Robert Bartko overheerste in de zesdaagsen.

Op de wielerbaan van Ballerup in Kopenhagen liep dinsdagnacht het zesdaagseseizoen ten einde, Tilburg in maart even buiten beschouwing gelaten. Patrick Sercu, tussen 1965 en 1983 winnaar van 88 zesdaagsen, stelde de voorbije maanden het rennersplateau van de meeste organisaties samen. “Nooit eerder kostte het me zo veel moeite om deelnemers bijeen te krijgen”, stelt hij tot zijn spijt vast.

Een gebrek aan sponsorgeld, daar draait de crisis in het zesdaagsebestel in essentie om. Slechts acht meetings houden nog het hoofd boven water. “Het aanbod is te mager om er als renner nog een fulltimejob van te maken”, weet Sercu. “Jong talent kiest voor de weg, waar het grote geld te verdienen valt.”

De Denen Alex Rasmussen en Michael Mørkøv, vorig jaar nog de norm op de piste, reden deze keer samen slechts drie zesdaagsen. “Hun prioriteit gaat nu meer naar het wegwielrennen”, zegt Sercu. “Rasmussen versierde een heel goed contract bij de ploeg van Cavendish. Mørkøv heeft ambitie om aan de Tour deel te nemen.” De Nederlandse spurtbom Theo Bos en de Australiërs Leigh Howard (vorig jaar de beste in Koolskamp Koers) en Cameron Meyer (laureaat van de afgelopen Tour Down Under) namen vrede met één zesdaagsedeelname.

Uit het gedevalueerde deelnemersveld trad de Duitser Robert Bartko op de voorgrond. De man uit Potsdam won met Amsterdam, Zürich, Bremen en Berlijn vier zesdaagsen. “Tot verleden jaar was Bruno Risi het nummer één”, zegt Sercu. “Nu nam Robert die rol over. Ik zag hem heel de winter op een hoog niveau presteren.”

De 35-jarige Bartko roeit tegen de stroom op. Hij concentreert zich volledig op het zesdaagsecircuit. “Hij liet de wereldbekerwedstrijden op de piste vallen en plukt daar nu de vruchten van in de zesdaagsen”, meent Sercu. “Dat komt ook goed uit in zijn agenda. Robert heeft het topsportstatuut in het leger, waar hij sportmanagement studeert. Tijdens de zesdaagsen kan hij overdag in zijn boeken duiken. Hij bereidt het leven na zijn carrière voor.” Als renner is Bartko geschoold als achtervolger-tijdrijder. “Zijn zwakke punt is zijn spurt”, merkt Sercu op. “Risi had meer snelheid dan Bartko. Maar met de vlugge Danilo Hondo en vooral Roger Kluge als partners werd Robert goed bediend deze winter.”

Van Belgische zijde zorgde alleen Iljo Keisse voor winst in een zesdaagse, in zijn geliefde Gent. Waarna de Quick-Steprenner echter meer tijd in de rechtbank dan op een wielerbaan doorbracht. De twee andere landgenoten in het circuit, Kenny De Ketele en Tim Mertens, klasseert Sercu bij het middenveld. ” Ketelke kwam terug na klierkoorts, Mertens moet nog meer ervaring opdoen. Als ze samen een koppel vormen in een zesdaagse, raken ze normaal niet op het podium. Maar als ze met een van de toppers rijden, bijvoorbeeld met Iljo, doen ze wel mee voor de eerste plaatsen.” Enige moeilijkheid: bij Topsport Vlaanderen-Mercator dienen zij een andere broodheer dan Keisse. Daardoor is volgens Sercu zo’n Vlaams topduo in de toekomst minder eenvoudig dan het lijkt.

DOOR BENEDICT VANCLOOSTER

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content