Patrick Lefevere blikt terug op het nog prille verleden van Quick Step-Davitamon en kijkt vooruit naar de nieuwe uitdagingen die hem wachten, want ‘het wielrennen is mijn roeping’.

De Centenaire gaat de geschiedenis in als een van de meest beklijvende Tours van de voorbije jaren. In tegenstelling tot de vaderlandse renners kende het Belgische Quick Step-Davitamon van manager Patrick Lefevere een uiterst geslaagde Ronde van Frankrijk. Maar ondertussen ligt de Tourparade op de Champs Elysées alweer tien dagen achter de rug en begonnen de renners zondag met de HEW Classic, de zesde wereldbekerwedstrijd van het seizoen, al aan het volgende luik. Een periode waarin de jongens van Quick Step-Davitamon opnieuw van zich willen laten spreken. En Patrick Lefevere durft zelfs nog wat verder vooruit te blikken, maar niet vooraleer hij de balans opmaakt van het eerste half jaar van zijn ploeg.

De klik en de déclic

Lefevere : “We kenden een ongemeen sterke start. In Qatar kaapte Servais Knaven een rit mee, vervolgens won Paolo Bettini de Ronde van de Middellandse Zee en Johan Museeuw de Omloop het Volk. In Tirreno-Adriatico konden we in principe niet verliezen – we stonden één en twee in het klassement, maar in de voorlaatste rit doet een valpartij ons de das om – en Bettini toonde zich oppermachtig in Milaan-San Remo. Tot daar alles goed.

“Maar in de week voor de Ronde van Vlaanderen werd de helft van de voorziene ploeg ziek. Frank Vandenbroucke zorgde met zijn tweede plaats voor een onverhoopte opsteker, maar in Gent-Wevelgem viel Bettini, de kopman voor de volgende klassiekers, dan weer uit. Dan zit je wel even met de handen in het haar. Panikeren hebben we echter nooit gedaan, ondanks het feit dat zeven van de vierentwintig renners voor het einde van het voorjaar out waren met een breuk. Al bij al hebben we die pech meer dan behoorlijk opgevangen.

“We stoomden zo goed als het kon een ploeg klaar voor de Ronde van België. Het vertrouwen van Michael Rogers kreeg er een boost doordat Museeuw, Vandenbroucke en de anderen zonder nadenken voor hem werkten. Het zorgde voor een mentale déclic bij Rogers, waardoor hij op zijn elan doorging en ook de Ronde van Duitsland en de Route du Sud op zijn naam schreef. En ondertussen konden de uitverkorenen op hun – tussen aanhalingstekens – gemak de Tour voorbereiden.

“Toen ik in 2000 Domo-Farm Frites opstartte, merkte ik op trainingskamp dat er iets ontbrak. Het bleek achteraf ook dat we onze start misten. Nu constateerde ik bij de eerste samenkomst in november meteen dat het klikte. Van bij het begin hamerde ik er bij de renners op dat ze het vertrouwen dat belangrijke sponsors in hen stelden, niet mochten beschamen. Ik zei hen : denk er elke morgen aan, als je voor de spiegel staat en gel in je haren doet, dat er anderen om je schouder kijken die jouw plaats willen en ook de mijne. Jongens als Richard Virenque, Bettini en Museeuw namen het voortouw en de anderen trokken zich op aan hun enthousiasme.”

Virenque en de guerrilla

Lefevere : “Het vertrekpunt voor de Tour was duidelijk : we beschikken niet over fantastische spurters of klimmers, niet over een klassementsrijder, maar over een ploeg die overal meekan. In het tv-programma Aan tafel verkondigde ik dat we gingen schitteren in de Tour – een uitspraak die hier en daar op gelach onthaald werd. Ik voelde echter dat deze ploeg sterk zou presteren. Elke dag aanvallen, een guerrillatactiek toepassen : dat stond ons te doen en dan zouden de resultaten volgen.

“De rit naar Morzine stond in het rood omcirkeld bij zowel Virenque als Bettini. Velen dachten dat we mikten op L’Alpe d’Huez een dag later, maar je moet durven zand in de ogen te strooien van de concurrentie. Er waren twijfels gerezen rond de paraatheid van Virenque. Ikzelf ? Achteraf kan je natuurlijk makkelijk praten, maar carte blanche is carte blanche bij mij. Ik weigerde Richard te be- of veroordelen vóór de Tour. Wat ik hem wél kwalijk nam – dat vormde ook de reden waarom ik vanuit Zwitserland met de auto tot bij hem thuis reed – was dat hij in L’Equipe liet optekenen : ‘ Mon équipe n’est pas à la hauteur.‘ Ik heb hem erop gewezen dat een ploeg maar zo sterk is als zijn kopman. Maar hij bleef mijn vertrouwen genieten. Morzine was D-Day, daar moest hij zich tonen. Hij deed het met verve.

