Vrijdag openen landskampioen Maaseik en provinciegenoot Halen het seizoen 2003/04. Voor Sport/Voetbal Magazine keken de coaches van de twaalf ereklassers in hun glazen bol.

Noliko Maaseik

In tegenstelling tot vorig seizoen kan je nagenoeg op dezelfde spelers rekenen. Een jaar meer ervaring, een jaar meer samengespeeld : betekent het dat Maaseik nog sterker geworden is ?

Anders Kristiansson : “Naast ervaring spelen nog veel andere factoren een rol. In principe zouden we opnieuw even sterk moeten staan. Maar een succes herhalen is moeilijker dan er een te behalen. Het neemt niet weg dat we over een jong team beschikken, met andere woorden een team met progressiemogelijkheden.”

Heeft Maaseik – na onder meer Mike Sealy, Ino Krncic, Tom Schrijvers en Nico Freriks – met Mikko Esko eindelijk de opvolger van Vital Heynen gevonden ?

“Vijf jaar geleden dachten sommigen al dat Vital aan zijn laatste seizoen bezig was. Maar zolang hij op dit niveau blijft presteren, moeten we geen opvolger zoeken. Hopelijk toont Mikko zich een waardige concurrent, dat zou onze ploeg alleen maar ten goede komen.”

Knack Roeselare

Waarom wordt na drie jaar Maaseik Roeselare eindelijk nog een keer kampioen ?

Dominique Baeyens : “Is dat zo ? We starten met die ambitie en hebben ook de ploeg om onze doelstelling te verwezenlijken. Daarom kúnnen we kampioen worden. Vorig seizoen gold dat evenzeer, maar toen lukte het niet door de gekende omstandigheden. Ik ben tevreden over de spelers die we nu aanwierven. We beschikken over meer power op de hoeken dan vorig seizoen, op dat vlak zit het snor. Maar Maaseik komt evenmin zwakker voor de dag.”

Een van die nieuwe spelers, Kid-Gilmar, is een vedette maar wel al bijna 34.

“Vroeger stond Kid-Gilmar bekend als een spectaculaire aanvaller. Hij zal ons aanvallend wat kunnen bijbrengen, maar wij hebben hem vooral gehaald omdat hij receptioneel heel sterk is. Vorig seizoen volleybalde hij in Italië een volledig seizoen blessurevrij. Als iemand fysiek in orde is, heeft leeftijd geen enkel belang.”

Pecotex- De Belleman Everbeur

Bij je debuut als coach, bij Lennik, werd van jou meteen gevraagd een prijs te pakken. Was dat realistisch ?

Andrej Urnaut : “Over die periode wil ik niet meer praten. Maaseik en Roeselare waren gewoon beter.”

Sommige spelers en bestuursleden wreven je een gebrek aan communicatie aan. Vind je die kritiek terecht ?

“Nee. Maar vraag me misschien iets over Averbode.”

Je hebt nog een spelerslicentie ?

“Ja, maar alleen in uiterste nood zal ik inspringen.”

Mikt Everbeur zoals de vorige jaren op Europees volleybal ?

“Op Franky Reijmen na beschikken we enkel over jonge spelers. Twee receptiespelers volleybalden vorig seizoen in eerste nationale, eentje zelfs nog een trapje lager. Bovendien : vorig seizoen eindigde Averbode als derde, wat maakt dat we zes wedstrijden op verplaatsing moeten spelen. Een plaats in de topzes wordt erg moeilijk. We ambiëren dit seizoen bijgevolg niet meer dan het behoud.”

Par-Ky Menen

Menen kende een topseizoen en debuteert straks in Europa. Kan de ploeg nóg groeien ?

Alain Dardenne : “Ik denk het wel. Maar in de eerste plaats willen we het succes bestendigen en opnieuw mikken op een Europese plaats. Of we dat kunnen als derde of vierde, maakt weinig uit.”

Voor het eerst wordt een Europese plaats als ambitie uitgesproken. De druk zal toenemen.

“Dat mag, we zullen daar niet aan bezwijken.”

Hoop je stiekem op een aansluiting bij de ongenaakbaar gewaande top-2 ?

“Ik vrees dat er toch nog een behoorlijke kloof gaapt tussen Maaseik en Roeselare enerzijds en de rest anderzijds.”

Was je niet tevreden over Rubén Antequera ?

