Van 10 tot 18 september vindt in Tsjechië en Oostenrijk het EK volleybal plaats, mét België. Bondscoach Claudio Gewehr is realistisch maar strijdvaardig.

Voor de twaalfde keer in 27 edities neemt de nationale volleybalploeg deel aan de eindronde van het Europees kampioenschap. Dat niet onaardige gemiddelde dankt België vooral aan resultaten uit een ver vervlogen verleden. Tussen 1987, toen het EK in ons land plaatsvond, en 2007 vond de eindronde immers negen maal op rij plaats zonder vaderlandse volleyballers. Dat België er nu voor de tweede keer op drie edities bij is, is grotendeels te danken aan het goede werk van Top Volley Belgium. Een van de belangrijkste vormgevers van dat project is Claudio Gewehr. Aan de vooravond van het EK neemt de bondscoach zijn team onder de loep.

De voorbereiding

Over de voorbereiding is Gewehr “over het algemeen tevreden. Natuurlijk had ik liever gezien dat Frank Depestele er in de Euroleague al bij was geweest, want ambitieus als ik ben, wou ik dat we de finale bereikten. Maar ik moest ook realistisch zijn. De eerste twee wedstrijden troffen we meteen een Slovenië op volle sterkte, terwijl wij te weinig tijd hadden om dan al cohesie in ons team te krijgen. De Slovenen waren dan ook de logische winnaars van onze poule. Ik vind het alvast heel positief dat we Kroatië en Groot-Brittannië achter ons lieten en dat we de laatste wedstrijd in Slovenië konden winnen.”

De veertiendaagse stage in Mexico vorige maand vond Gewehr vooral nuttig voor de groepssfeer. “Je bent dag en nacht samen, waardoor je elkaar beter leert kennen. Als coach zit je er bovendien kort op om te observeren hoe alles verloopt. Ook op sportief vlak leer je bij door een aantal systemen door te nemen. Het was in elk geval goed voor het vertrouwen dat we op één vijfsetter na al onze wedstrijden wonnen. Kortom, het was een geslaagd programma.”

Het team

Uit een kern van vijftien spelers moest de bondscoach de voorbije weken komen tot een definitieve selectie van twaalf. De buikspierscheur van Hendrik Tuerlinckx, waardoor die drie weken op non-actief stond, maakte het voor Gewehr al iets gemakkelijker. Maar door de stevige concurrentie van Bram van Den Dries en Gert Van Walle, beiden uitstekend op dreef, zou de speler van Knack Roeselare wellicht ook zonder die blessure als derde opposite afgevallen zijn.

De beslissing van Gewehr om Stijn Dejonckheere als libero te verkiezen boven Ugo Blairon was evenzeer te verwachten. Moeilijker was het om een van de vijf receptiehoekspelers thuis te laten. “Doordat Roeselare de finale van de play-offs miste, was Kristof Hoho niet in topvorm toen we de groep voor het eerst samenbrachten”, verdedigt Gewehr zijn keuze. “Hij maakte progressie, maar onvoldoende om de plaats van een van de jonge talenten, toch de toekomst, in te nemen. Kristof was zwaar ontgoocheld, maar ik vermoed dat hij de beslissing ook wel begrijpt.”

Op de aan de schouder geopereerde middenman Jo Van Decraen na, vindt Gewehr dat hij over de sterkst mogelijke selectie beschikt. “Stuk voor stuk hebben deze spelers met hun club veel ervaring opgedaan. Het zijn jongens die durven. Het grootste pluspunt is dat ik niet moet panikeren als er iemand een mindere dag heeft of met een kleine blessure kampt. Ik beschik over twaalf spelers die kunnen meedraaien. Anders gezegd: ik kan een speler vervangen zonder dat de kwaliteit van de ploeg afneemt.”

Over zijn basiszes komend weekend kan of wil Gewehr dan ook niet veel zeggen. Aan de spelverdeling is Frank Depestele een certitude, weliswaar met een ambitieuze back-up. ” Yves Kruyner heeft een sterk karakter en wil spelen, maar hij moet nog wat geduld hebben en beseffen dat deel uitmaken van dit project op zijn leeftijd al mooi is. Hij beseft dat ook wel. Bovendien: als er iets gebeurt met Frank, moet hij er staan.”

Naast de spelverdeler en de libero mogen ook middenmannen Pieter Verhees en Matias Raymaekers zonder tegenslag in de ploeg verwacht worden. Voor de twee opposites en de vier hoekaanvallers ( Matthijs Verhanneman, Kevin Klinkenberg, Gertjan Claes en Sam Deroo) ligt de keuze minder voor de hand. “Dat zal inderdaad van details afhangen, of van de tegenstander”, laat Gewehr niet in zijn kaarten kijken.

De kansen

In theorie treft België, 41e op de wereldranglijst, met Italië (nummer 4), Frankrijk (11) en Finland (25) in zijn poule drie ploegen die hoger ingeschat mogen worden. “Op papier maken we inderdaad weinig of geen kans”, beaamt Gewehr. “Ik vind het vooral ronduit schandalig hoe de teams ‘geplaatst’ werden en niet geloot. Maar goed, los daarvan gaan we met lef en risico spelen. Het kan zijn dat we daardoor afgaan, maar het kan ook zijn dat we precies door durf aan de dag te leggen een kans maken.”

België opent zaterdag zijn EK tegen drievoudig wereld- en zesvoudig Europees kampioen Italië, dat onder zijn nieuwe coach Mauro Berruto terug naar de top wil na een aantal mindere jaren. De Italianen versloegen in de voorbereiding alvast World Leaguewinnaar Rusland. Frankrijk, de tweede opponent, bouwt aan een nieuw team maar is daarom niet minder sterk dan voorheen, waarschuwt Gewehr. “Een aantal spelers trad nog nooit aan op een EK, maar dat wil niet zeggen dat ze geen ervaring hebben.” Finland lijkt op het eerste zicht nog de minst zware partij, maar kan rekenen op zijn automatismen, “want ze spelen al drie jaar samen.”

Te duchten tegenstand dus, maar volgens Gewehr schuilt het grootste gevaar niet zozeer in hun volleybalkwaliteiten. “Die staan buiten kijf, maar ik heb meer angst voor hun reputatie. In het verleden heb ik al geleerd dat je de invloed van toplanden op de arbitrage, op de organisatie en op de Europese bond niet mag onderschatten. Zogenaamde kleine landen gaan immers minder problemen maken over bepaalde beslissingen.”

Desondanks blijft de hoop bestaan om één keer te stunten. Aangezien drie van de vier ploegen doorgaan, kan dat genoeg zijn voor de kwalificatie. Een eventuele tweede ronde biedt dan weer perspectieven, weet ook de bondscoach. “Mogelijke tegenstanders in een rechtstreeks duel voor een kwartfinaleplaats zijn dan Oostenrijk, Turkije of Slovenië, alle drie – en zeker die eerste twee – haalbare kaarten. Maar eerst gaan we er alles aan doen om die eerste ronde te overleven.”

DOOR ROEL VAN DEN BROECK

“We gaan met lef spelen.” Claudio Gewehr

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content