Je bent jong en je wil wat : ‘Ballen afpakken !’ Dickson Agyeman bewijst dit seizoen dat de jeugdwerking van Germinal Beerschot goed werk levert.

Met een gemiddelde leeftijd van ongeveer 22 jaar heeft Germinal Beerschot dit seizoen een van de jongste teams in eerste klasse. Opvallend in de selectie van Marc Brys is dat de jonkies in de A-kern gewoon uit de eigen jeugd zijn opgevist. De sterke lichting van 1985 is eindelijk klaar voor het grote werk. Dat niets te snel gaat, bewijst een kleine 17-jarige lefgozer die dit seizoen op het middenveld voor de leeuwen wordt gegooid, maar toch aardig zijn plan weet te trekken. Dickson Agyeman.

Wie ? Pitbull Davids, voor de vrienden. “Ja, die naam hebben de mensen op ’t Kiel aan mij gegeven omdat ik volgens hen dezelfde spelstijl heb als Edgar Davids. Ik ben een explosieve kuitenbijter die graag ballen afneemt om ze dan goed in te spelen. Wel lief van de supporters, maar als ik me dan toch met iemand moet vergelijken, dan liever met Clarence Seedorf. Die heeft ten minste niet zo een agressief karakter, blijft onder veel omstandigheden kalm en wordt pas kwaad wanneer je hem echt raakt. Daar herken ik mezelf toch iets meer in.”

Ook de uiterlijke gelijkenis met See-dorf is frappant : Dickson lijkt als twee druppels water op de Nederlandse international. Hij werd in Ghana geboren, verbleef er tot zijn achtste en volgde nadien zijn moeder naar België. Maar met voetbal hield hij zich op dat moment absoluut niet bezig. “Het interesseerde me niet zoveel, ik keek er wel naar op de televisie, maar voor de rest zei het me eigenlijk niets. Ik speelde liever basketbal en zwom ook heel graag. Voetballen begon pas in een schoolploegje hier in België en natuurlijk ging ik ook met vriendjes ’s avonds shotten op een pleintje in de buurt. Op een bepaald moment vroegen de buren aan mijn moeder of ze me niet wilde aansluiten bij een echte club. Maar ik voelde er nog steeds niets voor. Ik ben dan uiteindelijk toch maar eens meegegaan en wat later ben ik dan bij de jeugd van Berchem Sport begonnen. In mijn periode bij Berchem heb ik eigenlijk op bijna alle posities gespeeld en uiteindelijk lukte me dat vrij aardig. Daarna ben ik overgestapt naar Germinal Ekeren. Daar ging alles er wel een stukje sneller aan toe. Het begon eigenlijk pas goed te lopen in mijn tweede seizoen.”

De vooruitgang van Dickson Agyeman ging ook Ajax niet onopgemerkt voorbij. Op zijn dertiende werd hij verscheidene keren uitgenodigd voor de bekende jeugdstages bij de Amsterdamse club. Hij verbleef dan drie weken op hotel samen met spelertjes uit o.a. Peru, Mexico en Zuid-Afrika en kreeg trainingen van (” die met zijn krullekes…”) Danny Blind en Simon Tahamata.

“Ajax was toch een speciaal clubke“, vertelt hij. “Mijn eerste stage in Amsterdam was echt een drama, want ik was het gewoon om alles op mijn gemak uit te voeren. Niet dus. Het duurde een paar dagen vooraleer ik doorhad wat de trainers van me verlangden en vanaf toen had ik ook geen moeilijkheden meer. We waren ook een van de eerste jeugdploegen die in de Arena mochten spelen, indrukwekkend was dat wel. Op de toernooitjes met de ploeg van Ajax Inter- national speelde ik meestal op de ‘2’, in de verdediging dus. Tijdens de stages gaat alle aandacht uit naar de techniek. Je leert er hoe je een bal met links moet aannemen om nadien met rechts goed te kunnen openen. De trainers waren heel streng op dat soort zaken, ze letten er echt op de kleinste details. Op het fysieke vlak leer je meters nemen en winst maken ten opzichte van je tegenstander. Maar van de Nederlandse hardheid heb ik niets gemerkt, ze willen gewoon dat je bij het voetballen je verstand gebruikt.”

