Vandaag speelt RC Genk in de Champions League tegen Chelsea FC. Voor Kevin De Bruyne een wedstrijd vol symboliek. Omdat de tegenstander van vanavond afgelopen zomer hevig aan zijn mouw trok, maar vooral omdat zijn grootmoeder exact een jaar geleden in Londen overleed. Sport/Voetbalmagazine trok naar de Engelse hoofdstad en praatte er met de grootvader van De Bruyne.

Er hangt een aangename namiddagzon boven Londen wanneer we in het gezelschap van Bruno Callant (80), de kranige grootvader van Kevin De Bruyne, de football ground van Chelsea betreden. Het stadion van de Engelse vicekampioen, met een capaciteit van ruim 41.000 toeschouwers, ligt bizar genoeg niet in de gelijknamige Londense stadswijk Chelsea. Stamford Bridge, zo leren we van Kevins grootvader die al bijna 40 jaar in Londen woont, bevindt zich immers op het grondgebied van het stadsdeel Fulham.

Tegenwoordig is Fulham het territorium van de upper class Londenaars, vol peperdure boetieks en onbetaalbare panden. Een groot contrast met honderd jaar terug, toen het nog een echte arbeiderswijk was. In 1896 kopen de broers Gus en Joseph Mears ‘Stamford Bridge’, een sportveld aan de rand van Fulham, met de bedoeling om er een populair voetbalstadion van te maken. Eerst proberen ze Fulham FC, een al bestaande club uit de wijk, te overtuigen om op Stamford Bridge te komen spelen. Fulham, de huidige club van Moussa Dembélé, blijft echter liever voetballen in Craven Cot- tage, twee kilometer verderop en nog steeds de thuishaven van de club.

De Mears brothers blijven echter niet bij de pakken zitten en beginnen in 1905 dan maar met een eigen voetbalteam, zodat hun aangekocht terrein tóch bespeeld kan worden. Nu nog een naam … Voorstellen als ‘FC Stamford Bridge’ en het ambitieuze ‘FC London’ verdwijnen snel in de prullenbak. Uiteindelijk komt ‘FC Chelsea’ uit de bus, waarmee de club zich – al dan niet bewust? – linkt aan de naburige, maar vooral heel welgestelde Chelseawijk. Een stevige portie opportunisme: Chelsea is er vandaag niet vies van en honderd jaar geleden blijkbaar ook al niet.

Future Chelsea player

Anno 2011 lijkt Stamford Bridge in niets meer op het ruwe terrein dat de Chelseastichters Gus en Joseph Mears aan het eind van de 19e eeuw aankochten. De betonnen gradins, de hondenrenbaan, de houten overkappingen, … Stuk voor stuk maakten ze de voorbije vijftig jaar plaats voor nieuwe zittribunes.

Samen met de grootvader van Kevin De Bruyne wandelen we naar het bezoekerscentrum. Terwijl we rond het immense complex lopen, botsen we op de tientallen nevenactiviteiten: er zijn twee hotels, drie restaurants, conferentieruimtes, een ondergrondse concertzaal en uiteraard ook een reusachtige fanshop. De aanblik van het stadion straalt grootschaligheid en professionalisme uit. Het plaatje klopt. En toch, wanneer we het stadion van ‘ The Blues‘ betreden, is er van kippenvel geen sprake. Stamford Bridge is groot, indrukwekkend zelfs, maar de magie die je in de arena’s van bijvoorbeeld FC Barcelona of Manchester United wél voelt, die lijkt hier toch te ontbreken.

Wanneer we ons aanmelden voor het gegidste bezoek aan de voetbaltempel, vraagt de kassierster naar onze nationaliteit. ” Belgians? You must be here for Lukaku?”, zegt ze iets te enthousiast. Ik leg haar uit dat ons bezoek in het teken staat van een andere Belgische speler, die op termijn misschien ook het Chelseashirt zal aantrekken. Verrassend genoeg ként het meisje aan de balie Kevin De Bruyne. Ze brieft zelfs ogenblikkelijk haar collega, een van de stadiongidsen, dat er een vip behoort tot de groep van de volgende rondleiding: de grootvader van een ‘ future Chelsea player’.

