Van 12 tot en met 28 juni is Bakoe gastheer voor de eerste editie van de Europese Spelen, een zoveelste poging om Azerbeidzjan op de sportkaart te zetten en het semi-autoritaire regime te legitimeren.

Azerbeidzjan en sport, een atypische combinatie? Toch niet. Sinds de onafhankelijkheid in 1991 won de Republiek Azerbeidzjan, die op de Olympische Spelen in Atlanta (1996) voor het eerst onder eigen vlag deelnam, 24 olympische medailles. Drie jaar geleden, in Londen, verbaasde de kleine delegatie (53 atleten) de sportwereld toen ze met tien medailles naar hoofdstad Bakoe terugkeerde. Twee keer goud, twee keer zilver en zes bronzen plakken, behaald in drie sporten (gewichtheffen, worstelen en boksen).

“Een fantastisch succes voor een land dat amper 21 jaar onafhankelijk is. In die korte periode hebben we als klein land (9,6 miljoen inwoners, nvdr) onwaarschijnlijk veel gerealiseerd”, orakelde Ilham Aliyev, toen (en nog altijd) voorzitter van het nationaal olympisch comité, die in 2003 zijn vader Heydar als president van de republiek opvolgde en het Land van Vuur via de sport op de kaart wil zetten.

Dat lijkt te lukken. Vorig jaar, toen Atlético Madrid zijn tiende titel in de Primera División pakte en zich verrassend voor de finale van de Champions League plaatste, gebeurde dat in de klassieke wit-rood gestreepte shirts, met daarop de slogan Azerbaijan: Land of Fire. Kostprijs: 12 miljoen euro voor anderhalf seizoen, maar slechts een fractie van het bedrag dat het Eurosongfestival in 2012 (70 miljoen euro) aan de hoofdstad kostte.

Het rijke olieland aan de boorden van de Kaspische Zee, strategisch gelegen op de grens van Oost-Europa en West-Azië, positioneert zich steeds nadrukkelijker op de internationale sportmarkt. Volgend jaar strijkt het F1-circus van Bernie Ecclestone in de straten van Bakoe neer, terwijl het staatsbedrijf State Oil Company of Azerbaijan Republic (Socar) tientallen miljoenen neertelde om op het EK in Frankrijk (2016) naast Coca-Cola, Adidas, McDonald’s, Hyundai/Kia, Continental en Carlsberg prominent in de stadions aanwezig te zijn.

En de dag dat Michel Platini besliste om Euro 2020 over het volledige Europese continent te spreiden, pleegde Azerbeidzjan zijn grootste sportcoup en haalde het vier matchen (drie groepswedstrijden en een kwartfinale) naar het Baku National Stadium, een architecturaal pareltje van 630 miljoen euro, (opnieuw) integraal door Socar gefinancierd.

Investering van 9,5 miljard

Toen de vijftig Europese olympische comités in december 2012 beslisten om in navolging van de Asian Games, Pan-American Games, All-Africa Games (Afrika) en Pacific Games ook op het oude continent een multisportevenement te organiseren, was Azerbeidzjan de enige kandidaat om de eerste editie van de Europese Spelen binnen te halen. Een buitenkansje, vond president Aliyev, die droomt van de Olympische Spelen, maar zowel voor 2016 als 2020 de shortlist niet haalde. Voor de Europese Spelen investeerde het land om en bij de 9,5 miljard euro in sport- en wegeninfrastructuur.

Het operationele budget wordt geschat op 550 miljoen, inclusief de transport- en verblijfkosten voor alle atleten (6000) die straks de trip naar Azerbeidzjan maken. Op de kalender staan 20 sporten – 16 olympische, naast sambo (Russische vechtsport), 3×3 basketbal, strandvoetbal en karate -, in twaalf daarvan zijn er rechtstreeks of onrechtstreeks (via rankingpunten) tickets voor de Olympische Spelen in Rio de Janeiro te verdienen.

“Er was veel scepsis toen de plannen voor de Europese Spelen werden voorgesteld, maar de voorbije maanden is het enthousiasme in alle landen toegenomen”, reageerde Simon Clegg, twaalf jaar CEO van het Brits Olympisch Comité, momenteel Chief Operating Officer van de Europese Spelen. “Wie nog aan de bestaansredenen mocht twijfelen, zullen we ter plaatse overtuigen”, vertelde Clegg aan The Guardian.

Mensenrechten?

Bakoe, waar historische ruïnes overgaan in hypermoderne gebouwen of relikwieën van het Sovjetregime, is klaar voor de eerste Europese Spelen. Honderden zwarte Londense taxi’s in het straatbeeld, showrooms met blinkende Rolls-Royces, luxueuze winkelcentra, exclusieve boetieks van Gucci en Prada. Maar: voor een beperkte en volgzame elite. “Wie geen politiek activist of kritische journalist is, heeft hier een goed leven”, vertelde Niels Muiznieks, Commissaris voor de Rechten van de Mens bij de Raad van Europa, aan The Guardian. “Ik ben geen voorstander van boycots, maar ik wil wel de aandacht vestigen op de politieke en sociale toestand van landen die zulke evenementen organiseren.”

Want: Azerbeidzjan sleept een kwalijke reputatie met zich mee. “Ondanks de aanhoudende kritiek van internationale mensenrechtenorganisaties heeft Aliyev de voorbije maanden de repressie tegen zijn tegenstanders nog geïntensifieerd”, schreef Amnesty International in zijn jaarlijkse rapport. “Tientallen journalisten, advocaten, kritische bloggers en academici zitten in de gevangenis, anderen kregen een reisverbod of worden op alle mogelijke manieren lastiggevallen. Persvrijheid of vrije toegang tot het internet bestaat in Azerbeidzjan alleen op papier.”

Kritiek die door Aliyev en zijn minister van Sport, Azad Rahimov, wordt weggelachen. “Er zijn verschillende vormen van democratie. Als ik zie wat de zogenaamde westerse experts er in Syrië, Libië en Irak van terechtgebracht hebben, dan passen wij daarvoor. We zijn een seculiere staat, die straks de Europese Spelen en in 2017 de Islamic Solidarity Games zal organiseren. Deze twee grote evenementen weerspiegelen de rol die ons land in de wereld wil spelen: een brug slaan tussen oost en west.”

Window dressing, zegt John Dalhuisen, directeur van Amnesty International voor Europa en Centraal-Azië, in The Guardian. “Niemand mag zich laten inpakken door de glitter, de glamour en de grote evenementen, waarmee het land zijn imago wil oppoetsen om nog meer buitenlandse bedrijven aan te trekken. Het regime is een van de meest repressieve van Europa. Mochten er medailles uitgereikt worden voor het aantal opposanten dat in de gevangenis zit, dan staat Azerbeidzjan zeker op het hoogste schavotje.”

DOOR CHRIS TETAERT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content