KONING VAN DE LIGA

© BELGAIMAGE

Zestien seizoenen – van 1994 tot 2010 – voetbalde Raúl González Blanco voor Real Madrid. Hij werd er zes keer kampioen en won drie keer de Champions League. Portret van een matador.

‘Real Madrid heeft de grootste voetballers gecontracteerd, maar de allerbeste kwam uit hun eigen jeugdopleiding: Raúl González Blanco.’ Woorden van Sir Alex Ferguson, die zich in het verleden een paar keer lovend uitliet over de Spaanse aanvoerder van Real. Toen de twee ploegen elkaar in maart 2003 ontmoetten in de kwartfinales van de Champions League, hoopte Ferguson dat ze ‘Raúl de toegang tot Engeland zouden verbieden’. De grenspolitie werkte evenwel niet mee en Real won op Old Trafford de heenwedstrijd met 1-3. Wie scoorde die avond twee keer op pas van Figo? Juist.

Nochtans had Ferguson het niet helemaal bij het rechte eind: Raúl kwam nietuit de cantera van Real. Tenminste, niet helemaal. Opgroeien deed hij in Colonia Marconi, een wijk in het zuiden van Madrid, waar de prostitutie welig tierde. De wijk werd genoemd naar de Empresa Marconi, een fabrikant van elektrotoestellen. In de buurt woonden dan ook vooral arbeiders, geen topvoetballers.

Pedro González, de vader van Raúl, was een elektricien die een tijdje aan de slag was op de luchtmachtbasis van Torrejón. Hevig fan als hij was van Atlético Madrid, droeg hij die liefde ook over op zijn zoon. Samen trokken ze om de veertien dagen naar Vicente Calderón. Had je Pedro toen gezegd dat zijn zoon ruim anderhalf decennium voor de concurrent zou voetballen, hij had het nooit geloofd.

TE LAAT

Raúls eerste club was er eentje uit zijn wijk: San Cristóbal de los Ángeles. Dat is het terrein waar Atlético rekruteert. Geen wonder dus dat dat de eerste grote club van Raúl werd. Op zijn veertiende speelde hij er bij de cadetten alles overhoop. Zijn ploegje werd jeugdkampioen van Spanje, na een zege in de finale tegen Sevilla. Hoe hij uiteindelijk toch aan Atlético ontglipte, is te gek voor woorden. De flamboyante voorzitter van toen, Jesús Gil y Gil, besloot… zijn jeugdafdeling compleet te ontmantelen. Er werd een nieuw filiaal opgericht. Sommigen kwamen daar terecht, anderen verkozen het af te bollen. Het talent van Raúl was de scouts van Real niet ontgaan en zo zat hij niet veel later bij de Koninklijke. Vrij snel tekende hij er zijn eerste profcontract en kwam hij in de kleedkamer naast groten als Michel, Butragueño en Laudrup. Net op tijd: het geld was welkom, want vader Pedro was inmiddels zijn werk kwijtgeraakt.

Het was Jorge Valdano, de Argentijn, die een cruciale rol zou spelen in die periode. Eerst om de tiener aan boord te houden. Atlético zag na het vertrek van zijn spits snel in dat het een fout had gemaakt, en probeerde Raúl terug te lokken met een profcontract. Valdano, toen trainer van de A-ploeg van Real maar volger van het talent bij de jeugd, geloofde heel erg in de spits en liet hem naar zijn bureau komen. Raúl, pas vijftien, slaagde erin om te laat op te dagen. Hij kreeg een bolwassing. Valdano: ‘De trainer van de eerste ploeg van Real vraagt je om te komen en je bent te laat. Proficiat.’

NACHTLEVEN

Toen Enrique Ortego, journalist bij de toonaangevende Madrileense sportkrant Marca, zijn biografie over Raúl bij elkaar pende, stond wat hem betreft één ding op voorhand vast: valores. Waarden. Op Raúl kon je bouwen. Nochtans, in het begin leek het anders. Met zijn eerste loon en tekengeld – of liever een voorschot want hij kon niet wachten tot het was gestort – kocht de voetballer zich een Volkswagen Golf, maar vooral een nieuw huis voor de familie, weg van de wijk waar hij opgroeide.

