Zeventien nieuwe spelers moet Glen De Boeck bij Waasland Beveren inpassen. De club legt uit waarom er zo veel beweging is op de Freethiel en onderstreept voor de komst van Anderlecht de ambitie. ‘Wij willen binnen de drie jaar een stabiele subtopper worden.’

Geïnteresseerd volgde Waasland-Beveren donderdag het Europese duel van Vojvodina uit Novi Sad bij Bursaspor. In de spits bij de Serviërs liep immers de Kameroener Aboubakar Oumaru, 26 jaar, pijlsnel en inzetbaar op de drie posities in de spits. “Onhaalbaar voor ons, we snappen niet dat het lukte”, schudden ze het hoofd. Maar het lukte, met wat hulp van a friend, in dit geval Dejan Veljkovic, goed thuis op de Servische markt en al aanbrenger van (een tijdens het seizoensbegin tegenvallende) Ivan Trickovski.

De nieuwe spits is de 17e (zeventiende!) aanwinst van het seizoen en, als je er de wintertransfers bijneemt, de 22e nieuweling onder Glen De Boeck. Het kunnen er 18/23 worden als Jorn Vermeulen, vrije speler en meetrainend, ook een contract tekent. Hebben ze daar een jaar geleden hun huiswerk bij het eerste seizoen na de promotie dan zo verkeerd gemaakt? Of botsten ze op een rijke investeerder die de portemonnee breed opentrok? Tijd voor wat uitleg.

Overdonderd

Voor Waasland-Beveren was een jaar geleden eerste klasse een nieuw avontuur. Totaal nieuw, legt manager en duivel-doet-al Dirk Poppe uit. Zij die vroeger met het oude SK Beveren van eerste klasse proefden, werken nu eerder op de achtergrond. En nieuwelingen maken inderdaad fouten, geeft Poppe toe: “Vorig seizoen werden we in het begin overdonderd door de prijzen. Aankoop, salaris… Het was slikken. Financieel gezond blijven staat hoog in het vaandel en dan kom je tot de constatering dat veel spelers met wie wij rond de tafel wilden zitten hun neus voor ons ophaalden. Spelers, maar ook makelaars. En dat uiteindelijk de spelers die wél graag kwamen… Ik wil ze nu niet tekortdoen, maar we dachten: gaan we het met hen redden? Maar ja, we hadden een trainer (Dirk Geeraerd, nvdr) die zei: ‘Ik moet morgen beginnen te trainen en ik heb maar zeven spelers. Laat ons toch maar die en die nemen.’ Goed beseffend dat het niet de goeie oplossing was. Maar wat was wél de goeie? Ik zou het vandaag nog niet weten.”

Gevolg was wel een komen en gaan van voetballers. Hij miste informatie vanuit de Pro League, beseft hij nu. Informatie die hij in maart Oostende wél gaf, omdat een nieuwkomer er recht op heeft. Zo wisten zij bijvoorbeeld niet dat een eerste schijf televisiegeld al in augustus wordt betaald. Poppe: “Ons hadden ze zelfs wijsgemaakt dat de tv-gelden pas op het einde van het seizoen werden afgerekend. Wij vroegen ons af hoe we konden overleven. Je kunt, terecht, zeggen: ga dat zélf vragen, maar als bleu wil je niet zeuren.”

Dus waren ze zeer zuinig, want niet kunnen betalen is de stijl van het huis niet. Hij geeft wel toe dat hij zijn manier van onderhandelen heeft, om er steeds het beste voor zijn ploeg uit te halen. Poppe is een werkmier, een gewezen militair die niet altijd de meest diplomatische is. Een gebrek aan empathie is hem soms niet vreemd, hoor je. En dan botst het wel een keer.