Verstand gebruiken betekent ook discipline kweken. Niet alleen bij Ajax werd dat erin gepeperd, Tahamata bracht het mee uit Amsterdam toen hij jeugdtrainer werd bij Germinal Beerschot. “Er wordt je aangeleerd dat je altijd beleefd moet zijn tegen de scheidsrechter, dat je de trainers de hand moet schudden, je klak moet afzetten en oorbellen en kettingen tijdens de wedstrijd moet uitdoen. Maar in vele opzichten zie ik gelijkenissen met de jeugdopleiding in Ajax. Wij deden bijna alles op dezelfde manier als de mensen daar. Ik heb heel veel van Tahamata geleerd, hij had ook hier enorm veel aandacht voor techniek en stuurde bij tijdens onderlinge partijtjes. Onze jeugdploeg van toen was een heel sterk team.”

Tijd voor het grote werk. Dit seizoen maakte Agyeman met vier andere jeugdproducten de overstap naar de A-kern. In de vorige competitie was hij er ook al enkele keren bij, maar het werd geen succes onder Franky Van der Elst. “Ik heb toen nooit mijn kans gehad, trainde vaak mee, zat geregeld op de bank en mocht ook mee op stage, maar een invalbeurt zat er niet in. Ook niet toen we al zeker waren van het behoud en dat vond ik echt wel jammer.”

Onder Marc Brys is er nu veel veranderd bij Germinal Beerschot. “Ik ben nu echt gelukkig als ik naar de trainingen ga”, zegt Agyeman. “Voor de trainer is iedereen gelijk of je nu jong of oud bent, ervaring hebt of niet. De beste speelt, punt uit. Hij weet ook precies wat je kwaliteiten zijn en geeft je vertrouwen. Hij legt me steeds uit wat ik verkeerd doe. En wanneer ik weer eens een man in mijn rug laat lopen, wijst hij me erop. Ik moet ook nog meer mijn mond durven open te doen, maar dat vind ik moeilijk want ik heb toch wel respect voor de oudere jongens. We trainen veel, lang en zwaar en telkens in het teken van de komende wedstrijd. Wanneer ik vroeger thuiskwam, deed ik geregeld aan breakdance, hiphop of rapte ik met vrienden. Daar heb ik nu jammer genoeg veel minder tijd voor.”

Ook de school wordt wellicht een probleem. “Ik geef toe dat het me nooit echt heeft kunnen boeien. Ik zit nu in mijn laatste jaar op het middelbaar en in samenspraak met de trainer heb ik besloten om mijn diploma voor een middenjury te halen. Ik wil echt slagen want het is nog maar een jaartje. Maar die vele trainingen zijn absoluut nodig voor een team als het onze. Het ontbreekt ons immers aan ervaring en dus moeten we kunnen terugvallen op fysiek, karakter en mentaliteit.”

Marc Brys verwacht van zijn spelers dat ze op alle gebieden de nodige discipline aan de dag leggen, op álle gebieden. “Hij is echt de baas over ons team en dat is ook goed. Er staat je een geldboete te wachten als je te laat komt en zelfs wanneer je je afzijdig houdt van de rest van de ploeg. Hij hecht nu eenmaal veel belang aan teambuilding. Zo zijn we in de voorbereiding samen op survivaltocht getrokken, dat was heel plezant. Je kan onze trainer ook geen blaasjes wijsmaken. Want door zijn vorige job als politieagent kent hij bijna alle buitenwippers en weet hij de volgende morgen meteen of je uit bent geweest of niet. Vlak voor een training in de voorbereiding vroeg hij mij eens : ‘ En Dickson, hoe was ’t in de Carré ?” Tja, daar stond ik toen. (Lacht.) Nee, hem maak je echt niets wijs.”

door Carline Collignon

‘Pitbull Davids ? Lief van de supporters, maar ik vergelijk me liever met Clarence Seedorf.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content