Bovenop de sportieve perikelen van AA Gent anderen lastigvallen met zijn eigen problemen is wel het laatste wat Matthieu Verschuere wil. Maar soms doet het goed er gewoon over te praten. ‘Dat ons dochtertje zelfstandig wordt, dat zou mijn grootste overwinning zijn.’

M atthieuVerschuere : “Niet opgeven is de rode draad in de tien jaar dat ik nu al profvoetballer ben. Daar ben ik in elke club waar ik heb gespeeld ook voor gewaardeerd. Ik weet dan ook dat mijn kwaliteiten op het conditionele vlak liggen en dat ik het niet op mijn gemak moet doen, want daarvoor moet je een talent zijn.

“Mijn hele opleiding lang heb ik geleden onder mijn geringe lengte. Ik werd altijd aan de kant geschoven en moest bij de reserven voetballen. Achteraf bekeken heeft mij dat eigenlijk heel veel geholpen : ik heb mij altijd voor 120 procent moeten geven om dat te compenseren. Want als je pas 14, 15 jaar bent, is dat verschil in lengte groter. Later pas haal je die achterstand een beetje in. Mentaal is dat voor mij een heel zware belasting geweest, die mij gehard heeft. Ik kon mij vroeger nooit op de voorgrond werken, ik kwam altijd achter. Tot ik op mijn negentiende ineens begon door te breken als voetballer. Nadien heb ik iedereen ingehaald ; driekwart van mijn vroegere ploegmaats ben ik zelfs gewoon voorbijgestoken met mijn carrière. Die carrière dank ik, mag ik wel zeggen, aan dat verleden.

“Nooit opgeven, dat heb ik ook van huis uit meegekregen. Mijn ouders hebben mij geleerd wat werken is en wat de waarde van geld is. Ik kreeg het net als hen nooit in de schoot geworpen. Ze baatten een auberge uit en de horeca, dat is hard werken. Ik herinner mij dat ze op zaterdagavond soms trouwfeesten verzorgden en er ’s zondagmiddags alweer moesten staan voor een communiefeest. Ik hielp erin mee toen ik jong was. De waarde van het leven heb ik daar leren kennen.

“Mijn grootouders, Verschueres, hebben in Brugge gewoond en zijn daarna naar Frankrijk getrokken. Maar verder heb ik, behalve dat ik bij AA Gent speel, geen banden meer met Vlaanderen. Ik kom zelf uit het noorden van Frankrijk, Amiens in Picardië. Wonen doe ik tegenwoordig in Rijsel, dat is interessanter voor de familie en het is maar vijfendertig minuten van hier. Dat ik niet ver van mijn familie woon, is wel belangrijk voor mij, want ik onderhoud door de grote gezondheidsproblemen van ons dochtertje een heel nauwe band met hen.

“Zij staan er altijd, mijn vrouw, mijn zus, mijn ouders. C’est formidable. Gelukkig dat die cocon familial er is. Want toen ik in het begin van mijn carrière bij Châteauroux zat, stonden mijn vrouw en ik er alleen voor, vijfhonderd kilometer van de rest van de familie. Dan moet je mentaal sterk staan als zoiets je overkomt. Dat is echt een periode in mijn leven geweest dat ik moest aanklampen. Vraiment (blaast)… Dan moet je zorgen dat je de bovenhand haalt… En vertrekken (lachje).

“De geboorte van ons dochtertje, Léanne, was een heel gelukkige gebeurtenis, maar meteen daarna kwamen de zorgen. En die zijn er sindsdien altijd gebleven. Ondertussen hebben we ons er wel bij neergelegd dat de situatie is wat ze is. In februari wordt ze zes jaar, maar ze is nog altijd heel klein, kan niet lopen of praten. Misschien is het een erfelijke ziekte, maar helemaal zeker is dat nog niet bepaald, daar zijn ze nu mee bezig. Maar zelfs al zouden ze het ons morgen kunnen zeggen, het zou niks aan de zaak veranderen en die is dat ze er nooit van af zal geraken. Het geneest niet, wat wel zwaar is om te aanvaarden. Soms gaat het mentaal helemaal niet meer (blaast).