“Of hij nu een nieuw contract versierd heeft ? Renners willen altijd verdienen naargelang van hun prestaties van het jaar voordien. Maar in principe word je betaald om dat specifieke jaar goed te rijden. Wat Virenque betreft, vind ik : Contrat accompli, de onderhandelingen over een nieuwe verbintenis kunnen starten.”

Vandenbroucke en de Vuelta

Lefevere : “De laatste weken laaien de geruchten rond Vandenbroucke opnieuw op : hij zit weer op het verkeerde pad en wat nog allemaal. Maar echt, die roddels raken me niet. Mij interesseert dat Vandenbroucke goed rijdt in de Vuelta en aansluitend op het WK. Hoe zijn vorm de laatste twee maanden was, maakt in principe voor mij niet veel uit. Frank is altijd een teer puitje geweest, hij zal het altijd blijven. Met een keelontsteking ligt hij gegarandeerd in bed met negenendertig, veertig graden koorts. Iedereen die al een keer veertig graden koorts heeft gehad, weet dat je je dan zo slap voelt als een vod.

“Frank zal altijd een speciaal man blijven, die een speciale behandeling vraagt, meer aandacht nodig heeft. Dat besef ik ten volle. Maar mocht ik geen vat op hem hebben, dan zat hij niet bij mij in de ploeg. Met de mensen van SEM, die zijn management verzorgen, heb ik bovendien een goede relatie. Ook met zijn psycholoog onderhoud ik de beste contacten. Hij vertelde me dat ik de enige manager ben in eender welke sport die zijn aanwezigheid duldt. Via hem werd ik zelfs al door bedrijven uitgenodigd om lezingen te geven over teamspirit en motivatie.

“Een belangrijk onderdeel van mijn job noem ik immers ontmijnen. Daarmee bedoel ik anticiperen vooraleer er problemen opduiken. Op elke werkvloer, overal in de maatschappij, liggen er mijnen. Een klein conflictje tussen mensen kan zo’n mijn al tot ontploffing brengen. Ik beschouw het als mijn taak om die knal te verhinderen.

“Frank kennende, weet ik dat het hem stak dat onze ploeg in Toureuforie leefde terwijl hij ziek in bed lag. Maar voor mij gold dit seizoen voor hem als het jaar waarin hij weer tot een volwaardig renner moest uitgroeien. Om echt weer het niveau van vroeger te halen, heeft hij de Vuelta nodig. Hij moet die niet winnen, ook geen klassement rijden of ritten winnen – lukt hij daarin zoveel te beter – maar om opnieuw écht te kunnen afzien en minder met ups en downs te worstelen, zou hij de wedstrijd wel moeten uitrijden. Dan kan hij naar zijn grote doel toeleven, het WK, want met Hamilton zit hij al een tijdje in zijn hoofd.”

De toekomst : Van Goolen, Sinkewitz en Rogers

Lefevere : “Het verlengde verblijf van Michael Rogers, Patrik Sinkewitz en Jurgen Van Goolen verheugt me ten zeerste. Bram Tankink en Nick Nuyens staan momenteel misschien wat minder ver, maar ook zij beschikken over troeven om in de toekomst een hartig woordje mee te spreken. Van Goolen rijdt goed tegen de tijd en bergop. Hij heeft een groot potentieel, maar waar zijn grens precies ligt, kan ik nog niet inschatten. Voor hij naar de profs overstapte, wist hij niet wat het betekende om in een peloton te fietsen, want hij lag altijd voorop. Hij moet nog beter leren zijn momenten uit te kiezen : in de Ronde van Zwitserland viel hij aan in de enige rit die op een massasprint kon uitdraaien. Zijn zwakste punt blijft vooralsnog zijn koersdoorzicht.

“De kwaliteiten van Sinkewitz kan je vergelijken met die van Van Goolen : hij klimt goed en kan tijdrijden. Karakterieel zit hij anders in elkaar. Hij is een nerveus baasje, maar ook uit het juiste hout gesneden. De manier waarop hij zich optrekt aan de prestaties van zijn landgenoot Ullrich laat het beste verhopen.

“Rogers bewees dit seizoen zijn sterkte in kleinere etappewedstrijden. Volgend jaar moet hij misschien eens durven pieken naar Parijs-Nice, nog een stapje hoger dan de wedstrijden die hij nu succesvol afsloot. In het begin van het seizoen valt er bovendien redelijk veel publiciteit te rapen, zowel hijzelf als de ploeg kan er alleen maar wel bij varen. Rijdt hij daarna door tot april om er vervolgens de riem af te leggen en zich te concentreren op de Tour, dan moet hij daar nóg beter voor de dag kunnen komen. Ik weet dat je renners niet kan programmeren, het zijn geen robots, maar iemand als Rogers toont zich wel altijd bereid te luisteren naar de raad die je hem geeft.

