Anderlecht begon niet ongeschonden aan de tweede ronde van het kampioenschap. Een incident met de pers overschaduwde de stage in Spanje, de generale repetitie tegen Hertha Berlijn werd een afknapper en tegen Moeskroen was het bobijntje na één helft af. Drie vaststellingen vatten de competitiehervatting samen.
1. Christophe Grégoire is een aanwinst
Met Christophe Grégoire haalde Anderlecht nog eens een elegante voetballer in huis. In zijn eerste wedstrijd, het oefenduel tegen Hertha Berlijn, maakte hij het enige Brusselse doelpunt. Drie dagen later was hij in het uitstekende eerste halfuur tegen Moeskroen bij elke gevaarlijke actie betrokken. De linkerflankspeler heeft het “volume” van Bart Goor, maar moet nog meer “tempo” in zijn voorzetten leggen, aldus assistent-trainer Franky Vercauteren. In tegenstelling tot andere actiemakers als Aruna, Mbo Mpenza en Christian Wilhelmsson liet Grégoire zich in zijn eerste optredens voor Anderlecht vooral kennen als een ploegspeler. Dat beviel Yves Vanderhaeghe, sinds lang teruggekeerd in de ploeg, uitermate : “Hij is een jongen zonder complexen. Heel cool, ook in zijn balbehandeling. Zo’n voetballer zie ik graag. Hij maakt acties, maar zoekt ook de vrije man en maakt zich daarna zelf weer aanspeelbaar. Echt een mooie voetballer.”
“Hij heeft zich redelijk vlug aangepast”, vond trainer Hugo Broos. “Zijn centers waren zeer goed. Binnen een paar weken zal hij nog beter zijn dan nu.” Of hij het niveau van een topclub in zich heeft ? “Dat kan je slechts meten in de Champions League”, temperde Vercauteren het enthousiasme. Dat Anderlecht Europees niet meer in actie komt, vindt hij daarom geen slechte zaak : “Hij heeft nu een halfjaar om zich hier aan te passen.”
2. Vincent Kompany is een middenvelder
Tegen Hertha Berlijn grossierde hij nog in slechte passes en misverstanden met Vanderhaeghe en Hannu Tihinen, maar het was wel een offensieve bevlieging van Vincent Kompany die tot het doelpunt van Grégoire leidde. Ook de twee doelpogingen van Walter Baseggio tegen Moeskroen, waarvan er een tegen de paal ging, werden ingeleid door de opgerukte verdediger. En, herinnerde Kompany er zaterdag zelf fijntjes aan, eerder lag hij ook tegen Club Brugge aan de basis van een doelpunt. Of daarmee niet stilaan duidelijk wordt dat hij eigenlijk een middenvelder is ? Glimlachend : “Daar heb ik me niet over uit te spreken, dat is voor de trainers. Ik ga graag naar voren, dat wordt trouwens ook van mij gevraagd. Door het beetje ervaring dat ik ondertussen heb, kies ik nu beter mijn momenten.” “Vincent kent mijn mening hierover”, is het korte antwoord van Vercauteren. “Verder geen commentaar.”
3. Pär Zetterberg mist respect
“Op Anderlecht zijn er geen definitieve keuzes”, antwoordde Broos op de vraag of de keuze voor Baseggio boven Pär Zetterberg een definitieve was. Volgens de trainer miste Zetterberg “frisheid” en was er tijdens de Spaanse stage en het oefenduel tegen Hertha Berlijn een “gretige” Baseggio te zien geweest. Zetterberg en Mbo Mpenza begonnen tegen Hertha in de basis, maar werden in de rust gewisseld voor Baseggio en Nenad Jestrovic, die vervolgens allebei aan de aftrap verschenen tegen Moeskroen. Mpenza was bijzonder karig in zijn commentaar : “Beslissingen van de trainer heb je te respecteren, maar dat wil niet zeggen dat je het er altijd mee eens moet zijn.” Interviews wenst hij voorlopig niet te geven. Zetterberg sprak dreigende taal : “Ik mis respect. Een speler moet aanvaarden dat hij op de bank terechtkomt, natuurlijk, maar als je zou weten wat hier achter schuilgaat. Meer zeg ik voorlopig niet.”
