Met al dan niet gespeelde verontwaardiging benadrukte Club Brugge vorige week dat er in tegenstelling met krantenberichten niets mis is met de sfeer in de kleedkamer. Toch werd iedereen door het aanzwellende gemok van de supporters plots bloednerveus. Club, de ploeg van en voor het volk, trainde achter gesloten deuren en het kwam in de spelersgroep tot een gesprek waarin de problemen (ze waren er kennelijk toch) werden gladgestreken. Trainer Cedomir Janevski praatte met Gaëtan Englebert, de zogenaamde rotte appel in de groep, constateerde dat die mentaal klaar was om te spelen en zette hem zaterdag voor de wedstrijd tegen Westerlo op de bank. Hij zei niet te begrijpen waar de verhalen over de middenvelder vandaan kwamen.

Het frappeert telkens weer hoe moeilijk clubs met dat soort situaties omgaan. Michel D’Hooghe hield zich in die roerige dagen wijselijk uit de media en zal het zijne hebben gedacht over wat er werd opgevoerd. Een paar dagen eerder maakte de nieuwe sportmanager, Luc Devroe, tijdens zijn eerste persconferentie een ongelukkige uitschuiver : hij vertelde dat hij de spelers eventueel tot in de discotheek zou achtervolgen en gooide zo de levenswandel van een aantal spelers op straat. Het valt blauw-zwart moeilijk om opnieuw te werken in de sfeer van sereniteit die de vereniging vroeger zo kenmerkte.

Dat Club Brugge niet langer als een collectief blok geldt, is geen nieuw gegeven. Het past in dit tijdsbeeld waarin individualisme al langer iedere vorm van groepsgevoel ondermijnt en waarin er van trainers en bestuurders steeds meer psychologische fijnzinnigheid wordt gevraagd om een hecht geheel te smeden. Voetballers zijn uitgegroeid tot voorbijgangers die doorgaans ieder clubgevoel missen. Dat is bij Club Brugge, dat lang gedragen werd door spelers met een authentieke liefde voor blauw en zwart, niet anders.

Ook door exterieure invloeden die in het voetbal hun intrede deden, is clanvorming onvermijdelijk. Die was er al onder de qua discipline ruimdenkende Trond Sollied. De goeie resultaten camoufleerden nog een en ander maar toen Club onder Jan Ceulemans sportief afgleed, borrelde de tweedracht op. Ceulemans liet op training te veel passeren, de ergernis groeide met de week, Ceulemans miste de mentale kracht om in te gaan tegen spelers die zich privileges aanmaten. Ook Emilio Ferrera moest na een korte kentering machteloos aanzien hoe de groep verder versplinterde.

Het is natuurlijk niet een totaal onervaren man als Cedomir Janevski, die tot dusver alleen hoofdtrainer was in Blan- kenberge, die dat zal rechttrekken. Er wordt de Macedoniër in dit wespennest gevraagd te lopen terwijl hij nog niet kan gaan. Dat ook hij de controle helemaal kwijtraakte, werd duidelijk in de memorabele wedstrijd van anderhalve week geleden op Germinal Beerschot. Het was de totale ontluistering.

Afgelopen zaterdag werd de treurmars tegen Westerlo gestopt : Club won met 2-0. Maar de problemen blijven en het tegen een traag tempo uitgevoerde spel was bij momenten erg belabberd. Club Brugge kan niet snel genoeg een streep trekken onder dit beschamende seizoen. Het dient een trainer aan te trekken met ervaring en uitstraling, een man die onbevangen kan beginnen, een type zoals de Nederlander Bert van Marwijk, een naam die al een paar keer viel. En het moet vooral een complementaire groep smeden, met techniek en snelheid én met persoonlijkheid. Club Brugge mist een leider binnen het veld, een voetballer met een aura van onaantastbaarheid.

Dat er ook op dat vlak iets schort, bleek afgelopen zaterdag na de wedstrijd tegen Westerlo : de spelersgroep besloot een stukje kindertheater op te voeren en een paar dagen niet met de media te praten. Dat is een teken van slapte en onvolwassenheid. Een groep die niets te verbergen heeft, gaat gelijk welke confrontatie aan. Open en bloot. Maar het is niet nieuw dat voetballers in crisismomenten de pers als gemeenschappelijke vijand kiezen. Dat ze dat bij Club Brugge samen deden, had in de gegeven omstandigheden zelfs een bijzondere betekenis : het duidde heel even op eendracht.

door Jacques Sys

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content