Bruno Callant is een trotse opa en hij glundert. “Kevins naam stond de voorbije maanden toch al een paar keer in de Engelse kranten. Nooit grote artikels met een foto, maar de Chelseafans en de échte voetbalfreaks hebben wel al van hem gehoord. In mijn Engelse vriendenkring zitten veel Liverpoolsupporters en ook zij spreken mij er regelmatig over aan. Of ik hem niet op andere gedachten kan brengen?” ( lacht)

De gidsbeurt zelf is jammer genoeg niet bijster interessant. Veel meer dan de clichés bij zo’n stadiontour (perszaal, kleedkamer, tribune) krijgen we niet te zien. Daarenboven wordt onze groep opgevrolijkt door een klas Italiaanse pubers die constant de aandacht en de waakzaamheid van de gids vereisen. Van de schaarse momenten dat die ragazzi en ragazze zich braafjes bezighouden met hun fototoestellen, maakt Bruno Callant gebruik om even rustig te praten met onze tour guide. Hij houdt er wel degelijk ernstig rekening mee dat zijn kleinzoon volgend seizoen op Stamford Bridge, op tien kilometer van zijn deur, komt voetballen. Of de gids geen advies kan geven in welke tribune hij dan best zijn season card neemt? “Liefst ergens waar ik het goed kan zien en waar vooral rustige en oudere mensen samenzitten”, zegt Bruno in vlekkeloos Engels.

Burundi & Ivoorkust

Vooraleer we met Bruno Callant naar het stadion van Chelsea trokken, ontmoetten we de grootvader van De Bruyne bij hem thuis in Ealing. Ealing is een Londens district, ten westen van het stadscentrum, met meer dan 300.000 inwoners. Wanneer we door de buurt wandelen, valt het ons op hoe multicultureel de omgeving is. We zien Poolse winkels en Indiase restaurants, maar vijftig meter verderop dan weer een fraaie neogotische Anglicaanse kerk.

“Het was een heel bewuste keuze om hier midden jaren zeventig te komen wonen met onze kinderen”, vertelt Callant die heel zijn leven voor een grote oliemaatschappij met hoofdzetel in Londen heeft gewerkt. “We worden hier niet geconfronteerd met de overlast en de hoge prijzen van London city, maar toch hebben we alles: er waren goede internationale scholen voor onze kinderen, een goede verbinding met het openbaar vervoer en er is ook wel nog wat groen. Er zitten hier meer vogels dan in België”, aldus natuurliefhebber Callant.

Vlak bij Ealing ligt de luchthaven van Londen-Heathrow en ook dat speelde een belangrijke rol. “We gingen af en toe op bezoek bij onze familie in België,” vertelt Callant, die uit Evergem afkomstig is, “maar ik moest vooral veel vliegen voor mijn werk.” Callant werkte bij de oliemaatschappij onder meer als regioverantwoordelijke voor West-Afrika en trok voor zijn job dus verschillende keren per jaar naar het Afrikaanse continent. De beeldjes, foto’s en decoraties in de woonkamer zijn stille getuigen van dat Afrikaans verleden. “Dit beeldje kreeg ik in Burkina Faso. Dat vrouwenhoofd komt uit Ghana en is gemaakt uit speciale zandsteen. Die foto’s? Uit Niger. En de authentieke tamtam in de hal is een geschenk uit Burundi”, overloopt de grootvader van De Bruyne een paar opvallende souvenirs.

Afrika is voor Bruno Callant een wezenlijk deel van zijn leven, want voor hij in Londen gestationeerd werd, werkte hij veertien jaar lang voor de oliemaatschappij vanuit Afrika. “Eerst zat ik zeven jaar in Burundi. We zijn uit België vertrokken in 1958, toen we al twee kinderen hadden. De twee jongste, Jean-Pierre en Anne, de moeder van Kevin, zijn ginder geboren. In Burundi was het leven aangenaam en de kinderen gingen er naar een Belgische school. Ons gezin was in Burundi toen het land in 1962 onafhankelijk werd. In die periode zijn er vier premiers vermoord, maar ik heb me er toch zelden onveilig gevoeld.”

