dat we elkaar blijven bijsturen op het veld. Danny vervult een belangrijke rol in ons team net achter de spitsen. Hij zwermt veel rond op het middenveld maar moet tegelijk zorgen dat de twee verdedigende middenvelders er toch niet alleen voor komen te staan. Onze belangrijkste taak is dat alle ruimtes goed bezet blijven. Danny neemt echt wel aanwijzingen aan, hoor. Maar iedereen, ongeacht leeftijd, roept naar mekaar. In een teamsport moet je iets kunnen accepteren van een ander en bij ons lukt dat wonderwel.

Zijn jullie gewapend voor volgend seizoen wanneer de ploegen zich anders gaan instellen als ze op Staaien komen voetballen ?

In de terugronde waren er zelfs al ploegen, ook enkele waarvan we het niet verwachtten, die zich kwamen ingraven en hun spelstijl aan ons aanpasten. We hebben het er moeilijk tegen gehad, maar we vonden toch een gepast antwoord. Dat gaat, denk ik, volgend seizoen ook zo zijn. Maar het is het volste recht van die ploegen. Vroeger kwam men immers naar STVV met de gedachte gauw even de drie punten mee te graaien. Dat is nu wel even anders. Dat ploegen nu op een andere manier bij ons komen spelen, hebben we zelf afgedwongen. Ik beschouw dat dan toch ook veel-eer als een verdienste van ons. Het zou prachtig zijn als we met dezelfde groep het nieuwe seizoen kunnen aanvangen.

Bij de nationale ploeg is een vacature vrijgekomen voor een jonge verdedigende middenvelder. Zit jij in An-thuenis’ wervingsreserve ?

Niet dat ik weet. Ik ben wel meermaals voor de beloften opgeroepen en ik was blij toen ik vorig jaar hoorde dat ik met de beloften mee mocht naar het EK. Dit seizoen heb ik meegedaan in de laatste wedstrijd van de aspiranten en dat zie ik toch als een beloning voor mijn goede progressie. Ik weet dat de bondscoach kampt met een tekort aan verdedigende middenvelders, maar dat ik niet geselecteerd ben, brengt mij niet van mijn stuk. Ik ben er zeker van dat wanneer je in je club constant een goed niveau kan halen en je elke week je uiterste best blijft doen, de rest wel vanzelf komt.

Met de bekerfinale in het vizier kan het seizoen wellicht niet vlug genoeg afgelopen zijn ?

Voor de supporters telt nog maar één wedstrijd : de bekerfinale. Wij voelen dat ook wel zo aan, want voor de meeste jongens onder ons is het de eerste keer dat ze op de Heizel spelen. Het zou heel jammer zijn voor STVV als we dit seizoen in extremis nog met lege handen zouden achterblijven. We hebben het nog nooit zo hard verdiend als nu, we mogen het dus eigenlijk niet laten schieten. We blijven ons alleszins focussen op die vierde plaats, zodat we de Intertoto achter de hand hebben als de bekerfinale verloren gaat. Voor de eerste juni zijn we volgens velen favoriet, maar het is één enkele wedstrijd met een aparte sfeer waarvoor alle scenario’s denkbaar zijn, en dus is het volgens mij fifty-fifty.

Zijn er de gebruikelijke weddenschappen afgesloten ?

Daarvan ben ik nog niet op de hoogte. Geen enkele speler heeft al beloofd om zijn haar te laten afscheren, als je dat bedoelt. Maar mijn schoonfamilie heeft de eerste weddenschap al verloren. Zij hadden er donder op gezegd dat ik op GBA mijn tweede gele kaart in de beker zou pakken waardoor ik de finale zou moeten missen. Ik ben uit het boekje van de scheids gebleven en nu moeten zij als tegenprestatie te voet naar Scherpenheuvel gaan. Bij bekerwinst zou dat misschien ook geen slecht idee zijn voor de trainers. Misschien dat ik het eens voorleg aan mijn medespelers ( lacht).

door Carline Collignon

‘Geen enkele speler heeft al beloofd om zijn haar te laten afscheren.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content