Bondsvoorzitter Hermes Navarro en nationaal trainer Alexandre Guimaraes glimmen van trots. Hun kleine Costa Rica mag straks het WK openen tegen gastland Duitsland.

De hoofdzetel van de Costa Ricaanse voetbalfederatie is de totale antipode van het glazen huis van de Belgische voetbalbond. Een gammel, houten optrekje, gelegen aan de rand van het indrukwekkende park La Sabana, meteen bij het binnenrijden van hoofdstad San José. In het hart van het park ligt het nationale stadion, waar alle jeugdploegen onderdak hebben. De A-selectie werkt zijn interlands af in het stadion van Deportivo Saprissa, de kampioen van de CONCACAF-liga (confederatie van Noord-Amerika, Centraal-Amerika en de Caraïben). Amper vier miljoen inwoners telt dit onstabiele landje, maar dat belet hen niet om straks al voor de derde maal op een WK aanwezig te zijn. Costa Rica krijgt zelfs de eer om op 9 juni de feestelijkheden te openen met een partij tegen Duitsland. Bondsvoorzitter Hermes Navarro blinkt van trots. “Dit is de beloning voor het project Gol, dat we in 1999 opstartten. Jongeren tussen 9 en 13 jaar van over het hele land werden verzameld”, legt hij uit. “Regio’s die tot dan toe op voetbalgebied ongemoeid bleven, door de afstand of moeilijke bereikbaarheid, werden aangeboord. We ontdekten er grote talenten, terwijl vroeger enkel naar het voetbal in de hoofdstad of het centrum van het land gekeken werd. Die talenten kregen de kans op een professionele opleiding in een van onze formatiecentra. Ze vormden de basis van onze min-15-, min-17- en min-20-ploeg. Uiteindelijk kwamen er een paar terecht bij de A-kern. We zijn zelfs al bezig met de teams voor 2009.” De voorzitter toont de maquettes van het opleidingscentrum dat in San José opgericht werd met geld van de FIFA. “We ontvingen 400.000 dollar, al bij al weinig geld voor een project dat in zijn geheel 14 miljoen dollar kostte, maar we zijn uiteraard blij met de geboden steun. Onze regering betaalde het terrein en enkele privésponsors deden ook hun duit in het zakje.”

Visvangst

Het idee om bondspreses te worden vatte Navarro op toen hij voorzitter werd van Puntarenas, de lokale club in een vissersdorpje aan de Stille Oceaan. “Ik ben van San José, maar ik runde in die regio een visbedrijf, gespecialiseerd in garnalen- en tonijnvangst. De handel liep goed, maar ik verkocht de hele zaak op een gunstig moment en sindsdien ben ik fulltime bondsvoorzitter, zonder salaris wel te verstaan. Dit is louter een hobby.”

Bij de WK-loting in Leipzig was Navarro de gelukkigste man in de zaal. In de eerste plaats omdat zijn land al voor de derde keer mocht deelnemen. “Het bewijs dat ons voetbal zich ontwikkelt, en hoe meer de populariteit van het voetbal stijgt, hoe minder criminaliteit, drugs- of alcoholproblemen dit land kent”, verklaart hij. De tweede reden voor ’s mans geluk is de openingsaffiche van het WK : gastland Duitsland tegen Costa Rica. “Een uitgelezen kans om ons te tonen, want de hele wereld zal die wedstrijd volgen. Bovendien : in openingswedstrijden is een verrassing nooit veraf. Dus wie weet ?”

Eén man maakte alle WK-deelnames van Costa Rica mee : Alexandre Guimaraes, international in 1990 en bondscoach in 2002. In Duitsland zal hij opnieuw op de bank plaatsnemen. “Een belangrijke figuur in ons succesverhaal”, erkent Navarro. “Het Costa Ricaanse voetbal kent weinig geheimen voor hem en hij bezit de gave om zeer snel de kwaliteiten en de gebreken van een speler in te schatten. Daardoor kan hij in recordtempo nieuwe jongens in een groep integreren.”

