GROOTSTE EUROPEES MINIVOETBALTOERNOOI . BLAARMEERSEN GENT – 25, 26 EN 27 JUNI 2010

‘Echte minivoetballers zijn leep’

Voor Sven Kums heeft de Keizer Karel Cup weinig geheimen. De spelmaker van KV Kortrijk speelde in het verleden, toen de Brusselaar nog voor Anderlecht uitkwam, mee op het grootste minivoetbaltoernooi van Europa. “Als ik me niet vergis, speelde ik hier twee tot drie keer al mee. Dries Mertens en Denis Odoi speelden zelfs nog mee in ons ploegje”, herinnert hij zich. “Wij kwamen dan uit in de competitieve reeks, raakten wel behoorlijk ver, maar haalden nooit de eindzege. Het was voor ons plezier, maar het bleek niet eenvoudig om die echte minivoetballers te verrassen. Ze zijn leep, technisch heel sterk en lokken ook goed foutjes uit. Er mag bijvoorbeeld niks van contact zijn en je mag zeker niet tackelen, wat wij als veldvoetballers niet echt gewoon zijn.

“Wij spelen op training wel eens een partijtje minivoetbal. Dan komt het er zeker op aan om je benen goed gesloten te houden, want het is en blijft een vernedering als iemand je kan poorten. Als pure liefhebber kan ik wel genieten, want je moet veelal op techniek of via een snelle dribbel een opening proberen te vinden. Ik kan dit wel smaken, het zou bij de jeugd nog meer gestimuleerd moeten worden. Het is een belangrijke factor in de evolutie van elke voetballer en moet absoluut bevorderd worden.”

Weetjes

Locatie: Blaarmeersen, Gent

Toegang: gratis

Organisatie: Sportizon, stad Gent en de VMF

Website: www.keizerkarelcup.be

Aantal inschrijvingen: 450

Ploegen: 344

Evolutie:

1994: 16 teams

1995: 16

1996: 24

1997: 104

1998: 152

1999: 240

2000: 292

2001: 292

2002: 320

2003: 308

2004: 308

2005: 348

2006: 348

2007: 364

2008: 344

2009: 348

2010: 344

Deelnemers: meer dan 4000

Velden: 30

Aantal wedstrijden: ongeveer 1350

Aantal bezoekers: 40.000

Sportieve peters: Olivier Deschacht (Anderlecht) en

Frédéric Dupré (Lokeren OV)

Prijzengeld: 11.550 euro in totaal. De winnaar van

de competitieploegen ontving duizend euro cash en de wisselbeker.

‘De hoogdag voor elke minivoetballer’

Kevin De Bruyne is afkomstig van Drongen, woont daar op een boogscheut van de sporthal en was ooit nog aangesloten bij meervoudig kampioen Opel Haeck Drongen. De aanvaller maakte van het vrije weekend gebruik om met zijn ouders en neef de Keizer Karel Cup te bezoeken. “Minstens vier telefoons kreeg ik van mijn kameraden om opnieuw mee te doen”, zegt het talent van RC Genk. “Ik moest al hun uitnodigingen weigeren. Twee jaar geleden deed ik voor de laatste keer mee, met al mijn jeugdvrienden. Had ik gekund, dan zou ik het opnieuw doen. Als wederdienst, want een pak van die gasten kwam me al aanmoedigen bij een thuiswedstrijd. In totaal heb ik misschien zevenmaal meegedaan aan dit toernooi. Een aanrader, echt waar, want dit is dé hoogdag voor elke minivoetballer. Vanaf januari wordt er al uitgekeken naar dat weekend, om ploegjes te maken. Hier kon ik altijd goed mijn techniek aanspreken, wat toch wel in mijn spel ligt. Het is plezant en je wordt eens niet geconfronteerd met vechtvoetbal.

“Ik kom nog graag eens kijken. Je ziet iedereen terug en op die manier kan ik mijn vrienden wat jennen en prikkelen, lachen we eens goed met bepaalde bewegingen. Op toernooien, wanneer een duel al is beslist, durf ik de tegenstanders wel eens door de benen te spelen. Dat hoort gewoon bij het spelletje en is een sport op zich. Maar als het er echt om gaat, dan moet je altijd streven naar rendement. Daar kon ik in het minivoetbal nooit echt over klagen. Ik ben er zelfs van overtuigd dat we met João Carlos, Fabien Camus en Marvin Ogunjimi een goed team zouden vormen.”

