Was het nu vorige week crisis in Brugge of niet ? Beschouwingen bij de Club en de Trainer van het (vorige) Jaar.

Pagina 515 van VRT-Teletekst kent succes in het spelershome van Club Brugge de maandag na de nederlaag in Lokeren. “Wat Butina kan, kan ik ook”, zegt Stijn Stijnen. “Het is om zot van te worden. Al het hele seizoen verdien ik een plaats op de bank, achter de onbetwistbare Verlinden. De club wou een ervaren keeper voor de Champions League, maar in Dortmund kon het al afgelopen zijn. Iedere keeper maakt fouten, ook ik. Maar de ervaren Butina maakt fouten die men met een jonge doelman niet wilde riskeren.”

Enkele vroege spelers maken er zich opvallend vrolijk over – en ze zullen de enigen niet zijn. Het is sympathie voor de jonge, emotionele Stijn Stijnen, het is ook heimelijk leedvermaak met de blunder van clownTomislav Butina en met de steeds minder evidente keuze van trainer Trond Sollied dat opwelt. Zo gaat dat. Mensen lachen graag met andere mensen. En profvoetbal is strijd, om de bal, om de punten, om de basisplaatsen, om het gelijk.

Wie wint heeft gelijk, wie verliest ongelijk. Met dertien punten achterstand en een vijfde plaats had Trond Sollied vorige week minder gelijk dan vorig seizoen. Hij die bij zijn komst een nieuwe trainingsmethode installeerde, een nieuwe spelwijze en naast het veld de regel dat er geen regels zijn. Sceptici en tegenstanders krijgen iets meer gehoor dan. Gebrek aan discipline, voorspelbare trainingen en dito spel waarbij de concentratie verslapt. Het is voor het eerst genoteerd in de terugronde van zijn eerste seizoen in het Jan Breydelstadion. Misschien zelfs dat hijzelf er ondertussen ook wel eens last van krijgt. “Het kampioenschap hadden we in feite al bij de winterstop behaald”, verklaarde hij begin vorige maand in Voetbal International. “Ik betrapte me erop dat ik verslapte, dat ik gemakkelijk over puntenverlies heen begon te stappen.” Het zijn quotes die niet onopgemerkt passeren. Er zijn in Brugge ook al veel langer dan vandaag mensen die vinden dat Trond Sollied dringend iets beter op zijn woorden moet letten. Een uitspraak bijvoorbeeld als “willen de supporters hier tijdens een thuismatch misschien weer in slaap vallen zoals in de tijd voor ik hier was ?” ( Het Laatste Nieuws van 15 september 2003) getuigt alleszins niet van respect voor René Verheyen, zijn eerste assistent die hij als hoofdtrainer opvolgde.

“Ik heb me nog nooit in de waarde van een speler vergist, dat durf ik zonder pretentie te zeggen”, aldus Trond Sollied in Trainerspraat, boek van de hand van Jacques Sys, hoofdredacteur van Sport/Voetbal Magazine. “Ik kan een voetballer heel goed inschatten, dat is een gave.” Nog nooit vergist ? Het zijn uitspraken die in Brugge blijven kleven, het maakt werken met Trond Sollied extra spannend. Zal Butina inderdaad slagen in Brugge ? Zullen RuneLange en Bengt Saeternes ooit zo goed zijn als Sollied hen aankondigde ? Zal Sergiy Serebrennikov op een dag toch een geslaagde aanwinst blijken te zijn ? Er wordt nauw op toegezien.

Ook op tactisch vlak heeft Trond Sollied zich met zijn theoretisch model altijd als de onkreukbare gedragen. Als geen andere trainer kan hij in een minimum van tijd een systeem neerzetten en spelers erin laten functioneren bij balverlies en balbezit, een blok dat vooruitspeelt. Hij heeft een plan, een methode en een doel. Hij werkt met duidelijke gegevens, structuur en een rode draad. Het is vakwerk. Er is geleerd van hem sedert zijn komst naar België, door spelers, trainers en journalisten ; maar ook dat het voetbalspel niet eindigt bij zijn zogenaamde totaalvisie.

Een anekdote uit zijn eerste seizoen in Brugge. Na de persconferentie van de laatste competitiewedstrijd voor Barcelona-Club in de Uefabeker stond Trond Sollied aan de toog met een aantal journalisten te praten. Sven Vermant was Europees geschorst en iemand lanceerde het idee om rechtsback Olivier De Cock op één van de twee offensieve posities op het middenveld te zetten (en Nzelo Lembi als rechtsachter te gebruiken). “Je mag mij altijd advies geven,” antwoordde de meester, “maar dát…” Hij dronk zijn pint leeg en vertrok. In Nou Camp verving hij Sven Vermant door de jonge Tim Smolders, een moedige en niet onverdienstelijke wissel overigens. Ondertussen speelde Olivier De Cock al menige sterke wedstrijd als offensieve middenvelder.