“Al sinds haar geboorte is het voor ons en voor haar een gevecht geweest. Mijn vrouw en ik zullen ons tot het uiterste blijven inzetten om haar te helpen, maar vorig seizoen bij Sedan heb ik daar fysiek ook een prijs voor betaald. Alle privé-problemen die er waren, speelden volgens mij ook mee in de blessures waarmee ik daar sukkelde. Ik was enorm vermoeid geraakt. Ik zat volledig aan de grond. Je moet de hele tijd bij haar zijn en omdat ze niet kan praten, weten we ook nooit echt wat ze zelf wil. Er is eigenlijk nauwelijks contact mogelijk. Zelfs of ze beseft dat ik voetballer ben, weten we dus niet… Dat is nog het moeilijkste : niet kunnen communiceren met je eigen kind. Toch brengt ze ons veel bij, hoor, elle fait des canailles et tout ça…

“Maar het moet voor haar ook frustrerend zijn, want je merkt soms dat ze iets begrijpt en ons iets duidelijk wil maken, maar dat niet kan. Dus we proberen al het mogelijke te doen om haar te helpen. Ze volgt hetzelfde programma dat ook het dochtertje van JeanPierrePapin volgt, met dagelijkse oefeningen om haar maximaal te stimuleren en te laten evolueren : evenwichtsoefeningen, fiches om te leren lezen… Elke zes maanden gaan we daarvoor naar Toulouse en staan we in contact met Spaanse dokters.

“We zouden graag zien dat ze op een dag kan stappen of praten. Dat zou al een hele grote overwinning betekenen. Voor mij, maar zeker ook voor mijn vrouw. Ik heb mijn voetbal nog om mijn zinnen te kunnen verzetten, maar zij, zij is er echt vierentwintig uur op vierentwintig thuis mee bezig. Zelf al kan ze al eens iets anders doen als ik thuis ben, dan nog moet ik haar echt bewonderen. Chapeau voor Caroline. Zo’n leven willen leiden… Als ouder verwacht je aanvankelijk natuurlijk andere dingen, meer kinderen, gezonde kinderen. Maar nu… tja. Het is nu zo. Ze boekt vooruitgang tout doucement, laat ons zeggen. Maar mijn en onze grootste overwinning zou zijn, dat ze ooit zelfstandig zou worden. Want wij zullen op een dag ook oud worden…

“Ik heb hier eigenlijk nooit zo openlijk over gepraat, heb dat ook nooit naar voren willen schuiven. J’ai mes souffrances en daar wil ik niet iedereen mee opzadelen, en ik wil het zeker niet als excuus gebruiken voor mindere prestaties. Maar misschien is het wel goed dat de mensen weten wat ik soms doormaak. Thuiskomen en bijna geen vrije tijd meer hebben omdat je de hele tijd met je kind in de weer moet zijn. Mais bon, c’est comme ça.

“Die situatie laat je natuurlijk wel toe een en ander te relativeren. Je begrijpt dat ik mij geen zorgen ga lopen maken over details waarvan ik begrijp dat anderen er wel over vallen. Je minimaliseert veel, zal ik zeggen. Dus praten over de problemen van Gent, c’est de la rigolade, quoi, hein (lachje).

“Ik ben nu optimistischer dan vroeger omdat ik geleerd heb de zaken te positiveren. Vroeger had ik de neiging pessimistischer te zijn en mij voortdurend ongerust te maken over de toekomst. Ik had schrik niet te zullen slagen, maar door te moeten vechten voor Léanne probeer ik nu overal het maximum uit te halen en positieve zaken te vinden om gelukkig te zijn. Want je moet ondanks alles nog een leven hebben ook, hé. Anders loont het de moeite niet meer.

“Wat me soms wel écht pijn doet, is als er kinderen de aftrap komen geven en aan de hand van hun papa terug naar de kant lopen. Ik kan je verzekeren, dan (blaast)… Of als er vrienden langs komen en je ziet hun kinderen over de grond rollen en spelen : dat is moeilijk om mee te leven. Voor mij is dat een frustratie, ça fait mal au coeur. Nog een geluk dat het in mijn voetbalcarrière wel goed gegaan is en dat ik daardoor over de middelen beschik om alles te bekostigen. Want in Toulouse ontmoeten we veel mensen die met hetzelfde probleem zitten en verenigingen moeten oprichten, loterijen organiseren en overal een beetje moeten zoeken naar fondsen. Giften vinden om de behandeling te kunnen betalen, is voor die mensen dan nóg eens een gevecht dat erbij komt. Want het programma is heel duur. Maar wat zou je er niet voor overhebben, voor je kind ? Diegene die mij morgen komt zeggen dat ze genezen is, krijgt alles wat hij wil. Want dat zou het schoonste zijn wat ons kan overkomen.

“Maar wat de toekomst zal brengen, weten we niet. Hoe zal ze er over drie jaar aan toe zijn ? Je probeert altijd te positiveren en vooruitgang te boeken, maar… Misschien dat ze op een dag… je weet het niet, maar we positiveren. We proberen (lachje).”

door Raoul De Groote

‘Door te moeten vechten voor Léanne probeer ik nu overal het maximum uit te halen.’

‘Misschien is het wel goed dat de mensen weten wat ik soms doormaak.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content