Ontwaken

Vreemd genoeg is deze emblematische figuur geboren in Brazilië. “In Maceio, in het noorden van Brazilië”, vertelt Guimaraes. “Ik was amper een jaar oud toen mijn ouders verhuisden naar Rio de Janeiro, de herinneringen die ik overhoud aan mijn elfjarige bestaan in Brazilië zijn allemaal aan die stad verbonden. Zoals bijna alle Braziliaanse jongeren leerde ik voetballen op straat en op het strand. Mijn vader werkte als arts voor de Wereldgezondheidsorganisatie, die hem overplaatste naar Costa Rica. Mijn ouders bleven hier zes jaar en keerden daarna terug naar Brazilië. Zonder mij. Ik was 17 en wilde mijn studies lichamelijke opvoeding afmaken aan de universiteit van San José. Lange tijd combineerde ik voetbal en basketbal, waarna ik definitief voor voetbal koos. Ik debuteerde in 1979 bij een tweedeklasser. Mijn carrière begon pas echt in 1980 bij Puntarenas. Inderdaad, de club die geleid werd door Hermes Navarro, de huidige bondsvoorzitter. Na twee seizoenen verhuisde ik naar Deportivo Saprissa, waar ik tien jaar bleef. Het is een van de grootste clubs van Costa Rica. Mijn naturalisatie kwam er in 1985 en ik debuteerde in de nationale ploeg tijdens de kwalificatiecampagne voor het WK 1986. Hier in San José, tegen Canada. Ik speelde op het middenveld. Vier jaar later behoorde ik bij de gelukkigen die een eerste kwalificatie voor het WK mochten meemaken. We schakelden El Salvador uit, met een groot feest in San José tot gevolg. Die kwalificatie maakte voor voetballers de weg vrij naar het professionalisme. Plots kregen spelers aanbiedingen uit het buitenland, Costa Rica werd op de voetbalkaart gezet. Terwijl er vroeger met geen woord over dit land gerept werd wanneer het over voetbal ging. En eindelijk zag de federatie het belang in van een deelname aan zo’n WK : niet enkel voor de spelers zelf, maar voor het hele land. Eindelijk werd er een beleid uitgestippeld en werd er werk gemaakt van een gedegen jeugdopleiding. Het betekende het grote ontwaken van het Costa Ricaanse voetbal. Van dat WK zelf onthoud ik twee zaken. Eerst en vooral de opwarming voor ik het veld op mocht om Brazilië te bekampen. Een emotioneel moment voor mij. Sommigen stelden de vraag of ik met mijn voetbalkwaliteiten ooit in het andere kamp had kunnen spelen. Zelf heb ik daar nooit bij stilgestaan : ik koos voor Costa Rica en heb me dat nooit beklaagd. Mijn tweede herinnering aan dat WK in 1990 is de assist die ik verstuurde voor het winnende doelpunt tegen Zweden. We kwalificeerden ons zowaar voor de tweede ronde ! Een heuse krachttoer voor een internationaal totaal onervaren ploeg. In 1992 kapte ik met profvoetbal, ik bolde nog zes maanden uit bij een ploegje aan de Atlantische kust, Turrialba. Daar volgde ik enkele trainerscursussen en in 1994 startte ik er mijn trainersloopbaan.”

De vlag geplant

Zeven jaar later presenteert Guimaraes zich als bondscoach van Costa Rica op het WK in Zuid-Korea en Japan. Een nieuwe historische episode. “Ik coachte mijn eerste interland op 6 januari 2001”, herinnert hij zich. “Een wedstrijd tegen Guatemala, gespeeld in Miami. De winnaar mocht deelnemen aan de laatste kwalificatieronde voor het WK 2002. We wonnen en gebruikmakend van die zegeroes plaatsten we ons ook voor de eindronde zelf. Opnieuw groot feest in het thuisland. De mensen konden in 1990 een eerste maal proeven van dit prachtige evenement en nu hadden ze er twaalf jaar op moeten wachten om dat allemaal nog eens mee te maken. Toen we in Japan aankwamen, voelde de hele groep zich beresterk. Alsof we daar een vlag in de grond plantten en riepen : Kijk naar ons, wij behoren tot de 32 sterkste landen van de wereld !’

