Dit weekend start de volleybalcompetitie. De ambities van landskampioen Noliko Maaseik zijn niet nieuw. De coach is dat wel (een beetje).

Met vier landstitels en vijf nationale bekers op zak nam clubicoon Vital Heynen eind vorig seizoen afscheid als hoofdcoach van Noliko Maaseik. In zijn zoektocht naar een opvolger nam Maaseik contact op met onder meer Flavio Gulinelli, tweemaal kampioen in Italië en momenteel bondscoach van Portugal. In plaats van een internationaal gerenommeerde trainer aan te werven, koos de club echter voor continuïteit. De man die al vier jaar als assistent op de Limburgse bank zat en die job vorig seizoen met succes combineerde met een eerste jaar als hoofdcoach bij de Nederlandse satellietclub Tilburg, krijgt dit seizoen de sportieve eindverantwoordelijkheid.

Minder flexibel

De erfenis die Brecht Van Kerckhove van zijn voorganger kreeg is niet min, maar de uitdaging schrikt de 36 jaar jonge trainer niet af. “Ik vind zelfs dat deze situatie veel gemakkelijker is dan ergens te moeten beginnen waar je alles nog moet opbouwen. Negen van de elf spelers maakten vorig seizoen al deel uit van onze kern. Ze kennen onze manier van werken, die toch anders is dan wat de meesten gewoon zijn.”

‘Ónze manier van werken’: Van Kerckhove laat duidelijk verstaan dat hij het systeem niet meteen wil omgooien, “omdat ik er zelf in geloof. Je merkt gewoon dat het aanslaat. Waarom zou ik het dan veranderen? We proberen onze aanpak zo veel mogelijk aan te passen aan de hedendaagse jongeren. De jeugd leeft, denkt en werkt totaal anders dan tien, laat staan twintig, jaar geleden. Zei je toen tegen een speler dat hij elke dag drie keer met zijn hoofd tegen een muur moest botsen om hoger te kunnen springen, dan zou hij dat gedaan hebben. Als je vandaag zoiets vertelt, dan gaat die speler onmiddellijk op het internet nagaan of het wel steek houdt. Ze hebben tegenwoordig heel veel tools ter beschikking om iets te checken of om voor eigen inbreng te zorgen.”

Daarnaast verlangen ze veel meer naar variatie dan vroeger, vervolgt Van Kerckhove. “Daar proberen wij maximaal rekening mee te houden bij het opstellen van een trainingsschema. We geloven er ook sterk in dat wanneer je het individu beter maakt, het team daar de vruchten van plukt. Iedere speler volgt zijn eigen personal development plan, zeg maar.” Een kopie van Vital Heynen lijkt geboren. “Dat nu ook weer niet”, lacht Van Kerckhove. “Ik heb van hem de voorbije jaren enorm veel geleerd, maar ook van coaches met wie ik vroeger als speler werkte heb ik zaken opgepikt.”

Onder meer bij de talrijke clinics die hij volgde en de lectuur die hij doornam, vond hij de inspiratie om ook zijn eigen accenten te leggen. “Het zijn geen zaken die ik zelf uitvond, maar anders dan vorig seizoen is bijvoorbeeld één bepaalde training waarbij we vanuit een fitnessoefening meteen omschakelen naar een volleybalbeweging. Krachttraining in het zwembad is evenzeer nieuw voor deze groep.” Aan het spelsysteem wil hij niet te veel sleutelen. “Wat goed is, moet je niet wijzigen. Wel ben ik minder flexibel dan Vital wat verdediging en blokopties betreft. Ik ben op dat vlak meer voorstander van vaste afspraken.”

Minstens even goed

Die vaste afspraken kan hij zoals gezegd maken met een nagenoeg ongewijzigde spelerskern. Met spelverdeler Yannick van Harskamp en middenman Pieter Verhees vertrokken wel twee sterkhouders. “De spelverdeler is natuurlijk een sleutelfiguur”, erkent Van Kerckhove. “Die vervangen, betekent sowieso een aanpassing voor een team. Matthias Valkiers heeft vorig seizoen al mooie dingen laten zien en zijn selectie voor de nationale ploeg bewijst dat hij op de goede weg is. Wij verwachten van elke speler die hier al een jaar is dat hij een stap vooruitzet. Dat geldt dus ook voor Matthias.”

Het nieuwe gezicht aan de pass is Kyle Caldwell, een Amerikaan van 2m06. “Op zijn positie is die lengte niet altijd even gemakkelijk. We moeten veel werken aan zijn voetenwerk, want een spelverdeler moet mooi onder de bal geraken. Hij is heel gedreven, ademt volleybal, maar het is normaal dat hij nu nog niet het niveau haalt van Yannick. We hebben er echter vertrouwen in dat dat op korte tijd wel het geval zal zijn. Hij genoot zijn opleiding bij de UCLA, waar bijna alle goede Amerikaanse volleyballers vandaan komen. Binnen afzienbare tijd zie ik hem zeker de nationale ploeg van de VS halen.”

De Nederlander Lars Lorsheijd stond ook op het verlanglijstje van Roeselare, maar het was de Belgische landskampioen die de middenman wist te strikken. Het moet een tijdje geleden zijn dat Maaseik nog een speler van 27 jaar aanwierf. “Hij beschikt inderdaad over ervaring, maar hij heeft nog progressiemarge. We vertrekken nooit van het standpunt dat de vervanger beter is dan de speler die ons verlaat, maar we gaan er wel vanuit dat we hem minstens even goed kunnen maken. Lars leunt nu al dicht aan bij Pieter Verhees, misschien niet qua aanvalskracht, maar wel qua wendbaarheid en techniek. Blokkerend schat ik hem zelfs hoger in.”

Het ultieme doel

Met verder een onveranderde passinglijn is Maaseik opnieuw favoriet om zichzelf op te volgen als landskampioen en bekerwinnaar. “Bij ons is het bijna overbodig om te vragen wat de ambities zijn. Of we die kunnen waarmaken, valt af te wachten. Roeselare heeft na twee mindere jaren een serieuze inspanning geleverd om weer mee te doen voor de prijzen. Antwerpen kon al rekenen op een uitgebalanceerde basis en versterkte zich nu ook in de breedte. Ondanks alle financiële perikelen lijkt Asse-Lennik toch weer een stevig team op de been te brengen. Kortom, ik kijk benieuwd uit naar de nieuwe competitie.”

In de Champions League blijft de Final Four bereiken het ultieme doel van Noliko. “Als reekshoofd mogen we niet klagen over de loting, maar we staan niet voor een eenvoudige opdracht. We moeten immers de top twee halen in de poule en er bovendien voor zorgen dat we niet de slechtste tweede zijn. Teruel en Dupnitsa zijn haalbare kaarten, maar Teruel maakte het ons in het verleden al knap lastig en als je ziet dat Bulgarije op de Olympische Spelen vierde wordt, dan weet je dat ze in dat land altijd meer dan degelijke volleyballers afleveren. Het budget van Izmir ligt bijna driemaal zo hoog als dat van ons. We hebben in het verleden echter al bewezen dat we kapitaalkrachtigere ploegen kunnen verslaan. Hoe dan ook zullen we in de eerste plaats de poulefase moeten overleven om pas daarna de lat hoger te leggen.”

DOOR ROEL VAN DEN BROECK – BEELDEN: BART VANDENBROUCKE

“Vital opvolgen is gemakkelijker dan alles nog moeten opbouwen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content