Het middenveld is belangrijk, het is de kern van het elftal. In het concept van Trond Sollied moet veel van de balrecuperatie er gebeuren, moet het spel er verdeeld worden, moeten de openingen er gecreëerd worden en de infiltraties in de zestien van de tegenstander er vertrekken. Als het daar een beetje sukkelen is dit seizoen, heeft dat veel te maken met de tot nu toe bijna constante onbeschikbaarheid van Gaëtan Englebert, die met zijn enorme actieradius ruimtes dicht loopt, ruimtes creëert en ruimtes induikt, die makkelijk ballen onderschept, vaak aanspeelbaar is en meer assists levert dan wie ook. Bijkomende handicap : Nastja Ceh die is platgevallen. Brak vorig seizoen door, moest na de competitie aan de meniscus van de rechterknie geopereerd worden, kon wegens een ontsteking pas op 20 juli beginnen lopen, verwierf verrassend snel weer zijn plaats in de basis, maar viel onvermijdelijk terug wegens een gebrek aan opbouw. Afgelopen weekend was hij out wegens buikspierproblemen. Het is geen toeval. Dat betekent dus : twee van de drie centrale middenvelders op de sukkel. Het is zoeken, schuiven en wisselen naargelang de omstandigheden.

Dé discussie onder Trond Sollied is altijd al geweest : waarom niet te gepaste tijde twee defensieve middenvelders en één offensieve in plaats van andersom ? Twee defensieve middenvelders zouden de druk op de eigen centrale verdedigers iets kunnen verminderen en de ruimte kunnen dekken die backs met grote offensieve kwaliteiten als Peter Van der Heyden en Olivier De Cock soms laten. Het zou de ene offensieve middenvelder ook meer vrijheid kunnen bieden om bijvoorbeeld links en rechts tussen de lijnen uit te vallen en ook om iets dieper te infiltreren, om met de soms wat geïsoleerde centrumspits wat meer druk te zetten op de centrale verdedigers van de tegenstander. Tot nu toe was het zelden of nooit de manier waarop Sollied het deed, maar misschien komt het nog. Het wekte alleszins verbazing toen hij onlangs in Humo verklapte dat Club Brugge een type half spits/half middenvelder zoekt. In zijn geliefde 4-3-3 met een offensieve driehoek op het middenveld is daar bij ons weten geen plaats voor. Is het misschien een idee van de nieuwe sportleider Marc Degryse ?

Was er nu vorige week crisis of niet ? Op Radio 1 ging het als volgt : Sollied zou niet passen bij D’Hooghe & Degryse. Het is niet omdat ze zwijgen, dat ze niet durven handelen. Is dat zo ? Het kan haast niet anders dan dat er fundamentele verschillen zijn tussen de visie van sportleider Marc Degryse en die van hoofdtrainer Trond Sollied. Degryse hebben we bijvoorbeeld nog nooit weten vertellen dat op balbezit spelen tijdverlies is zoals Sollied. Integendeel. Sollied heeft het over ( let) the machine ( go), Degryse liever over het spelletje. Omdat iedereen zich bij Sollied naar het systeem moet plooien, is Degryse destijds in Gent vertrokken naar GBA, alwaar Franky Van der Elst het systeem op hem afstemde.

Het is een thema dat ook Michel D’Hooghe interesseert, blijkt uit één van zijn columns in dit blad : Onlangs zei Trond Sollied : De voetbalsport is een collectieve sport : het individu moet wijken voor het collectief. Het paradoxale is echter dat het individu zeer belangrijk is, de waarde van het collectief hangt af van de waarde van de individuen. Misschien moeten we daar maar eens meer rekening mee houden bij de jeugdopleiding. Laat een jongere al eens een dribbeltje te veel doen en zet hem of haar niet al te zeer vast in een tactische dwangbuis. Zoniet komen we straks met robotploegen het veld op, waarin elke persoonlijke inspiratie en improvisatie zoek is geraakt. Nochtans vormen deze grillige initiatieven het zout op de patatten in de voetbalsport.