Opnieuw belandde Costa Rica in een groep met Brazilië, een aardigheidje van het lot. “Maar die confrontatie voelde helemaal anders aan dan toen ik nog zelf speler was. Ik vond dat we op het toernooi leuk voetbal brachten, maar in tegenstelling tot twaalf jaar eerder konden we ons niet plaatsen voor de tweede ronde. We lagen eruit door een negatief doelpuntenverschil ten opzichte van Turkije, de latere bronzenmedaillewinnaar. Na die uitschakeling besliste ik op te stappen. Ik ging aan de slag bij enkele Mexicaanse clubs, gaf lezingen en zette mijn studies voort.”

Maar Costa Rica bleek niet zonder zijn mentor te kunnen. In april 2005 roept Navarro Guimaraes weer bij zich. “Die derde kwalificatie was uiteraard een grote voldoening, maar we merkten dat er minder enthousiasme loskwam dan bij de vorige twee kwalificaties. De mensen raakten gewend aan de kwalificatie voor een WK.”

Wat verwacht Guimaraes van het komende WK in Duitsland ? “Dat we het succes van 1990 koppelen aan het in 2002 geleverde spel. Dat wil zeggen : ons plaatsen voor de tweede ronde, maar bovendien op een mooie manier. Ik ben daar redelijk optimistisch in, de centrale as van de ploeg staat er al geruime tijd en iedereen won ondertussen aan ervaring. Zowel spelers, begeleiders als de coach.”

Nochtans spelen weinig Costa Ricaanse internationals in buitenlandse competities. Guimaraes ziet daar weinig nadeel in. “Natuurlijk zou het mooi zijn als er een paar ervaring konden opdoen bij een grote Europese club, maar eerlijk gezegd zie ik ze liever hier in Costa Rica spelen dan in Europa op de bank zitten.”

Spetterend WK

Het komende WK kruist er geen Braziliaans sterrenteam het pad van Costa Rica. Er wacht wel het elftal van organisator Duitsland. Guimaraes : “Sowieso moet je altijd wel een sterk land bekampen op dit toernooi, om het even in welke groep je belandt. Het verschil met de vorige deelnames is dat we het sterkste team uit de groep nu in de eerste wedstrijd voorgeschoteld krijgen. Dat kan een voordeel zijn. Daarna volgt Ecuador, een ploeg die we goed kennen, en de laatste match is tegen Polen, een duel dat beslissend kan zijn voor plaatsing voor de volgende ronde.”

Guimaraes verwacht een spetterend WK. “Ik denk dat we op het technische vlak leuke dingen zullen zien. De FIFA nam een uitstekende beslissing door te eisen dat alle competities eindigen op 13 en 14 mei. De spelers krijgen nu iets meer recuperatietijd om in een zo fit mogelijke gedaante aan de aftrap van het toernooi te verschijnen. De bondscoaches hebben meer tijd om een conditieplan uit te werken. Bovendien biedt Duitsland het voordeel dat de afstanden tussen de steden minder groot zijn dan in Japan en Zuid-Korea én dat het klimaat minder tropisch zal zijn.”

Een favoriet voor de eindzege ? “Zoals iedereen tip ik op Brazilië. De ploeg met het meeste talent. Op elk WK doen er zich wel verrassingen voor, maar aan het einde van de rit zijn het toch altijd de sterkste landen die overblijven. 2002 was in dat opzicht de uitzondering die de regel bevestigt.” Zelf voelt hij, als coach, de meeste verwantschap met Nederland. “Ik waardeer hun stijl enorm : technisch en offensief voetbal. Zo hoort het.”

DANIEL DEVOS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content