Eenmaal de doorbraak naar de A-ploeg geforceerd, ging het leven van de tiener snel de andere kant uit. Die van de luxe en de glamour. Zijn ploegmaats waren nog geen galácticos, maar ze namen het er toch van. En Raúl verkende mee de nieuwe wereld. Zo intens zelfs dat hij op zijn twintigste genoodzaakt werd de pers bij elkaar te roepen om een en ander recht te zetten over zijn uitstapjes in het nachtleven. Raúl gaf die dag trouwens eerlijk toe dat hij ‘fouten had gemaakt, en dat hij het niet meer zou doen’.

Hij had toen al zijn liefje – nog steeds zijn vrouw – te pakken: Mamen Sanz. Een model in spe, en om wat bij te verdienen werkend in een discotheek. Al snel trouwden ze, een in Madrid fel gesmaakt feest met heel wat bekenden. Onder meer ook Enrique Ponce en Pepín Liria, twee befaamde toreros. Stierengevechten zijn nog steeds een passie van de voetballer. Een jaar later werd hun eerste zoon geboren. Jorge, hun hommage aan Valdano. Er zouden nog vier kinderen volgen: drie jongens en één meisje. Toen Vanity Fair de familie eind 2015 in New York ging opzoeken, naar aanleiding van Raúls afscheid als voetballer, polste het blad naar hun opvoedingsprincipes. Die bleken opvallend: geen tablet of smartphone voor de kids, ook al waren het inmiddels al flinke tieners. Ze moesten spelen met elkaar, en veel sporten. Valores. Waarden. Ortego had gelijk.

In 2010 werd hij bij Real Madrid naar de uitgang geduwd. Het lichaam botte dan al een tijdje af, twee jaar eerder had Luis Aragonés hem om die reden bij Spanje aan de kant geschoven. Raúl had het lastig om het te accepteren. In de wandelgangen werd gefluisterd dat zijn valores hem toen wel een beetje in de steek lieten.

Twee seizoenen later overkwam hem hetzelfde bij Real. In het sterrengeheel dat voorzitter Florentino Pérez bij elkaar had gebracht, raakte hij steeds meer geïsoleerd. Er waren wrijvingen met de Zuid-Amerikanen, die niet zo graag hard trainden, en vooral: er was Barcelona dat onder Pep alles won. Florentino vond dat het tijd was om nog meer te vernieuwen. Angel Di María en Mesut Özil werden ingevlogen. En José Mourinho. Er was geen plaats meer voor Raúl, die uitweek naar Schalke 04. Daar kende hij even aanpassingsproblemen, maar slaagde hij. In die mate zelfs dat de Duitse club, toen bijtekenen financieel geen optie bleek, een tijdje (uiteindelijk slechts één seizoen) het nummer zeven inhield als eerbetoon. Iets wat Real nooit deed: Cristiano, nog begonnen als nummer 9, erfde na het vertrek van Raúl direct zijn nummer 7.

MATADOR

Zijn voorliefde voor het stierenvechten kwam ook terug in zijn kwaliteiten als voetballer. De snelste was hij niet, de grootste evenmin. Maar wat een talent om op de juiste plaats te staan op het juiste moment! Tweede spits, diepe spits, flankaanvaller, Raúl kon het allemaal.

Nu hij is gestopt, wil Real hem graag terug, maar de tijd is nog niet rijp, vindt de volgende zomer veertig wordende Madrileen. Één jaar na zijn afscheid als voetballer woont hij nog steeds in New York, waar twee van zijn vier zoons, Jorge en Hugo, voetballen en hij officieel ambassadeur van La Liga is.

DOOR PETER T’KINT – FOTO’S BELGAIMAGE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content