De Kroaten Goran Ljubojevic en Tomislav Mikulic maken mee het mooie weer in Limburg. ‘Hoe de titelstrijd straks ook uitdraait, Genk was dit seizoen een zegen voor het Belgische voetbal.’

Goran Ljubojevic is niet een klein beetje verwonderd. “Ongelooflijk,” zegt hij, “het is hier in de lente even warm als bij ons in volle zomer aan het strand.” De Kroaten Ljubojevic en Tomislav Mikulic ontvangen Sport/Voetbalmagazine in de Orient, een mooie brasserie op de Fruitmarkt. Het centrum van Genk suddert slaperig in de warmte van een vroege zomer. Warmte straalt ook uit de groeten van de voorbijgangers. De mensen herkennen de blonde reus Ljubojevic.

Het seizoen 2006/07 was al op gang gefloten, toen Ljubojevic bij Genk belandde. Hij brak destijds door bij Osijek. Zijn trainer daar was een oude bekende van het Belgische voetbal, namelijk de gewezen spelverdeler van Cercle Brugge, Branko Karacic. Ljubojevic, met glimmende ogen : “Ook als trainer bereikt Branko Karacic nog altijd het technische niveau dat hij vroeger als voetballer haalde. Van zijn precisie bij vrije trappen is nog altijd niets verloren gegaan. Soms demonstreerde hij die traptechniek op training, dat was vrij indrukwekkend. En hij is een fanatieke voorstander van aanvallend voetbal, helemaal in de lijn zoals hij zelf vroeger altijd gespeeld heeft.”

“Bij Osijek speelde ik samen met Tomislav Mikulic”, vervolgt Ljubojevic. “En in de spits liep er een sterke aanvaller aan mijn zijde : Robert Spehar. Zoals die het spel kon lezen, dat was fenomenaal. Ik functioneerde als centrumspits, Spehar bewoog rond mij. Het was Spehar die me aanraadde om in te gaan op het voorstel van Genk.”

Het mooiste voetbal

Een evidente keuze was Genk anders niet. Naar verluidt stond er ooit meer dan twee miljoen euro op het prijskaartje en werd Goran Ljubojevic ook geciteerd bij onder meer Ajax Amsterdam, Club Brugge (als vervanger van Bosko Balaban, mocht die vertrekken) en Sampdoria Genua. De Kroaat werd uiteindelijk door Dynamo Zagreb uitgeleend aan het Zwitserse Sankt Gallen om vervolgens weer bij Dynamo Zagreb te verzeilen, maar ook zijn tweede verblijf daar verliep ongunstig : afgunst was het lot van Goran Ljubojevic, zijn ambitie knakte.

Waarop zijn manager Ljubojevic aan Genk aanbood. De Limburgers begonnen na een lamentabele voorbereiding met getemperde verwachtingen aan het seizoen, maar kenden in de competitie een blitzstart. Hugo Broos pakte uit met een 4-4-2 en koos systematisch voor het aanvallende duo Ivan Bosnjak-Kevin Vandenbergh. Toen Bosnjak geblesseerd uitviel, moest de coach zijn kaarten herschudden.

“Ik protesteer tegen de bewering dat ik mijn succes bij Genk louter en alleen dank aan de pech van Ivan Bosnjak”, zegt Goran Ljubojevic met nadruk. “Dat is een volstrekt verkeerde redenering. Ik heb zowel met Ivan als met Kevin Vandenbergh samen gespeeld. Hugo Broos heeft aan de veldbezetting van de ploeg gesleuteld en is geleidelijk overgeschakeld van een 4-4-2 naar een 4-5-1, met een aanvallende middenvelder (Faris Haroun of Jaja Coelho, nvdr) in directe steun van de spits.”