Na zeven jaar Burundi maakt Callant promotie binnen het oliebedrijf. Met als resultaat een nieuwe functie én een nieuwe uitvalsbasis: Abidjan, de hoofdstad van Ivoorkust. “Het klimaat was daar een stuk minder dan in Burundi: ook warm, maar veel vochtiger en drukkender”, herinnert Callant zich. “Toch viel het best mee, want we verbleven in een huis in Cocody, een luxueuze wijk waar alle westerlingen en ambassadeurs woonden. Onze kinderen konden er naar een Frans lyceum.

“Het grote voordeel aan werken in Afrika”, zegt Callant, “was dat je op jonge leeftijd zaken kon realiseren waar je in Europa minstens tot je 50e op zou moeten wachten. In het buitenland kon je relatief snel opklimmen naar een leidinggevende functie. Daarnaast had je flink wat vrijheid om los van de hoofdzetel zelf een koers uit te zetten.”

Callant ging vrij vroeg op pensioen, al op zijn 55e, en is sindsdien nooit meer in Afrika geweest. “Ik heb er nooit willen terugkeren”, zegt hij beslist. “Afrika is triest geworden: corruptie, armoede, … Zo veel landen die op de goede weg leken, zoals Ivoorkust, zijn nu weer helemaal in verval. De mensen wijzen vaak naar de multinationals als bron van alle kwaad in Afrika. Als ik dat hoor, dan kookt mijn bloed. Sommige bedrijven hebben zeker fouten gemaakt, maar anderzijds heeft mijn oliemaatschappij bijvoorbeeld gezorgd voor een pensioenfonds in Ivoorkust.”

De transfer van Kevin Keegan

We willen weten of Kevin ooit gevraagd heeft naar de Afrikaanse verhalen van zijn opa. “Ja, toch een paar keer”, repliceert grootvader Bruno droogjes. “Voor een schoolwerk …” ( grijnst) “Oh, en ik heb hem een paar woordjes Swahili aangeleerd, zodat hij Ndabashinze Dugary, de Burundees bij Genk, eens voor de gek kon houden. ( lacht)

“Neen serieus nu, Kevin was als kind maar met één ding bezig en dat is tot op de dag van vandaag hetzelfde gebleven: voetbal. Ook als hij hier in Londen op bezoek kwam, duurde het niet lang of hij haalde een bal te voorschijn. Dan sjotte hij hier in onze kleine tuin, of in een parkje ergens in de buurt, samen met locals die hij nog nooit eerder gezien had. ( lacht) Kevin is niet snel onder de indruk. Toen hij op zijn twaalfde eens met de jeugd van Arsenal mocht meetrainen, liep hij daar rond alsof hij er al jaren speelde.”

Zelf heeft Bruno Callant geen groot verleden als voetballer, al zijn er wel een paar leuke anekdotes met een voetbaltintje. “Ik heb nog de kleuren van België verdedigd”, probeert hij ons te verrassen. “De tegenstanders waren Frankrijk, Duitsland en Nederland”, zegt hij geheimzinnig. “In Abidjan speelden we regelmatig wedstrijdjes tussen de verschillende delegaties van de Europese landen. De weinige Belgen in Ivoorkust waren meestal geen partij, zeker niet voor het Franse leger. Om toch een paar goals te kunnen maken, namen we meestal een vatje Stella mee naar de match. Zonder zever: er was een brouwerij in Abidjan die échte Stella maakte. Tijdens de rust schonken we dan rijkelijk wat verfrissende drank uit aan de tegenstander. Zelf mochten we niet drinken van onze trainer, zodat we in de tweede helft misschien nog iets konden forceren. ( lacht)

“Wist je trouwens dat ik een hand heb gehad in een transfer van Kevin Keegan?”, raakt Callant op dreef. Het blijkt geen bluf te zijn. “In de zomer van 1977 wou Keegan weg uit Liverpool. Hij zat in een hotel dicht bij de luchthaven te wachten op meer nieuws van buitenlandse clubs. Hamburg wou Keegan bellen om hem uit nodigen voor contractbesprekingen, maar ze hadden het nummer van dat bewuste hotel niet. In die tijd was er nog geen internet en net op die dag staakten de internationale inlichtingendiensten. Mijn schoonbroer, die als advocaat al had samengewerkt met Hamburg, heeft er dan niet beter op gevonden om naar mij te bellen. Ik woonde in Engeland, dus ik moest dat telefoonnummer van dat hotel maar te pakken krijgen. Dat is me vrij snel gelukt en een dag later hoorde ik op de radio dat de deal tussen Keegan en Hamburg rond was.” ( lacht)

Kiezen voor carrière?