‘Die finesse vind ik leuk’

Kris De Wree kwam het laatste anderhalf jaar uit voor het Nederlandse Roda JC. De Waaslander ronselde wat vrienden om te participeren aan de KKC. “Het was lang geleden dat ik nog eens minivoetbalde”, stelt de rechterflankspeler of verdedigende middenvelder. “Normaal gezien lig ik in het tussenseizoen meestal volledig stil, om eens niet constant aan voetbal te moeten denken. Maar nu iedereen begon aan de groepstrainingen en ik nog een club zoek, vond ik het wel een goed idee om op die manier mijn gedachten eens te verzetten. In het veldvoetbal is er een tendens naar kracht, snelheid en fysiek, bij het minivoetbal draait veel nog rond techniek. Dat aspect bevalt me wel, die finesse vind ik leuk.

“Wij begonnen zonder veel ambities aan dit toernooi, want het was pas de eerste keer dat we echt samen speelden. Maar op de plaatsen waar je het kan doen, moet je proberen je acties te maken. En voor de rest is het vooral simpel spelen. De grootste aanpassing voor mij vergde het feit dat er geen contact mocht zijn. De lichtste duw werd bestraft met een fout, terwijl wij het toch gewoon zijn om de duels op te zoeken. Maar één ding is zeker: catenaccio hebben we hier nooit gespeeld, altijd gingen we vrij en vrank onze kans om elke wedstrijd te winnen.”

‘Een mooie gelegenheid voor een reünie’

Oud-prof Harold Meyssen begeleidde bij de -13 het ploegje van zijn zoon, die uitkomt voor PSV. “Maar in het verleden begon hij met voetballen bij Cercle Brugge, toen ik daar nog speelde”, oppert de Limburger. “Een aantal van zijn vrienden trok ondertussen naar Club, enkele anderen naar AA Gent. Dit evenement was dus een mooie gelegenheid om een reünie te houden. Ze zijn bewust slechts met zes, maar echt puur voor de fun. Mijn opzet is eenvoudig: veel spelen, weinig wisselen en vooral durven iets op de korte ruimte te creëren. De intuïtie volgen én zo veel mogelijk acties maken. We proberen vooruit te voetballen.

“Onze keeper staat bijvoorbeeld niet vast in doel, hij moet mee de aanval zoeken. Incasseren we dan een goal, is dat niet erg. Hier moeten de jongens dribbelen en mogen ze eens afstappen van het soms te strakke tactische keurslijf uit het veldvoetbal. Ik merkte alleszins dat het hun frivoliteit ten goede kwam, ze voelden mekaar ook snel aan. Weet je, techniek moet je gewoon stimuleren. Wanneer je tegen een ploeg komt die alleen maar met vijf spelers voor de goal staat, dan dien je te zoeken naar voetballende oplossingen en je creativiteit aan te spreken. Het is dus goed voor hun ontwikkeling, want ze worden gedwongen na te denken. Een mooie ervaring.

“De Keizer Karel Cup is een tof initiatief. Een fantastisch volksfeest, met immens veel ploegen. Jong en oud, goed of slecht, iedereen komt hier duidelijk aan zijn trekken. Het is een terugkeer naar de basis, toen ik als kind op pleintjes speelde.”

‘De ideale trainingsvorm’

Antwerpenaar Bart Van Zundert, die de afgelopen zes maanden speelde voor tweedeklasser FCV Dender, trok voor het eerst met een ploegje naar de Watersportbaan. “In de zomer speel ik geregeld wel- eens een toernooi, om bezig te blijven en op die manier wat de conditie te onderhouden. Het blijft toch de ideale trainingsvorm. En zeker als je met je vrienden kan spelen. Op die manier blijf je in bewegiging, amuseer je je en is het ook goed om je techniek te onderhouden. Dat is altijd leuk. De kennismaking met minivoetbal bevalt me wel. Ik vind het leuk om op de korte ruimte te spelen, want je raakt veel de bal en je wordt gedwongen om de juiste keuzes te maken. Er is ook totaal geen druk: het plezier komt voor ons op de eerste plaats.

“Het viel me wel op dat de echte minivoetbalteams zaten te wachten op onze fouten om dan te counteren en toe te slaan. De Keizer Karel Cup is wel iets unieks: ik schrok van de massale opkomst, de goede organisatie, allemaal heel groots. Bovendien zag ik hier een aantal jongens sambabewegingen maken, terwijl ook de vrouwen en de jeugd aardige dingen lieten opmerken. Bij minivoetbal moet je vaak snel beslissen en handelen, krijg je veel te maken met een-tegen-eensituaties en gaat het er redelijk tactisch aan toe. We zijn dus alweer een ervaring rijker.”

De rechterverdediger zit momenteel zonder club. “Het is een beetje te rustig naar mijn aanvoelen”, weet Van Zundert.

