Geen dorp of stad zonder voetbalclub. Allemaal hebben ze hun eigenheid. Sport/Voetbalmagazine trekt op ontdekkingstocht en houdt ergens halt.
Dertig jaar geleden was de West-Vlaamse gemeente Wingene even het centrum van het land. In 1990 barstte de varkenspest los. Wingene, waar meer varkens dan mensen leven, bleek de broeihaard van de ziekte. Rond elk getroffen bedrijf werd een perimeter gelegd waarbinnen ieder dier moest worden afgemaakt, ziek of niet. Die uitroeiingspolitiek werd niet door elke landbouwer even enthousiast onthaald. Ongeloof, onvrede en onzekerheid waren de sleutelwoorden van die periode, gelukkig kwamen de gemeente en de varkenskwekerijen er weer bovenop.
Recenter speelde zich een ander drama in de gemeente af. In 2012 was Wingene het decor van de Kasteelmoord. De vrouw van Stijn Saelens vond in de inkomhal van kasteel Carpentier bloedsporen en een lege kogelhuls. Later werd ook het lichaam van Saelens gevonden. Na een sterk gemediatiseerd proces moest onder meer dokter André Gyselbrecht naar de cel voor de moord op zijn schoonzoon.
Ook nu, in 2020 vindt er een kleine ramp plaats, weliswaar van een heel andere orde. Er gaan geen dierenlevens verloren en er wordt niemand vermoord. Toch is achter de schermen van lokale voetbalclub KVC Wingene de miserie voelbaar, want stamnummer 5216 moet afrekenen met een schuldenberg. Voorzitter Koen Vande Walle legt de oorzaak van de problemen uit: ‘We komen van 25 bestuursleden. Dit seizoen zijn we nog maar met vijf à zes. Mede omdat we steeds minder vrijwilligers vinden die geld willen ophalen, dalen onze sponsorinkomsten jaarlijks. Bovendien draaien we al een tiental jaar bovenin mee en pakken we meer punten dan verwacht. Dat betekent meer winstpremies uitbetalen. Meer geld uitgeven en minder binnenhalen, ja… Dat blijft niet duren.’
In 2001 fusioneerden Hoger Op en Sint-Jan Wingene nog tot KVC Wingene om te anticiperen op mogelijke financiële problemen. Op sponsor- en op spelersvlak visten beide ploegen immers in dezelfde vijver. Bijna twintig jaar later moet KVC het opnemen tegen een concurrent van een heel andere orde: Club Brugge. ‘Het Jan Breydelstadion bevindt zich zo’n twintig kilometer verderop. In plaats van de lokale ploegen te steunen, zitten veel voetbalfans in het stadion van Club.’ Ook op andere vlakken concurreert KVC met blauw-zwart. ‘Onlangs zag ik op een businessmeeting van Club enkele van onze vorige sponsors. Dat wil dus zeggen dat Club ook begint te vissen in onze sponsorvijver. De autogarage van om de hoek kiest liever voor een grote club dan voor de lokale voetbalploeg’, verzucht Vande Walle.
De geldperikelen raken de voorzitter. ‘Mijn dochters volleyballen. Zij krijgen geen vergoeding, enkel een pistolet die ze zelf moeten smeren. Toch zijn ze na een verloren wedstrijden contenter dan onze voetballers na verlies, want die laatsten krijgen daardoor minder geld. It’s all about the money, ik vind dat erg. Clubliefde bestaat niet meer.’
Om daar verandering in te brengen zal de focus van KVC vanaf volgend seizoen veranderen. De club verkast dan vrijwillig van derde amateur naar vierde provinciale. ‘Onze eerste investering zal de jeugdwerking zijn. Daarna willen we onze schulden aflossen en wat dan nog in de kassa overblijft zal naar de eerste ploeg gaan’, vertelt Vande Walle. ‘Het nieuwe doel is om met uitsluitend eigen jeugd zo hoog mogelijk te spelen. Blijkt dat vierde provinciale, dan is dat maar zo.’
Sinds een aantal jaar is het motto van de club Back to Basics. De bedoeling is dat die slogan binnenkort ook echt realiteit wordt. ‘We willen de band met de supporters heropbouwen. De laatste jaren is die afstand toch gegroeid. Voor de jeugd was het quasi onmogelijk om door te stromen, daarom voetballen er geen spelers van de eigen gemeente in de eerste ploeg. Mensen komen niet supporteren als ze niemand kennen. Vanaf nu willen we wel toekomstperspectief bieden aan onze eigen jeugd.’
Ondanks alles blijft Vande Walle hoopvol. ‘We overwinnen die problemen wel. De schulden zijn nog haalbaar. Ik ben ervan overtuigd dat we door te herbeginnen nieuwe mensen zullen aanspreken. Ik zal de club proper achterlaten.’
