Ruim 800.000 toeschouwers vierden afgelopen zondag de definitieve intrede van de nieuwe Vlaamse volksheld : met stijl en panache schreef Tom Boonen de Ronde van Vlaanderen op zijn naam. Nogal wat insiders vreesden vooraf dat het parcours, met veel hellingen en nog meer draai- en keerwerk, nog te hoog gegrepen was voor Boonen, maar dat voorbehoud veegde de Kempenaar resoluut van tafel. In wezen bestaat de Ronde van Vlaanderen uit een opeenvolging van langgerekte sprinten en de explosiviteit die dat vraagt, is één van de grote kwaliteiten van Tom Boonen. Dat hij, net zoals bij de amateurs, nu zelf voor de aanval koos, was opmerkelijk. Eén week eerder kreeg een offensieve Boonen in de E3-Prijs van Harelbeke nog opvallend veel steun van de Duitser Andreas Klier, nu deed hij het helemaal alleen. Op een indrukwekkende manier kegelde hij op negen kilometer van het einde zijn laatste opponenten uit het wiel. Sommigen begrepen niet dat hij als de intrinsiek snelste van de zes koplopers de spurt niet afwachtte, maar Boonen zag het anders : door zelf aan te vallen verhinderde hij demarrages van zijn metgezellen te moeten beantwoorden. En hij toonde vooral veel meer te zijn dan een spurter.

Tom Boonen is de charismatische vedette die de wielersport in dit land een nieuwe impuls moet geven. Hij heeft voor zichzelf een lijn uitgetekend waaraan hij zich nauwgezet houdt. Opvallend ontspannen verscheen Boonen voor de start op de Grote Markt in Brugge, gevat antwoordde hij op de vragen die hem werden gesteld. Geen zweem van arrogantie viel er te ontwaren na de magistrale triomf in Meerbeke. Veel zenuwachtiger bleken de mensen die Boonen omringen. Het valt te hopen dat Tom Boonen die nuchterheid behoudt. Ook nu heel wielerwinnend Vlaanderen hem onherroepelijk in de armen heeft gesloten en hij als een soort teddybeer zal worden geknuffeld. En ook nu de media in de ton van de superlatieven grabbelen : vergelijkingen met illustere grote kampioenen werden ook zondag alweer gemaakt, hoe onzinnig ze ook zijn. Je moet mentaal sterk zijn om al die weelde te kunnen dragen.

De Ronde van Vlaanderen groeide afgelopen zondag uit tot een zinderend spektakelstuk. Heel Vlaanderen liep in de 256 kilometer tussen Brugge en Meerbeke uit om de helden aan het werk te zien. De wielersport mag dan op geregelde tijdstippen in diskrediet worden gebracht en kreunen onder dopingschandalen, op die ene dag gaat het alleen om de pure sport en is het alsof iedereen de excessen wil vergeten. Koude rillingen krijg je elk jaar opnieuw als je dit stukje wielerepos volgt. Het gewring en gezwoeg op de mythische hellingen, het gedaver en gedokker op de puntige kasseien, de vibrerende massa, bloednerveuze ploegleiders, renners die de grens van het menselijke overstijgen op zoek naar eeuwige roem, heel even waan je je in een wereld met ongeschreven wetten, in een toeterende rodeo waarin niet iedereen het hoofd koel kan houden. De manier waarop vooral Vlaamse renners zich opladen, is uniek.

De Ronde van Vlaanderen blijft – net zoals Milaan-Sanremo, Parijs-Roubaix, Luik-Bastenaken-Luik en de Ronde van Lombardije – een uitzonderlijk gebeuren. Eigenlijk verdienen die wedstrijden een soort herwaardering. Het is en blijft vreemd dat ze deel uitmaken van een competitie (de Pro Tour) waarin ze in zekere zin op hetzelfde niveau staan als pakweg de Ronde van het Baskenland of de Ronde van Romandië. Terwijl juist de Ronde van Vlaanderen met zijn heroïek en epiek een groot deel mee heeft geschreven van de geschiedenis van de wielersport. UCI-baas Hein Verbruggen mag dan vinden dat zijn geesteskind een nieuw economisch circuit opent en een paraplu vormt met veel marketingmogelijkheden, het blijft vreemd dat de winnaar van een monumentale klassieker evenveel punten pakt als de laureaat van de Ronde van Catalonië of de Ronde van Polen en slechts tien punten meer dan de winnaar van de GP France-Plouay.

De wielersport heeft ongetwijfeld baat bij innovatie en vernieuwing. Maar monumenten als de Ronde van Vlaanderen kunnen niet genoeg beschermd en gekoesterd worden. Zelfs binnen een soort Champions League van de wielersport verdienen ze het tot een uitzonderlijke categorie te behoren. Want ze bogen op traditie. En op een specifieke eigenheid. Deze wedstrijd heeft geen ingrepen nodig om groots te blijven. Alleen af en toe een strook nieuwe kasseien.

Jacques Sys

Klassiekers verdienen een soort herwaardering.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content