Lance Armstrong beschouwt Rogers als een van zijn mogelijke opvolgers. In de eerste plaats hoop ik dat Armstrong gelijk krijgt en in de tweede plaats dat Rogers dan nog voor ons rijdt. Maar aan wishful thinking bezondig ik mij liever niet. We gaan Michael rustig de tijd geven om progressie te maken. Als de echte top in het rondewerk erin zit, dan moet het er uitkomen in 2006.”

Geen Ullrich, wel Mercado en Pecharromán

Lefevere : “Toen Team Coast verdween, toonden onze sponsors zich bereid om iets extra’s te doen om Jan Ullrich in te lijven. Maar Ullrich wou naast een aantal mensen uit zijn entourage – wat voor ons op zich geen onoverkomelijk probleem betekende – ook vier Duitse renners meenemen. Aan die eis konden wij onmogelijk voldoen. Het was bovendien niet onze bedoeling Ullrich voor zes maanden binnen te halen en hem nadien kwijt te spelen. Hij opteerde voor Bianchi. Laat ons hopen dat die keuze ook op langere termijn de juiste blijkt en dat de broodnodige cosponsor opduikt.

“De wielersport is er niet bij gebaat dat sponsors afhaken. In Spanje heerst er momenteel een ware crisis, zelfs op het randje van paniek. Oscar Sevilla, Iban Mayo, Francisco Mancebo, Juan Miguel Mercado : allemaal namen ze zelf al met ons contact op met het oog op volgend jaar. Dat zegt veel.

“Met Mercado, vijfentwintig geworden tijdens de Tour, hopen we een renner met toekomst te strikken. Maar laat me even benadrukken dat niets rond is zolang het contract niet op mijn bureau ligt. Andrei Kasjeskin brak deze week ( vorige week, nvdr) nog zijn woord. Al van bij de beloften ontferm ik me over hem, verblijfsvergunning geregeld, stages betaald, Yvan Van Mol verschafte hem meer dan een jaar lang onderdak. We hadden een mondeling akkoord om langer met hem in zee te gaan, maar nu blijkt hij plots getekend te hebben bij Crédit Agricole.

“We maken ons sterk naast Mercado ook José Antonio Pecharromán, eveneens vijfentwintig, te kunnen aanwerven. Die jongen demonstreerde dit seizoen zijn klasse in de Bicicleta Vasca en de Ronde van Catalonië. Sommige mensen fronsten hun wenkbrauwen bij zijn plotselinge doorbraak, maar zij weten niet dat hij twee jaar geleden sukkelde met een blessure in de lies, vorig seizoen zwaar ten val kwam en bij het begin van deze campagne geconfronteerd werd met het overlijden van zijn vader. Allemaal verzachtende omstandigheden dus.

“Zo ver als Mayo staan ze momenteel nog niet, maar met Mercado en Pecharromán erbij moeten we in het klassement van een grote ronde iets hoger kunnen mikken dan dit seizoen.”

Het kleine broertje van Quick Step-Davitamon

Lefevere : “Het wegvallen van de hoofdsponsor van de juniorenploeg, en daardoor wellicht van het hele team, valt me zwaar. Maar in het leven moet je vooruitkijken en in dit geval betekent dat Quick Step-Davitamon en de nieuwe tweedeklasser Bodysol-Brustor. Ik heb een akkoord met Nico Mattan als wegkapitein van de nieuwe ploeg. Daarnaast zou ik er graag nog één renner bij hebben van hetzelfde kaliber. En er zullen vijf, zes renners overkomen van de huidige derdeklasser van Herman Frison. Om tot een degelijke ploeg van een twaalftal renners te komen richten we verder onze pijlen op Nico Sijmens, James Vanlandschoot en enkele anderen. Ik kruis mijn vingers dat alles even vlot kan verlopen als bij de start van Quick Step-Davitamon, want kinderziektes hebben we met de ploeg niet gekend.

“Het ligt in mijn bedoeling om Bodysol-Brustor totaal onafhankelijk te laten draaien. Ik wil gewoon dat de organisatie er staat, dat iedereen op dezelfde fiets rijdt – wat bij sommige ploegen niet belangrijk lijkt – dat er trainingsstages en medische tests op niveau gehouden worden. En als er dan een topper uitkomt, hoop ik dat die niet vergeet wat ik voor hem gedaan heb en dat hij Quick Step-Davitamon de eerste kans geeft.

“Tja, ik weet het : na mijn gezondheidsproblemen beloofde ik het wat rustiger aan te doen… ( lacht). Maar het doet me altijd hartpijn als ik jonge talentvolle renners veel te vroeg zie overkomen naar de profs. Ze verzuipen en moeten opnieuw overstappen naar de amateurs. Daarom heb ik me toch weer achter de kar van het nieuwe GS II-team gespannen. Zoals een pastoor een roeping heeft, geldt dat ook voor mij, zeker ( lacht).”

door Roel Van den broeck

‘Het stak bij Vandenbroucke dat onze ploeg in Toureuforie leefde, terwijl hij ziek in bed lag.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content