Niet in het voetbalspel zelf dus, maar waarin herkent de grootvader dan wél een echte ‘Callant’ in Kevin De Bruyne? “Talent!”, antwoordt de kwieke tachtiger met de glimlach. “Neen, ik denk dat hij wel een beetje de directheid van onze kant van de familie heeft. Door ouder te worden is dat bij mij al wat afgebot, maar Kevin heeft dat wel nog sterk. Vragen worden beantwoord met ‘ja’ of met ‘neen’, een ‘misschien’ daar houden wij niet zo van. Dat is een van de redenen waarom hij de hele heisa rond zijn transfer naar Chelsea zo beu was deze zomer. Het was geen kwestie van de zaken te forceren, maar van duidelijkheid te vragen.

“Ik herken ook wel een beetje de vastberadenheid van mezelf in Kevin. Ik weet dat Kevin ver wil gaan om zijn ambities waar te maken. Toen de oliemaatschappij mij op mijn 28e de kans gaf om een carrière te beginnen in Afrika, was dat ook geen makkelijke keuze. Mijn familie en zeker de familie van mijn vrouw hadden het daar heel moeilijk mee. Maar Nelly, mijn echtgenote, heeft mij onvoorwaardelijk gesteund en was bereid om mee te gaan en daar de kinderen verder op te voeden. Kevin is nu al een tijdje samen met Caroline. Als hij straks naar het buitenland kan, staan die keuzes hen ook te wachten.”

Grootvader Bruno benadrukt ook het internationale karakter van de familie Callant. “Mijn oudste zoon Jean-Marc, die hier verderop in de straat woont, en mijn jongste dochter Anne, zijn echte Engelsen, omdat ze altijd in het Engels naar school zijn geweest. Anne is wel teruggekeerd naar België vanwege Herwig ( de vader van Kevin, nvdr), maar qua mentaliteit voelt ze zich zeker geen Vlaamse.

“En dan heb je de twee middelste, Jean-Pierre en Sonja, die hebben het leeuwendeel van hun jeugd op een Frans lyceum gezeten. Eerst in Abidjan, later hier in London. Dat zijn echt Fransen, ze wonen ook allebei met hun gezin in Parijs. Het feit dat we bij een familiebijeenkomst met drie talen en drie culturen aan tafel zitten, zorgt ervoor dat alle kleinkinderen redelijk open minded zijn.

“Als Kevin ooit in Engeland komt voetballen, zal hij volgens mij weinig problemen hebben om zich aan te passen. Chelsea toonde al interesse, maar zijn droom is niet per se Chelsea, maar wel de Premier League. Michael Owen was vroeger zijn idool. Als Kevin naar Engeland verhuist, dan komt hij normaal niet bij mij wonen. Hij woont in België al alleen en zal zelfstandig willen blijven. Plus: de trainingsfaciliteiten van Chelsea zijn in Cobham, helemaal de andere kant van Londen”, aldus Callant.

En wat als de droomtransfer naar Chelsea en de daarmee gepaard gaande verhuis naar Londen niet doorgaat? “Persoonlijk ben ik al te oud om daarover ontgoocheld te zijn. Als hij zou komen, dan zal ik hem vaker zien. Maar ik zie wel wat er komt en wat het beste voor hem is. Nu zit hij nog bij Genk en als ik niet in België ga kijken, volg ik hem vanuit Londen via de krantenknipsels, de liveverslaggeving op internet en de samenvattingen. Kevin en ik bellen af en toe en sinds vorige week kan ik ook sms’en. Anne, Kevins moeder, zou wel liever hebben dat hij naar Londen verhuist dan naar bijvoorbeeld München of Madrid. Anne is heel betrokken bij Kevin en als hij bij Chelsea zou spelen, kan ze vlot heen en weer met de trein en hier blijven slapen.”

door Bregt Vermeulen – beelden: Imageglobe

“Kevin heeft de directheid van onze kant van de familie.”

“Toen Kevin op zijn twaalfde met de jeugd van Arsenal mocht meetrainen, liep hij rond alsof hij er al jaren speelde.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content