Patatten

Omdat voorzichtigheid de moeder van de porseleinkast is en hij zijn club in geen roekeloos avontuur wilde storten (Poppe: “Ik verwijt de mensen van Beveren van vroeger niks, maar die weg gaan wij niet op.”) gaf hij slechts contracten voor één seizoen. Weliswaar met optie, maar van die opties werden er amper gelicht. Dat kwam – ook wel een signaal, beseft hij – omdat ze intern vonden dat de groep die vorig jaar uiteindelijk mede dankzij ‘het falen van Cercle en Beerschot’ nog vrij makkelijk de redding verwezenlijkte, misschien niet in staat was om de ambitie die ze hadden waar te maken. Poppe: “Die evaluatie hebben we samen met de trainer gemaakt. Die heeft niet graag dat ik onze ambitie luid uitspreek, maar ik doe het toch: meedraaien rond de tiende, elfde positie. Nooit in gevaar komen. Er zijn veel ploegen die dat zeggen en we zijn allemaal aan elkaar gewaagd. Wij zijn zeker niet beter dan een ander, maar… op de een of andere manier mag ik dat zeggen, omdat we de ambitie die we op voorhand formuleren tot nu toe altijd hebben waargemaakt. Als we zegden dat we wilden promoveren, gebeurde dat. Vorig seizoen wilden we ons redden, dat gebeurde ook. Binnen de twee, drie jaar wil Waasland-Beveren een volwaardige subtopper zijn in eerste klasse. Wij geloven in dat project.”

Een gestegen ambitie, gekoppeld aan kortlopende contracten, hield in dat er veel verloop van spelers moest komen. Er had minder gekund, was Poppe wat diplomatischer geweest, hoor je. De discussie met AA Gent rond “een pan patatten” had anders kunnen lopen en dan waren Stijn De Smet en misschien ook Jordan Remacle gebleven. Want Waasland-Beveren wilde die heus wel houden. Poppe: “We waren rond met beide spelers, maar ik ben niet tot een akkoord geraakt met Gent. Wil dat zeggen dat ik Michel Louwagie scheef moet bekijken? Neen. Ik heb hem gefeliciteerd met zijn stadion. Die fameuze pan patatten… (zucht) Dat was plat Vlaams, oké. Ik heb gezegd dat ons bod meer was dan een pan patatten, iets wat ze in de streek hier zo formuleren, en hij reageerde met te zeggen dat het rotte waren. Het was niet echt collegiaal, maar misschien had ik me zo niet mogen uitdrukken. (stil) Louwagie verweet me een gebrek aan respect, maar dat was het niet. Ik kon me alleen niet veroorloven onze club in een moeilijke positie te brengen door ja te zeggen. Hoe graag ik die spelers ook wilde… Maar dat is iets wat ik al twintig jaar meemaak. Ik heb al ontelbare spelers door de deur zien gaan die we niet konden krijgen, ook al wilden we hen hard. Wij hebben nu eenmaal niet iemand rond de tafel die zegt: allee hup, ik spring wel bij.”

Jaloezie

In Kortrijk zeggen ze: ‘Wat Waasland-Beveren Chavarría en Veselinovic bood, kunnen wij niet. Waar halen die mannen het geld?’ Poppe slikt, denkt na, begint een zin, slikt zijn woorden dan weer in. “Ik ga zwijgen. Alleen dit. Rond Veselinovic hebben we een heel goeie deal kunnen maken. Voor Chavarría was dat ook het geval, maar diens hoofd is op hol gebracht door andere mensen, die dachten dat hij veel meer kon verdienen in het buitenland.”

Dat ze meer middelen hebben dan pakweg een jaar geleden, geeft hij wel toe. De club is immers hervormd tot een cvba. Dat deed ze om twee redenen. Eén: anticiperend op het gegeven dat ze bij Financiën stilaan vinden dat de bedragen waarmee een vzw in het voetbal omspringt de pan uit rijzen. En twee: het is een manier om extra kapitaal te verzamelen én knowhow. Er kwam zo’n half miljoen euro extra in kas en wat jonge zakenlui kwamen piepen, mensen die Waasland-Beveren naar de raad van bestuur wil duwen.

Maar opnieuw: die porseleinkast en haar voorzichtigheid. Poppe: “Het is géén nv geworden, je kunt niet zomaar naamloos aandelen opkopen. Wie dat wil doen, moet aanvaard worden door de oprichters van de cvba, en dat zijn er zeventien. Die blijven ook net iets meer macht houden, wij willen geen toestanden als Oostende of Zulte-Waregem. Gaan wij onze neus ophalen voor iemand die met een miljoen euro komt? Neen. We zullen met zo’n man babbelen, zoals ik eerder al heb gebabbeld met mensen die naar elders trokken omdat hun manier van handelen niet verenigbaar was met de onze. Wij zijn en blijven een zeer democratische club, die haar ziel niet verkoopt. In dit bestuur zitten geen mensen die hoog van de toren willen blazen, maar evenmin mensen die een ander hoog op die toren willen zien zitten en zelf blij zijn met knikken. Zo overleven heeft nadelen. Ergens ben je beperkt. Maar die jaloezie, als ik die al eens heb, is soms heel rap over.”

