Pierre Bilic

FC Metz heeft het bijzonder moeilijk.

Een blik op de rangschikking van de Ligue 1 volstaat om te zien dat twee clubs uit de regio Lotharingen momenteel een heel verschillend lot is beschoren. Alle voetballiefhebbers vragen zich af hoe lang het sprookje van Nancy, dat samen met kampioen Lyon de rangschikking aanvoert, nog kan duren. Statistici berekenden in ieder geval al dat een team dat 22 punten haalt na negen speeldagen bijna altijd in de eerste drie eindigt in de eindrangschikking. Een hoopgevende gedachte.

Enkele kilometer verderop heeft promovendus FC Metz – met een budget van 24 miljoen euro, het laagste van de Franse eerste klasse – het bijzonder moeilijk. De club, waar voorzitter Carlo Molinari op een kleine onderbreking van 1978 tot 1982 na al veertig jaar de eerste viool speelt, probeert te overleven, maar er komt steeds meer kritiek van de fans. “We trokken vooral jonge spelers aan die duidelijk potentieel hebben”, verdedigt hij zich. “We omringden ze met jongens met iets meer ervaring. In de tweede klasse legden we een vrij mooi parcours af. Het is dus normaal dat we die spelers het vertrouwen gaven. Stel dat we diep in de geldbeugel hadden getast en dat de resultaten dan even erg waren tegengevallen, dan had het bestuur zeker de schuld gekregen. We kunnen niet anders dan vaststellen dat we momenteel op het veld tekortschieten. Maar ik blijf hopen dat we binnen afzienbare tijd wel resultaten zullen halen. Financieel hebben we het inderdaad niet gemakkelijk, want de kloof werd breder. We waren altijd verplicht om met een klein budget te werken, maar toch lukte het ons altijd om desondanks een vrij goed figuur te slaan.”

Volgens Molinari zorgen de mondialisering én de globalisering van de economie er nu voor dat een aantal heel rijke mensen – met name uit Rusland – veel kan investeren in het voetbal. “We dreigen te ontsporen”, weet hij. “Het is terecht dat Michel Platini daar zijn bezorgdheid over uit. Wij moeten het met een klein budget rooien.” Molinari heeft het dus niet gemakkelijk, maar hij laat zich niet snel ontmoedigen. In zijn lange periode als voorzitter heeft hij wel voor hetere vuren gestaan.

Louis Saha liet verstek gaan voor de wedstrijden van de Franse nationale ploeg. Als gevolg van een gezwollen knie moest de spits van Manchester United eerder ook al verzaken aan de competitiewedstrijd tegen Wigan. Dat betekende meteen dat Hatem Ben Arfa zijn eerste selectie mag vieren. De linkervleugelspeler van Marseille kreeg van bondscoach Raymond Domenech vrij verrassend de voorkeur op David Trezeguet (Juventus) en Djibril Cissé (Marseille). Ondertussen heeft Thierry Henry (30) nog slechts één interlandgoal nodig om zich alleen topscorer aller tijden te mogen noemen. Met zijn doelpunt tegen de Faeröer, een duel dat eindigde op 6-0, kwam zijn teller op 41, exact evenveel als Michel Platini. “Zo’n record bewijst dat ik constant presteer. Belangrijker is het echter dat we ons kwalificeren voor het EK”, bleef hij bijzonder bescheiden.

Om de beleving van het voetbal een positieve impuls te geven, besliste Toulouse om niet langer de supporters van elkaar te scheiden. Zowel tegen CSKA Sofia (0-0) als tegen Lens (1-1) zaten de fans van beide ploegen niet langer in gescheiden vakken. Het initiatief werd alleszins een succes. Het bestuur van de Zuid-Franse club verklaarde dat het “er heel veel vertrouwen in heeft dat er in de toekomst in een stadion zonder scheidingswanden zal kunnen worden gespeeld.”

Vier Franse spelers staan op de lijst van dertig genomineerden voor de FIFA-verkiezing voor Speler van het Jaar 2007 : Thierry Henry (Barcelona), Franck Ribéry (Bayern München), Lilian Thuram (Barcelona) en Patrick Vieira (Inter).

PIERRE BILIC

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content