Een vervelende blessure zette hem terug naar de invallersbank. Toch blikt Jeroen Simaeys met tevredenheid terug op het kampioensjaar met Krylja Sovetov Samara. ‘Rusland is vooral een reset geweest van mijn persoonlijkheid.’

Het kampioensjaar van Krylja Sovetov Samara in de Russische tweede klasse kende een einde in mineur voor Jeroen Simaeys. Tijdens het titelduel tegen Chimik tien dagen geleden kwam hij niet in actie. “Het gevoel na een wedstrijd is heel anders wanneer je bent ingevallen dan wanneer je op de bank bent gebleven”, zegt hij ’s anderendaags tijdens een interview in de basa kort voor hij op het vliegtuig naar België stapt voor een korte vakantie thuis bij vrouw en dochter.

Simaeys landde met een tweejarig contract in Samara begin september 2014. “De competitie was acht speeldagen ver, maar ik stond snel in de ploeg. Alles ging goed, tot de bekermatch in Krasnodar eind oktober. Ik scheurde iets in de enkel. Ik ben direct terug naar België gevlogen, heb me er laten opereren en ben aan mijn revalidatie begonnen. November was een zwarte maand. We leden drie nederlagen in vier wedstrijden en zakten naar de vierde plaats. Mede ook doordat we een aantal spelers misten wegens interlandverplichtingen. Dat gaf ons een kleine tik.”

Van midden januari tot de competitiehervatting op 14 maart 2015 werkte Krylja drie stages af in Abu Dhabi en Turkije. Simaeys bleef sukkelen. “Ik heb er geen enkele keer fatsoenlijk kunnen trainen. Ik bleef maar hinder ondervinden. Uiteindelijk kon ik pas voluit trainen toen de competitie opnieuw al twee wedstrijden ver was. Zo heb ik de trein wat gemist. Ik ben geen enkele keer meer gestart. Wel ingevallen, bijna elke wedstrijd. We speelden een ongelooflijke terugronde. Dertien wedstrijden, elf gewonnen, twee keer 0-0, één goal geïncasseerd. Fantastische statistieken. Dan geldt de wet van het voetbal: als de ploeg in zo’n winning streak zit, moet je je beurt afwachten. Toch heb ik het gevoel volwaardig deel te hebben uitgemaakt van het succes. Zonder die blessure stond ik gewoon in de ploeg. Enkele weken geleden scoorde ik zelfs na een invalbeurt.”

Tabula rasa

In Samara had hij een kamer op de basa, het complex waar de ploeg traint en woont. Hij had ook een appartement in de stad. Twee keer kwam zijn gezin een maand af. Door zijn blessure verbleef hij ook nog eens twee maanden in België. En tijdens de stages in Abu Dhabi maakte Vercauteren geen bezwaar tegen de aanwezigheid van de partners. Al bij al hoefde hij zijn dierbaren – in juli bevalt zijn vrouw van hun tweede kindje – niet vaak te missen. “Ik heb hier weinig moeilijkheden ondervonden. Die had ik ook niet verwacht. Ik ben er weer eens mee geconfronteerd dat ik soepel omga met verandering. Je moet hier wat meer op de tippen van je tenen lopen, maar positief is dat je leven een tabula rasa krijgt waardoor je het een nieuwe invulling kan geven. Een nieuwe cultuur opsnuiven, jezelf eens challengen, zien hoe je je gedraagt in situaties die honderd keer moeilijker zijn dan in België. Ik ben heel blij dat ik het heb gedaan.”

Hij nam Russische les, maar beperkte zich al gauw tot de dagelijkse praktijk. “Ik heb gemerkt dat communicatie in het voetbal zo veel belangrijker is dan ik altijd heb gedacht. Heel veel mensen hier spreken geen Engels. Het is heel raar om naast mensen te zitten tegen wie je echt niets kan zeggen. Plots vallen dingen die je heel je leven als vanzelfsprekend hebt ervaren weg. Een heel origineel gevoel. Ik besef nu beter hoe het leven in mekaar zit. In België heb je nogal snel de neiging alles als verworven te beschouwen. Rusland is vooral een reset geweest van mijn persoonlijkheid.”

Zijn beeld over Rusland is hard veranderd, zegt hij. “Het is moeilijk er iets over te zeggen omdat het zo’n onnoemelijk groot land is. Er is niet één Rusland. Een Belg verschilt toch ook van een Griek? In Rusland liggen de uiterste punten misschien vijf keer verder uit elkaar dan België en Griekenland. De verschillen hier zijn extremer. Je bent heel rijk of heel arm. Het gat daartussen is veel groter. Dan leer je wel in te zien waarom wij in België vijftig procent belastingen betalen. Wie daarover klaagt, moet hier maar eens komen kijken.”

Het lastigst waren de vele, verre reizen. “Soms vlogen we twaalf uur en speelden dan op kunstgras waar je niet gelukkig van wordt. De kortste verplaatsing was anderhalf uur vliegen. Toen we terugkeerden van Vladivostok, waren we negentien uur onderweg. Dat kan je je in België niet voorstellen. Het is niet leuk, maar ik heb ook nooit gedacht dat het hier een luilekkerparadijs zou zijn.”

Wekker na 3 minuten

Het niveau van de Russische tweede klasse? “Veel hoger dan in België”, zegt hij zonder aarzelen. “Volgens mij is Krylja play-off 1-niveau. Het is Anderlecht niet, maar ik schat de spelerskwaliteit even hoog als die in Genk de laatste drie jaar. Anzji, Tomsk en Tosno, de andere ploegen uit de top vier, draaien in België gemakkelijk mee. Wij hadden gewoon een heel goede ploeg. Deze titel is dus zeker geen mirakel. Voor de winter stonden de sterren af en toe wat verkeerd, maar na de winter vielen de details wel mee.”

De Premjer-Liga wordt een ander verhaal. Vercauteren houdt hem er graag bij. “Normaal blijf ik. En zeker niet met tegenzin. De Premjer-Liga is een van de stille topcompetities van Europa. Ik kijk ernaar uit. Mocht de Belgische staf niet zijn gebleven, zou ik mijn situatie wel hebben overdacht. Het zijn de enige mensen met wie je een dieper gesprek kunt hebben. Toch is er altijd die natuurlijke afstand: het blijven je bazen. Dat wil ik zo houden. In België ben ik me daar ook altijd heel bewust van geweest. Als ik met een trainer praatte, ging er al na drie minuten een wekker af: ben ik niet te lang bezig? Dat ik bij geen enkele Rus wrevel heb gevoeld, doet mij besluiten dat ik die evenwichtsoefening redelijk goed beheers.” (lacht)

DOOR JAN HAUSPIE IN SAMARA

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content