Zakelijk-commercieel heeft Waasland-Beveren de lokale politieke overheid mee, en inmiddels ook al wat mensen uit de haven. De ploegvoorstelling voor pers en sponsors was niet toevallig op een boot. En niet toevallig ook nog eens aan de overkant, op rechteroever, waar na het verdwijnen van Beerschot geen eersteklasser meer speelt. Dat betekent niet dat de sponsors van Beerschot allemaal een schrijven kregen – aan lijkenpikkerij willen ze niet doen. Maar tegen Gent en Mechelen kwamen ze toch al eens piepen, de businesslui die eerder in Antwerpen een zitje hadden. Er wordt aan gewerkt.

Werken moeten ze ook nog doen aan de band met de fans. Nog te veel worden de mensen van Waasland als ‘indringers’gezien. Zo’n negentig procent is de club na de promotie goed genegen, maar tien procent roept nog steeds hard en is zéér kritisch. Drie wedstrijden ver, nog niet verloren, maar bij het minste hakken ze. Poppe zucht: “Daar moet ik mee leven. Tuurlijk wil ik dat graag veranderen, dat ze door dik en dun onze ploeg steunen. De commentaar na de 1-1 op Charleroi: kut en dit en dat. Zeer veeleisend. Wat is het nu met die mannen van Waasland, hoor ik dikwijls. Sorry, als wij er niet waren geweest, was er geen eerste klasse meer in Beveren. Het omgekeerde is ook waar: zonder Beveren en zijn fans waren wij met Waasland ook nooit naar eerste klasse gegaan.” Die ‘eenmaking’ kan alleen groeien met resultaten, beseffen ze inmiddels. “Zodat zelfs de meest fervente tegenstanders ervan overtuigd raken dat dit in het Waasland de enige oplossing was.”

Jeugd

Anders dan vorig seizoen hebben de meeste spelers nu wél contracten van iets langere duur. Twee jaar, enkelen zelfs drie jaar. Maar, beklemtoont Poppe, op de voorwaarden van de club. Managers moeten plooien. Poppe: “Er is niemand die je verplicht om 10, 15 tot 20 procent te geven. Ik betaal bij het begin van het seizoen ook nooit een commissieloon op een fictief aantal punten. Op het einde van het seizoen mogen ze die factuur maken, als ik weet aan hoeveel punten hun speler heeft bijgedragen. Ik ken het totaalbedrag dat ze binnen de Pro League op één seizoen aan managers uitbetalen. Wel, wij komen niet aan één procent van dat bedrag. Iedereen zegt me: jij bent een goeie vriend van Dudu Dahan. Die heeft hier inderdaad wat spelers lopen, maar ook andere makelaars werkten hier. Ik zoek geen vijanden in dat milieu. Maar wij stellen de voorwaarden. Ik heb Renaud Emond gedaan met Didier Frenay. Daar is geen eis van vijftig procent op doorverkoop (zoals bij Perisic en Meunier in Brugge, nvdr) op tafel gekomen. Dat liep allemaal heel correct.”

Op de eigen jeugd is het nog (lang) wachten. De periode-Guillou, de degradatie, de opslorping van het oude SK Beveren door Waasland, dat geen verleden hoger dan tweede heeft: de leegloop bij Beveren van vijf à tien jaar geleden kost de club nog steeds. Waasland-Beveren is, met zeven terreinen op Puyenbroek en zeven rond de Freethiel, een zeer democratische club, met ruim 600 jeugdspelers op alle niveaus van ons voetbal, maar het is pas bij de prille tieners dat het dik loopt van het talent. Nog minstens vier tot vijf jaar geduld dus.

DOOR PETER T’KINT – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“Er is niemand die je verplicht om 10 tot 20 procent aan een makelaar te geven.” Dirk Poppe

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content