‘Het gaat er vrij tactisch aan toe’

Mohamed Messoudi had geen geluk. Toen de middenvelder van KV Kortrijk zijn team kwam aanmoedigen, gingen ze net onderuit tegen een uitgekookte minivoetbalploeg uit Merelbeke. “Je merkte dat zij erop gebrand lagen om ons, dé uitgesproken favoriet, te verslaan”, vatte hij het allemaal filosofisch op. “Ik kwam wel onder de indruk van de hoge snelheid van uitvoering. Toen ikzelf jonger was, speelde ik nog zaalvoetbal. In het Antwerpse is dat toch meer ingeburgerd. Maar mini bevalt me ook wel: je speelt met een vaste doelman, je moet goed nadenken over je inspeelpass – want een foutje wordt snel afgestraft – en het komt eropaan om in een moeilijke positie alsnog een schepcorner af te dwingen. Dat staat immers garant voor een half doelpunt. Het gaat er vrij tactisch aan toe, veel teams laten zich ook inzakken om te kunnen tegenprikken via een counter. Snel spelen, af en toe eens dribbelen om iets te forceren en vooral efficiënt spelen, dat is de boodschap.

“Op achterstand komen blijkt vaak dodelijk. Ook al omdat je zit opgescheept met die tijdsdruk van twee keer dertien minuten speeltijd. Dan moet je komen en is de kans veel groter dat je, door te panikeren, fouten begint te maken. Het is jammer dat ik niet kon meedoen, want met mijn korte bewegingen zou ik hier wel wat kunnen uitspoken. Volgend jaar ben ik zeker van de partij, als we nog niet met de voorbereiding op het nieuwe seizoen bezig zijn.”

‘Druk zetten blijft een taboe’

Olivier Deschacht fungeerde deze keer als mentor voor de ploeg waar zijn broer Xavier aan de zijde speelde van onder andere meervoudig minivoetballer van het jaar Ronny Vanhecke. “We leerden uit onze fouten van het verleden”, zegt de linkerverdediger van Anderlecht.

“Je moet kiezen voor een goede mix van veldspelers en minivoetballers. Het is gewoon onmogelijk om met enkel jongens uit het groot voetbal dit evenement te winnen: je loopt verkeerd, omdat je probeert druk te zetten. Terwijl dat net een aspect is dat in minivoetbal een taboe blijft. Daarmee doe je eigenlijk alles verkeerd. Maar die sport bevordert wel de concentratie: je bent slechts met vijf, de ruimte is veel beperkter en ook zit je constant in actie. Bij het veldvoetbal krijg je meer rustmomenten en kan je beter recupereren.

“Ik ben hier alles dit weekend, behalve speler. Jammer dat de voorbereiding al begon, want anders kon je me gegarandeerd aantreffen op het veld. Vanaf volgend seizoen kunnen we normaal gezien spelen op kunstgras. Daar kijk ik al naar uit, want het zal zorgen voor een nog hogere balcirculatie, waardoor de beter voetballende teams ongetwijfeld beloond zullen worden. Nu speelden de oneffenheden vaak in het voordeel van de ploegen die tegen ons voornamelijk aan verdedigen dachten.

“Het belangrijkste voor ons was dat we nog eens de vrienden konden samenbrengen. Het amusement stond voorop. Zo lang er geen ruzie van komt, ben ik altijd tevreden. Want wij zijn allemaal echte winnaars. Als we dan eens verliezen, dan kan het wel eens botsen. Het weekend was voor mij pas geslaagd wanneer we zelfs na een nederlaag samen iets dronken en goed konden lachen met mekaar.”

De winnaars

-13 (16 deelnemers):

1. Beneboys

2. Indoor Gent

3. Buffalo Billies

4. FC De Kampioenen

-15 (16 deelnemers):

1. Sportingboys

2. Jong Nieuw Gent

3. FC De Kampioenen

4. ZWR Evergem

-17 (16 deelnemers):

1. Ex-Devolder

2. Boca Camprados

3. Quality Koi Team

4. Jeugdcup Het Nieuwsblad B

-20 (24 deelnemers):

1. FC Zenit

2. FC We hopen op tzelfde

3. Leerdamalzuipe

4. FC Wanhoop

Dames (64 deelnemers):

1. The Blue Pearls

2. De Pantertjes

3. De Getransvereerde

4. MZDN

Recreatief (160 deelnemers):

1. Pole Pole

2. MVC La Squadra Kortrijk

3. FC De Foute Ploeg

4. Balthazar

Competitief (48 deelnemers):

1. ‘T Passeniertje

2. Graphic Style-Dunilux

3. Patisserie D’Hondt

4. Challenge 1

teksten: frÉdÉric vanheule . beelden: FRANçOIS WALSCHAERTS (reporters)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content