Ongeacht de veldbezetting, Genk racete door het seizoen. “In ieder geval hebben wij dit seizoen het mooiste voetbal gebracht”, aarzelt Ljubojevic geen seconde. “Genk beschikt over een hechte verdediging en scoort gemakkelijk. Ik denk niet dat er ook maar enige discussie kan bestaan over de kwaliteit van ons voetbal. Ik ben ook bijzonder gecharmeerd geraakt van de warmbloedigheid van ons publiek. Het is een oprechte vreugde om in ons eigen stadion te mogen spelen. Er is altijd veel volk. Toch word ik weinig druk gewaar. Ik ben van nature een kalme mens. Wat vandaag niet gebeurt, kan morgen nog komen. Dat geldt trouwens voor de hele ploeg. Kijk maar eens naar onze spelerkern : dat is eigenlijk een en al jeugd. Ik begrijp niet dat ze bij de nationale ploeg deze weelde blijkbaar niet willen zien. Ongeveer de helft van Europa zit achter Sebastien Pocognoli aan, maar hij behoort niet tot de kern van de Rode Duivels. Daar kan ik met mijn verstand niet bij. Logan Bailly heeft zijn kans met beide handen gegrepen en is zonder twijfel de beste doelman van België. Zoek voorts in België maar eens een betere rechtsback dan Hans Cornelis. Of spelers met meer kwaliteiten dan Tom Soetaers en Thomas Chatelle. Of die twee verdedigende middenvelders van ons, Wim De Decker en Wouter Vrancken. Formidabele gasten. Wie nog ? De fenomenale voetballer die Faris Haroun is, met zijn imposante spelvolume, zijn techniek, zijn fysiek kapitaal. Die voetbalt ooit bij een Europese topclub.”

Geen dikke nekken

“Met al dat jeugdig talent is de toekomst van Genk verzekerd”, gelooft Goran Ljubojevic. “Zeker omdat bij deze club een sfeer heerst die voor die jongeren een bron van vooruitgang is. Hier lopen geen vedetten rond. Dit is een hecht blok, geen ploeg van dikke nekken.”

Ljubojevic pauzeert even, neemt dan een bocht in zijn betoog. “Spehar had gelijk : het Belgische voetbal ligt me. Het is een voetbal waarin hard wordt gewerkt, maar er wordt wel opbouwend gewerkt. In het Kroatische voetbal werkt men ook hard, maar er wordt vooral aan afbraak gedaan. Men is er kennelijk van overtuigd dat je de tegenstanders moet verbrijzelen.”

Milan Gavrilovic, een gemeenschappelijke vriend van Ljubojevic en Mikulic, komt tot dezelfde vaststelling. Hij voetbalde bij Genk toen de club nog in de tweede klasse uitkwam, is nu trainer van vierdeklasser Aarschot en woont alle wedstrijden in het Feniksstadion bij. Van achter een dampende koffie in de Orient : “Genk is een schitterende club om in terecht te komen. Het heeft ook te maken met de brede Limburgse omgeving. De mensen hier houden van voetballers die de mouwen opstropen en die hun job ernstig uitoefenen. Goran en Tomislav hebben een echte profmentaliteit.”

Tomislav Mikulic is de zwijgzaamste van de twee. Hij streek in januari 2005 in Genk neer. Hij heeft dus René Vandereycken meegemaakt. Die behaalde met Genk Europees voetbal na de memorabele barrageduels tegen Standard. Waarop Vandereycken verrassend vertrok. “Dat was een beslissing van het bestuur, het is niet aan mij om daarover iets te verklaren”, kiest Mikulic voor voorzichtigheid. “Natuurlijk zijn er veel verschillen tussen Vandereycken en Hugo Broos, al werken ze allebei vanuit een minutieuze organisatie. Vandereycken paste zich meer aan de tegenstander aan, terwijl Broos veeleer trouw blijft aan zijn eigen principes. Waarop hij dan varieert, bijvoorbeeld bij het uitvallen van Bosjnak. Het was een moeilijk jaar voor de coach : hij moest met veel geblesseerde spelers afrekenen.”

Ook het vertrek van Steven Defour (naar Standard) en Koen Daerden (naar Club Brugge) werd uitstekend opgevangen. Totaal onverhoeds rolde Genk in de rol van titelpretendent. Ging dat niet gepaard met een onnoemelijke druk ? Tomislav Mukulic : “De trainer vond altijd de juiste woorden om die druk weg te houden. Op basis van de kwaliteit van het voetbal zou Genk de titel verdienen. Anderlecht voetbalde dikwijls uitgesproken verdedigend. Dan wezen ze in Brussel naar de blessure van Méme Tchité, maar dat is behoorlijk belachelijk als je over zo’n brede spelerskern beschikt. Hoe de competitie ook uitdraait, Genk was dit seizoen een zegen voor het Belgische voetbal.” S

door pierre bilic

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content