Duidelijke, zeer duidelijke taal. Als dezelfde Michel D’Hooghe dan afgelopen zomer na de Europese Supercup in Monaco in Sport/Voetbal Magazine opmerkt dat hij bij AC Milan vooral onder de indruk kwam van “het storingswerk door de defensieve middenvelders Pirlo en Gattuso die Maldini en Nesta toelieten in een zetel te voetballen”, dan kan er geen twijfel meer zijn : dit waren knipogen naar Trond Sollied (en zijn ene verdedigende middenvelder).

Er zijn blijkbaar niet alleen op voetbaltactisch vlak verschillen in visie. Dat Marc Degryse hem boven het hoofd springt, vindt Trond Sollied allesbehalve logisch. “Je kunt niet opeens van voetballer naar een topfunctie springen zonder te werken en te tonen wat je kunt”, zei hij toen de geruchten over de komst van Degryse de ronde deden. “Alleen slechte leiders maken zoiets mogelijk.” Hijzelf had voor het werk dat Marc De-gryse nu doet van bij zijn komst Chris Van Puyvelde in gedachten.

“Wie zou Trond Sollied niét willen houden ?”, sprak directeur Antoine Vanhove vorig jaar in december in deze kolommen. “Dat de spelers op hem uitgekeken zouden zijn, kan ik niet geloven. Vier jaar of langer is voor Club niet te lang. Henk Houwaart en Hugo Broos hebben hier ook vijf en zes jaar gewerkt.” Zijn de spelers nog niet op hem uitgekeken ? De vraag werd dus zelfs gesteld op momenten dat de ploeg een straat voorsprong had, in het seizoen dat de kampioenstitel nog eens werd behaald. Ja, de vraag werd zelfs nog gesteld op de slotwedstrijd, toen de feestelijkheden werden ingeleid met een troosteloos gelijkspel tegen het GBA van Franky Van der Elst. Of dat mechanisch vertoon niet veel te weinig vermaak was voor een dure kern van bijna dertig man ?

Waarschijnlijk heeft Trond Sollied zich de vraag ook wel gesteld : of het na drie jaar Brugge geen tijd was voor iets anders ? Hij wachtte lang om voor drie jaar bij te tekenen. Blijkbaar kwam er van buitenaf niets interessants. Misschien komt dat er nu wel, na de stunts van zijn ploeg in de Champions League tegen Borussia Dortmund en AC Milan. Tenslotte, gaf hij al aan, dient een contract vaak alleen nog om de hoogte van de afkoopsom te bepalen. Dat hij begin dit seizoen het idee lanceerde om zijn job van hoofdtrainer bij Club Brugge te combineren met die van Noors bondscoach maakte naar verluidt net als zijn uitspraken over doping geen al te geweldige indruk op zijn voorzitter. Ondertussen moet hij met de komst van D’Hooghe & Degryse op de club al Nederlandse les leren in plaats van Frans en Spaans. Wie weet welke veranderingen de nieuwe leiders nog voor hem in petto hebben.

Er zijn in Brugge mensen die menen te weten dat Franky Van der Elst de volgende trainer van Club wordt, en dat hij dan Willy Wellens als assistent zal meebrengen. Dat is best mogelijk. Hij is een Clubman en hij kan goed opschieten en samenwerken met de sportleider. Wanneer ? Als D’Hooghe & Degryse daarvoor de tijd rijp achten. “De echte evaluatie volgt pas tegen nieuwjaar”, zei Marc Degryse na de nederlagen in Heusden-Zolder en Lokeren. “Nee, voorlopig zie ik geen verrottingsverschijnselen. Aan spelers en trainers nu om te reageren.” Tegen AC Milan verloor Club thuis met 0-1 na een uitstekende wedstrijd. Zondag won het zonder glans – en voor het eerst dit seizoen met Clement en Simons samen op het middenveld – met 1-0 tegen Sporting Charleroi.

Daardoor telt de kampioen van vorig seizoen nu 21 op 36. Tot de winterstop zijn er nog vijf competitiewedstrijden. Germinal Beerschot uit, Moeskroen thuis, Standard uit, Bergen thuis en Lierse uit. Wie punten verliest thuis tegen La Louvière en Gent en uit bij Heusden-Zolder en Lokeren kan er met zo’n programma voor de boeg nóg veel verliezen. De voorbije drie seizoenen kende Club onder Trond Sollied telkens een geweldige competitiestart. De vraag is of nu het beste nog moet komen. Of blijft het sukkelen ?

door Christian Vandenabeele

Sollied heeft het over de machine, Degryse liever over het spelletje.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content