“De vrees bestond vooral dat hij fysiek ten onder zou gaan aan het stevige werkritme. Overigens, Steve Roelandt zou voor elke Belgische club een aanwinst zijn. Maar we gaan niet alle druk op zijn schouders leggen. We beschikken over meerdere spelers die het kunnen afmaken.”

Pepe Jeans Lennik

Na vier opeenvolgende derde plaatsen werd Lennik vorig seizoen met een volledig nieuw team knap vierde, een constante voor Europees volleybal dus. Dat vormt ook nu de ambitie ?

Claudio Gewehr : “Ambities moet je voortdurend bijstellen. Begin augustus zou ik gezegd hebben dat we resoluut voor plaats drie of vier gaan. Het uitvallen van Dieter Melis maakt dat we onmiddellijk iemand moeten inpassen waarvan we nog niet weten hoe ver hij staat. Maar vanuit onze structuur en het werk dat we verrichten, moeten we sowieso durven mikken op Europees volleybal.”

Met Gerrit Jan Huisken (2,10 m) hebben jullie de grootste speler in de Belgische competitie in jullie rangen. Hoe belangrijk is lengte ?

“Dat vormt een belangrijke factor in volleybal. Maar je beschikt beter over zes spelers van 2 meter, dan over één speler van 2,10 m en vijf van 1,90 m. We rekenen er uiteraard wel op dat Gerrit Jan Huisken in blok een versterking betekent.

Schuvoc Halen

Schuvoc Halen ontpopte zich vorig seizoen tot de grote revelatie, de verrassing in de top-6. Maar het jaar van de bevestiging is altijd moeilijk, niet ?

Appie Krijnsen : “Toch geloof ik dat we kunnen bevestigen, want ik vind de groep in zijn totaliteit nog een beetje versterkt. Op de buitenkanten onderging Halen nauwelijks wijzigingen, in het midden staan we er beter voor en met Eric Van Drom geldt dat zeker op de liberopositie. Anderzijds hebben ook Lennik, Menen en Torhout aardig ingekocht.”

Ondanks de verstrengde regeling versterkten sommige ploegen zich met meerdere niet-EU-buitenlanders. Wat vindt de coach van Halen én de nationale ploeg daarvan ?

“Eerlijk gezegd snap ik niet hoe sommige clubs uit de middenmoot 64.000 euro op jaarbasis kunnen neertellen voor één speler. Dat zou ik toch wel eens gecontroleerd willen zien. Wij hebben nu net mensen niét binnengehaald omwille van die regeling.”

Duvel Breendonk Puurs

Merk je nog wat van de typische ‘kinderziektes’ waar elke fusieploeg mee geconfronteerd wordt ?

Herman Vleminckx : “Van strubbelingen op het communicatieve vlak, waarvan sprake, merk ik niets meer. Ik zie een grote wil tot samenwerking. Het clubbestuur opteerde om geen financiële risico’s te nemen en stap voor stap vooruit te gaan. Gesitueerd in Klein-Brabant – economisch toch geen ‘gat’ – behoort dat tot de mogelijkheden.”

Kunnen jullie dit seizoen ook sportief een stap vooruit zetten ?

“Zeker als we gespaard blijven van blessures. En dan nog, want deze groep telt veel multifunctionele spelers. Vlahovic, bijvoorbeeld, fungeert als hoofdaanvaller, maar was vroeger middenman, Milutinovic is libero, maar kan ook aanvallen.”

Hoe belangrijk is het voor jou om opnieuw als coach in de ereklasse te werken ?

“Of ik nu coach in eredivisie of in negende parochiale Z : volleybaltraining geven schenkt me altijd voldoening.”

Volley Smash St. Vith

Je maakt je debuut als ereklassecoach. Zenuwachtig ?

Eric Humblet : “Twee jaar geleden, in eerste nationale, nam ik halverwege het seizoen het roer al een keer over samen met de toenmalige tweede spelverdeler. De basis van de spelersgroep is dezelfde gebleven en aangezien we destijds een uitstekend parcours aflegden, voel ik me gesterkt om ook nu een goede campagne door te maken.”

Wat versta je onder een goede campagne ?

“Omdat we meer wisselmogelijkheden hebben, gaan we volgens mij een constanter niveau halen dan vorig seizoen. Bovendien kunnen we rekenen op een heel goede spelverdeler. Blokkerend en serverend is Halling niet zo sterk als Barnett, maar puur qua spelverdeling is hij een stuk beter.”

Je bent trainer-speler. Ga je nog geregeld spelen ?

