KERNGEZONDE EEUWELING

© JURGEN VANTOMME

In de lagere regionen van het voetbal bots je soms op verrassende verhalen. Deze week: RFC Huy, stamnummer 76. Of voetballen aan de voet van de kerncentrale van Tihange.

Geen match vanavond. De Waalse bond ACFF, de Association des Clubs Francophones de Football, heeft het zo beslist. Door de sneeuwval in de regio Luik van de dag voordien werden alle wedstrijden in de tweede en de derde amateurklasse afgelast. Maar hoewel er op veel van de omliggende velden een winters tapijt ligt, ziet het er in Hoei niet echt wit uit. Ook niet het terrein van de plaatselijke voetbalclub RFC Huy. Daar was normaal gezien op deze zaterdag 14 januari om acht uur Daring Club de Cointe te gast geweest.

‘U kwam een topmatch bekijken!’, schatert Jean-Luc Martin, oud-voorzitter en nog altijd werkzaam bij de sporthal die op het domein ligt. In de schemering flikkeren er rode lichtjes in de verte. Het bescheiden stadionnetje van de Tricolores ligt vlak bij de kerncentrale van Tihange. De jeugdploegen werken hun thuismatchen trouwens af aan de voet van de koeltorens.

Maar niets kan het nieuwjaarsdiner van stamnummer 76 verstoren. Op het menu staan bouletten en profiteroles en daar gaat meer aandacht naar uit dan naar de debatten over kernenergie. Vandaag wordt er gefeest, de rest is even van geen tel.

STOP TIHANGE

De grootste bezorgdheid bevindt zich misschien wel negentig kilometer verderop. In Aken kwamen op 12 november vorig jaar 21.000 mensen samen in het vernieuwde Tivolistadion. Dat gebeurt maar zelden, want Alemannia Aachen speelt momenteel in de Duitse vierde afdeling. De protesteerders droegen T-shirts met daarop in kapitalen: ‘STOP TIHANGE’.

Christian Steinborn, de sportief directeur van Alemannia Aachen, legde voor de camera’s van de RTBF uit: ‘Het gaat om een sociale boodschap. Ik hoop dat we gehoord zullen worden. Dit is de grootste ontmoetingsplaats in Aken. We willen aantonen dat de mensen op die manier uiting kunnen geven aan hun gevoelens en hun bekommernis.’

Stop Tihange is een grensoverschrijdend genootschap dat ijvert voor de definitieve sluiting van de centrale van Hoei. Het verzamelt vooral burgers uit België, Nederland, Luxemburg en Duitsland, de nabije buren dus, die het meest ongerust zijn over de drie kernreactoren. In 2015 liet het Federaal Atoomagentschap de heropening toe van kernreactor Tihange 2, ondanks een onderzoek naar microscheurtjes die een jaar eerder tot de sluiting hadden geleid. Leden van Greenpeace wisten er in 2006 zelfs binnen te dringen. Ze toonden zo aan dat de boel verouderd is en dat het veiligheidssysteem faalt.

KOUWE KLEREN

Gewichtige feiten, die het vredevolle leventje van RFC Huy echter niet overhoop kunnen halen. Voorzitter Christian Mathot – lachende ogen, het witte haar strak naar achteren gekamd – drukt zijn sigaret uit met zijn rug naar de kerncentrale. ‘Wij denken daar niet aan’, zegt de oud-werknemer van de centrale. ‘Het raakt, om zo te zeggen, onze kouwe kleren niet. Het enige wat telt, is dat Tihange goed is voor vijftig procent van het economische leven in Hoei.’

De enige vraag die men zich stelt, is die naar het budget en de steun van de nucleaire buur. ‘Dat heeft me altijd geërgerd,’ zegt Jean-Luc Martin, ‘dat we nooit een euro van hen gekregen hebben. Terwijl ze hier maar honderd meter vandaan liggen. We hebben hen zelfs al onze kleedkamers geleend. Het had hier evengoed de Electrabelsite kunnen heten of zoiets! Enfin, soit…’ Voorlopig overleeft de club dankzij enkele trouwe mecenassen, maar grote sponsors zijn er niet.

Strubbelingen met Tihange zijn er ook wel niet, op een enkele kleinigheid na. ‘Ik heb weleens gasten stickers zien kleven met daarop ‘Groene jongens, nee merci’, monkelt Martin. ‘Als ik tegenwoordig tegen de mensen vertel dat ik in Tihange woon, dan bekijken ze mij alsof ik van een andere planeet kom! Maar als er iets misloopt, dan zijn we er toch allemaal aan, hoor…’ Een redenering die inderdaad van een andere planeet lijkt te komen, al houdt het bestuur de voetjes op de aarde. RFC Huy is immers een oud monument (opgericht in 1908), terwijl de kerncentrale hier amper veertig jaar staat.

JONGSTE VICEVOORZITTER

De club, gelegen tussen Luik en Namen, heeft een solide basis. Ze speelde overwegend in derde en vierde klasse en behaalde zes kampioenstitels (drie in derde, drie in vierde). De laatste dateert al wel van 1988. ‘Als de club dezelfde standing zou hebben als de stad Hoei, dan speelden we zelfs enkele niveaus hoger’, stelt T1 Patrick Courtois. Deze wiskundeleraar kan niettemin tevreden zijn over de prestaties van zijn manschappen, want na twee seizoenen in eerste provinciale stonden ze tijdens de winterstop op een verdienstelijke vierde plaats in de derde amateurklasse. ‘Dat is boven onze verwachting. We wilden gewoon een rustig seizoen doormaken.’ Zonder al te veel druk dus, kwestie van te kunnen focussen op hun sterkste punt: de opleiding. Dat de jeugd van tel is, bewijst Florian Rorive, de twintigjarige … vicevoorzitter van de club: ‘Ons doel is om jongeren uit onze opleiding tot in de eerste ploeg te brengen – dat is niet overal het geval.’ Rorive zit momenteel in zijn derde jaar bachelor geschiedenis in Namen en komt tijdens de blokperiode even ter ontspanning naar hier. ‘Ik kom wat gedachten uitwisselen. Deze club is een grote familie.’

Tussen Rorive en RFC Huy is het duidelijk grote liefde. Als ‘hobby’ oefent hij ook nog eens de functie uit van assistent van de B-kern. Zijn vader trainde ooit het eerste elftal en zijn grootvader was voorzitter van de club voor de laatste fusie in 1995. Voor de jongste telg van de familie lijkt de weg dus al uitgestippeld.

RFC Huy telt momenteel ruim 400 leden, verdeeld over 25 jeugdploegen. Een vijftigtal vrijwilligers zijn daarmee bezig. Knap werk, beloond met de prijs van ‘beste opleidingsclub in de provincie Luik’. De Tricolores kunnen ook bogen op een titel bij de provinciale junioren, behaald in het Astridpark in 2005. Daar werden de kernreactoren even mee in de schaduw gesteld.

DOOR NICOLAS TAIANA – FOTO JURGEN VANTOMME

‘We hebben nooit een euro van de kerncentrale gekregen. Terwijl ze hier maar honderd meter vandaan liggen.’ – JEAN-LUC MARTIN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content