afdeling: vierde nationale C Ligging: De Nieuwe Dijk 35, 3550 Heusden-Zolder Opgericht: 15 maart 1956 Trainer: Fons Moons GEMIDDELD AANTAL SUPPORTERS: 150 Prijs pils: 1.4 euro TOEGANGSPRIJS: 7 euro

De naam overnemen van een failliete ploeg, Louis Ceyssens huivert er nog van. Maar de 67-jarige schatbewaarder heeft zich moeten schikken naar de democratische geplogenheden. Hij is niet de enige bij wie het wringt. Een telefoontje naar de kantine wordt doorgaans beantwoord met : “Hallo, Berkenbos.” Ceyssens smaalt. “Ik doe dat daar ook zo. En als de mensen vragen : ‘Ben ik bij Heusden-Zolder ?’, zeg ik : ‘Neen.’

Berkenbos VV Heusden was sinds 1990 de officiële naam van de club, nadat het tot dan altijd Hal Sport geweest was, naar de naam van de wijk waar de club werd opgericht. Door de broer van Louis. “We maakten een veld van het stuk land aan ons ouderlijke huis. Die lap grond was aanvankelijk niet vlak. Met 30 à 35 man voerden we met een kipwagen zand van de ene kant naar de andere. Honderd camions. Nadien haalden we onze schuur leeg en sleurden we daar een toog in, met wat banken en een kachel. Zo hadden we een kantine.” De ploeg bestond uit jongens die in de mijn werkten. “Mannen met maar een beetje centen. We hadden niets anders dan een oude fiets en een pint. En dan die voetbalploeg, dat was het.” Voetbal was toen alleen weggelegd voor échte venten. “In die tijd mocht nog niet gewisseld worden. Dat weet je toch, hé ? En de noppen waren leren dopjes met een nagel erin. Meer dan eens kerfde een dergelijke nagel een diepe, rode streep in iemand zijn been. Dan gutste het bloed eruit en ging die jongen snel even naar de kant. Een pleister erover, en voortdoen. En na de match naar het gasthuis.”

Wie niet geblesseerd was, trok na de wedstrijd steevast naar de plaats waar het toppunt van vertier te beleven was, de straat waar Louis nu woont. “De Strasse dell’ amore noemden we ze. Zestien cafés had je hier. Zestien ! En de dienstertjes. Knap ? Man, man. Heel knap. Maar wij waren maar boerkes. Hadden niet het geld om hen te laten meedrinken.

“Mijn moeder was nooit kwaad als ik dronk. Zolang ik eerst naar de schuur kwam. Mijn honderd frank zondagsgeld in de schuur opdrinken, dat was niks. Maar direct naar de Strasse, olala … Weet je trouwens dat je voor dat bedrag toen twintig pinten had ?”

De ziel van de Strasse dell’ amore is nu weg. De Pastoor Paqualaan in Heusden oogt zoals om het even welke andere Vlaamse straat. Of toch niet. Een Turkse man ligt op zijn rug wat te sleutelen aan een auto, twee vrouwen met hoofddoek wandelen voorbij. “De plaats van iedereen die hier in de loop der jaren vertrok, is ingenomen door allochtonen. Zij komen niet naar het voetbal kijken.

“Tot overmaat van ramp is er ook nog Racing Genk, dat heel Limburg leegzuigt. Mannen, vrouwen, kinderen, allemaal trekken ze naar het Fenixstadion. En dus komen ze niet meer naar een andere ploeg. Als Limburgers zouden we fier moeten zijn op Genk. Maar voor wie in clubverband denkt, is het anders.”

volgende week : Harelbeke

KRISTOF DE RYCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content