“Beantwoorden de prestaties van de andere spelers aan mijn verwachtingen, dan zal ik niet te vaak meer het spelersplunje aantrekken.”

Remi Claeys Torhout

Hoe voelt het om weer ’thuis’ te zijn ?

Yurek Strumilo : “Zo zie ik het zelf ook, ja. Ik ben een Pool met een Duitse nationaliteit, maar ik voel me na al die jaren dat ik hier woon evenzeer Belg. In het verleden behaalde ik met deze club een bekerfinale ( 1986, nvdr) in een eerste periode, een landstitel ( 1990, nvdr) en een Europese Final Four in een tweede ( 1992, nvdr). Dat schept een bijzondere band.”

In totaal negen landstitels in vijf landen (4 x in België, 2 x in Zwitserland, 1 x in Duitsland, Oostenrijk en Turkije) en vier nationale bekers en twee supercups : met Yurek Strumilo lijkt succes gegarandeerd.

( Lacht.)

Ook bij dit Torhout ?

“Dan moeten we eerst bepalen wat succes voor ons inhoudt. Aan Europese topclubs als Roeselare en Maaseik gaan we ons niet spiegelen. Vorig seizoen vocht Torhout tegen de degradatie, een plaats bij de topzes zou dus al een groot succes betekenen. Die gaan we proberen te bemachtigen.”

Schelde-Natie Kapellen

Kapellen zal als enige ploeg met alleen maar Belgen spelen.

Staf Davidson : “Omdat de spelerslicentie van Dariusz Grobelny niet in orde raakt – hoewel hij al zes jaar in ons land verblijft -, gaan we ons inderdaad voor het vierde opeenvolgende seizoen met louter Belgen proberen te handhaven in de hoogste afdeling.”

Terwijl andere ploegen blijkbaar zonder problemen niet-EU-buitenlanders aantrekken.

“Passen ze die regel effectief toe, dan kunnen slechts twee, hooguit drie, clubs in België met niet-EU-buitenlanders aantreden. Maar de nieuwe regeling zal wel weer geregeld omzeild worden, zeker.”

Bij Kapellen wordt daar niet aan gedacht ?

“Aan wat niet kan, denken wij niet. Desondanks hebben we onze ploeg serieus versterkt en zullen wij het wel weer wel redden. We gaan zelfs af en toe voor een verrassing zorgen. Eigenlijk is dat voor de andere teams een blamage, want al vier jaar na elkaar bezitten wij het kleinste budget.”

Warsco-Units Eisden

Tijdens zijn vorige, erg korte verblijf in de ereklasse maakte Eisden op zijn zachtst gezegd weinig indruk. Gaan jullie deze keer een beter figuur slaan ?

Wilfried Aerts : “Tijdens het seizoen 2000/01 liep het fout in de cruciale wedstrijden. Op het mentale vlak was de ploeg toen niet klaar voor de eredivisie. Vorig seizoen bewezen we wel stressbestendig te zijn door de titel te pakken in eerste nationale, de testwedstrijden in ons voordeel te beslechten, de kwartfinale te halen in de beker van België en de beker van Limburg te winnen.”

Wat houdt dat in met betrekking tot jullie doelstelling voor dit seizoen ?

“We ambiëren plaats 10 in de rangschikking, veel hoger kunnen of mogen we niet mikken. Als we dan soms eens voor een uitschieter kunnen zorgen, beschouwen we ons seizoen als geslaagd.”

VBC Guibertin

Is Guibertin voldoende gewapend voor de ereklasse ?

Johan Praets : “De club op zich, organisatorisch en dergelijke, wel. Maar sportief waren wij ons al volop aan het voorbereiden op eerste nationale toen het bericht kwam dat Mortroux niet zou starten op het hoogste niveau. De ploeg is dus in principe niet klaar, omdat wij heel laat wisten dat we in de ereklasse zouden uitkomen.”

Wat missen jullie ?

“Vooral ervaring. Geen enkele van onze spelers volleybalde ooit in de ereklasse. Onze jonge spelverdelers, bijvoorbeeld, moeten nog aan de snelheid van uitvoering wennen. Maar let wel : dat betekent niet dat wij gegarandeerd zakken. Het verschil tussen de top van eerste nationale en de staart van de ereklasse is niet zo groot.”

Leeft het volleybal in Waals Brabant ?

“We hebben heel veel spelende leden en het enthousiasme in de club is groot. Maar voorlopig tellen we nog niet genoeg supporters. Daar moet nog aan gewerkt worden.”

door Roel Van den broeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content